Aantekeningen van alle hoorcolleges en werkgroepen van MOV (methode van onderzoek)
5 vues 1 fois vendu
Cours
SOW-PSB1RS05N (SOWPSB1)
Établissement
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Dit zijn mijn aantekeningen van Methode van onderzoek van alle hoorcolleges en werkgroepen. Met deze aantekeningen heb ik 80% gehaald op het oefententamen. Ik doe de studie psychologie.
Methoden van onderzoek
Psychologie: wetenschap die zich bezighoudt met verwerven van kennis over gedrag van
mensen.
Wetenschappelijke benadering:
- Empirisme
- Kennis is gebaseerd op observaties
- Data als basis voor conclusies
- Rationalisme
- Inductie: van data naar theorie
- Deductie: op basis van theorie voorspellingen maken over nieuwe data
- rol van theorie
- falsificeerbaarheid (de hypothese moet je kunnen aantonen dat het niet waar is, als
dit mogelijk is)
- Openheid
- publicatie van resultaten (met gestandaardiseerde beschrijving van methoden van
onderzoek en resultaten
- evalueren
- repliceren
- aanvullen
- peer-review
- andere onderzoekers beoordelen of een artikel goed genoeg is voor publicatie
- Ethiek: niet alles mag
Theorie à deductie à data à inductie à theorie à …
Methodeleer: welke conclusies mag je trekken uit gegevens, gezien de manier waarop de
data verzameld zijn?
Het onderzoeksproces
Vraag à antwoord
- Beginfase
à onderzoeksvraag formuleren op basis van andere onderzoeken
- Ontwerpfase
à onderzoeksdesign kiezen
à deelnemers kiezen
à hoe ga je data verzamelen?
- Uitvoeringsfase
- Analysefase
- Presentatiefasie
à keuzes maken
à ethiek
,Beginnen met onderzoek
Vraagstelling: de vraag die je met het onderzoek wil beantwoorden
Verschillend soorten vragen mogelijk:
- Hoeveel procent van de beroepsbevolking ervaart stress van het werk?
- Wat is het verband tussen opleidingsniveau van werknemers en de mate van ervaren
stress?
- Heeft opleidingsniveau invloed op het ervaren van het stress op het werk?
Onderzoeksvraag: over samenhang tussen variabelen
Variabele: kenmerk van een persoon of object dat varieert, bv: gender, leeftijd, gewicht, etc.
à heeft altijd twee of meer waarden (niveaus)
Kwantitatieve variabelen: waarden geven een hoeveelheid aan (bv. Leeftijd
- discreet of continu
Kwalitatieve variabele: waarden staan voor categorieën (bv: man = 1, vrouw = 2, … = 3)
- worden ook wel categorische variabelen of nominale variabelen genoemd
- noem ook altijd alle niveaus
à laten zien dat de variabele echt varieert
à hoe de variabele varieert
Operationele definitie: de definitie van een concept in termen van de procedures die gebruikt
worden om het concept te meten of te manipuleren
- gewicht
- met van angst
à vragenlijst
à observatie
à fysiologische meting: Galvanic Skin Response
,Samenhang:
Causaal verband
Causaal verband: een oorzaak-gevolg relatie, waarbij de ene variabele (X) invloed heeft op
een andere variabele (Y)
Onafhankelijke variabele = vermoedelijke oorzaak (X)
Afhankelijke variabele = vermoedelijke gevolg (Y)
Causaal verband : X à Y
Identificeren van een causaal verband:
1. Covariantie van onderzoek en gevolg: oorzaak en gevolg moeten samenhangen
2. Temporal precedence: oorzaak moet voorafgaan aan het gevolg
3. Eliminatie van alternatieve verklaringen. Er mag niets anders verantwoordelijk zijn
voor de geobserveerde samenhang.
, Niet-experimenteel versus experimenteel onderzoek
Experimenteel: onderzoek waarbij de onafhankelijke variabele is gemanipuleerd
Niet-experimenteel: onderzoek waarbij de onafhankelijke variabele niet is gemanipuleerd,
doch slechts is gemeten
Manipulatie: Beïnvloeding van de onafhankelijke variabele door de onderzoeker
Een causaal verband kan alleen worden aangetoond met een zuiver experiment.
Wanneer is een onderzoek ook een zuiver experiment?
1. Manipulatie van de onafhankelijke variabele
2. Randomisatie van groepen
3. Eliminatie van alle potentieel storende variabelen (houdt variabelen constant)
- Fixeren
- Balanceren
- Randomiseren
4. Meting van de afhankelijke variabelen
5. Vergelijking van condities m.b.t gemiddelde op de afhankelijke variabele
Geen zuiver experiment: meerdere verklaringen voor een gevonden verschil (= alternatieve
verklaringen)
Causaal verband: X à Y
Omgekeerde verband: Y à X
Storende variabele Z à X en Y
Goede storende variabele: heeft invloed op de afhankelijke variabele en moet een relatie
hebben met een onafhankelijke variabele, maar mag geen gevolg ervan zijn (X geen gevolg
van Z)
Intermediërende variabele: X à I à Y (geen alternatieve verklaring)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur florienbuitendijk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.