Voorbereiding 3.8 – Hartritmestoornissen
Welke diagnose zal de huisarts het meest waarschijnlijk stellen bij
mevrouw A? Stel een differentiaaldiagnose op.
Atriumfibrilleren
DD
- Stress/spanningen
- Atriumflutter
o tachycardie (circa 300 slagen per minuut) door een atriaal re-entrycircuit. De
typische fluttergolven kunnen op het elektrocardiogram worden herkend. Vaak
ontstaat door een 2:1 -geleiding een hartritme van ongeveer 150 slagen per minuut
(een veelvoorkomend kenmerk van deze ritmestoornis).
- Supraventriculaire tachycardie
o Versnelde hartslag veroorzaakt door prikkels die uitgaan van een ander punt in de
voorkamer dan de sinusknoop. De elektrische stroom vindt zijn oorsprong dan in de
wand van de voorkamers of in de zogenaamde atrioventriculaire knoop. Typisch voor
deze hartritmestoornis is dat die abnormale stroom telkens teruggestuurd wordt
naar de plek waar hij ontstond, en zo als het ware continu langs een gesloten circuit
loopt. Het terugsturen kan gebeuren vanuit de atrioventriculaire knoop of de
voorkamer zelf.
o De persoon zal meestal last hebben van hartkloppingen, en voelt zijn hartslag
versnellen. Typisch is een abrupt begin en einde. De duur kan variëren van enkele
seconden tot een langdurige aanval. Het ritme van de hartslag is wel steeds
regelmatig, en ligt meestal tussen de 140 en de 220 slagen per minuut. De
versnelling geeft een onaangenaam gevoel. Hiernaast kunnen soms nog vagere
klachten ontstaan, zoals duizeligheid of misselijkheid.
- Hartkloppingen e.c.i. (E causa ignota – door onbekende oorzaak)
- Sinus tachychardie
o Snelle hartritme door overactiviteit vanuit een normale sinus. Doorgaans wordt het
niet beschouwd als een echte hartritmestoornis, maar eerder als een antwoord van
het lichaam op een stressvolle situatie.
o Sinustachycardie begint en stopt meestal geleidelijk, en het hartritme is regelmatig.
Het voelt aan als hartkloppingen die geleidelijk opkomen en weer weg gaan. Soms
voel je het hart bonzen in de borstkas.
- Ventriculaire tachycardie
o Versnelde hartslag veroorzaakt door prikkels die uitgaan van de hartkamer zelf. Het
ontstaat vaak rond een litteken in het hart of bij zuurstoftekort van het hart. Het
komt vaak voor bij oudere personen die in het verleden een hartinfarct hebben
gehad (en dus een litteken hebben op de hartspier).
o Meestal voel je hartkloppingen. Dat kan variëren van één enkele episode van een 3-
tal snelle slagen tot een aanhoudend snel ritme. Soms voel je je hart bonzen in je
borstkas.
- Infectieziekte
- Maligniteit
- Hartfalen
- Longembolie
, Verklaar de klachten van de patiënt cq. de verschijnselen van
ritmestoornissen vanuit de anatomie/ fysiologie en de
pathofysiologie.
Atriumfibrilleren: Hartritmestoornis waarbij het ritme volledig onregelmatig en meestal versneld is.
Paroxismaal atriumfibrilleren: Aanvallen bestaan ≤ 7 dagen en herstellen spontaan.
Persisterend atriumfibrilleren: Aanvallen bestaan > 7 dagen. Wanneer de ritmestoornis > 1 jaar
bestaat op het moment dat cardioversie wordt overwogen, spreekt men van ‘langdurig persisterend
atriumfibrilleren’.
Permanent atriumfibrilleren: De ritmestoornis bestaat > 7 dagen, maar wordt door patiënt en arts
geaccepteerd en er wordt geen poging tot cardioversie (meer) ondernomen.
Ontstaan
Bij een normaal hartritme depolariseert de sinusknoop het eerst. Het atriumweefsel contraheert op
een gecoördineerde manier door de voortgaande depolarisatiegolf vanuit de sinusknoop. Vervolgens
wordt de AV-knoop geactiveerd. Via de bundels van His geeft deze de prikkel met vertraging door
aan de ventrikels, zodat die zich gecoördineerd kunnen samentrekken.
Bij atriumfibrilleren zijn in de atria meerdere kringstroompjes aanwezig die door elkaar heen lopen
en elkaar uitdoven of versterken. Dit resulteert in zeer snelle, onregelmatige activering van de atria.
Er is geen samenhangende contractie; de atria staan functioneel stil. Tegelijkertijd wordt de AV-
knoop zeer snel en onregelmatig geactiveerd.
Hoewel de AV-knoop niet alle prikkels doorgeeft, is de ventrikelfrequentie meestal hoger
(100-160/min) dan bij een sinusritme en volledig onregelmatig.
Door de combinatie van ontbrekende atriumcontractie en snelle en onregelmatige
ventrikelcontractie kunnen klachten ontstaan, zoals hartkloppingen en een verminderde
inspanningstolerantie.
Oorzaken en risicofactoren voor atriumfibrilleren
- Men onderscheidt cardiale en niet-cardiale oorzaken:
o Veelvoorkomende cardiale pathologie: ischemische hartziekten, reumatische
hartziekten, hypertensie, sick sinus syndrome, postexcitatiesyndroom (zoals Wolff-
Parkinson-White);
o Minder vaak voorkomende cardiale pathologie: cardiomyopathie, pericardiale
aandoening, atriumseptumdefect, myxoma van het atrium;
o Niet-cardiale pathologie: acute infecties (vooral pneumonie), elektrolytdepletie,
longcarcinoom, andere intrathoracale pathologie (zoals pleura-effusie), longembolie,
diabetes mellitus, hyper-thyroïdie.
- Veelvoorkomende, vaak moeilijk te beïnvloeden risicofactoren:
o Hartklepafwijkingen
o Hartfalen
o Hypertensie
o Diabetes mellitus
o Ischemische hartziekten
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur 23598. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.