Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting De wereld in met aardrijskunde - Anouk Adang & Marian Blankman (2020) €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting De wereld in met aardrijskunde - Anouk Adang & Marian Blankman (2020)

4 revues
 252 vues  31 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting DWIMA (Adang & Blankman, 2020) VAKINHOUD ISBN: 7146

Aperçu 3 sur 22  pages

  • Non
  • Vakinhoud
  • 24 octobre 2022
  • 22
  • 2022/2023
  • Resume

4  revues

review-writer-avatar

Par: sfachtala • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: MeesterFloris • 7 mois de cela

review-writer-avatar

Par: meieaextra • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: evavanalphen35 • 2 année de cela

avatar-seller
De wereld in met aardrijkskunde – Vakinhoud (Adang & Blankman, 2020)
Samenvatting door Lukas Gerber

H1: Systeem aarde
Met de ‘wereld’ wordt alle mensen/samenlevingen bedoeld, terwijl met de ‘aarde’ alle fysieke
kenmerken van onze planeet wordt bedoeld.

De aarde bestaat uit vier sferen:
 Atmosfeer: Alle gassen in de luchtlaag om de aarde.
 Lithosfeer: Alle gesteentes in de buitenste laag van de aardkorst (leven wij op).
 Hydrosfeer: Al het waterstof/water/ijs op aarde.
 Biosfeer: Al het leven op aarde.

De kringlopen op aarde:
 Waterkringloop: Kringloop van regen, water en ijs; dit blijft altijd binnen de hydrosfeer.
 Gesteentekringloop: Kringloop van sedimentgesteente, stollingsgesteente en metamorf
gesteente (gesteente onder hoge druk/temperatuur); dit blijft altijd binnen de lithosfeer.
 Koolstofkringloop: Kringloop van (fossiele) planten, CO2 en steenkool; dit gaat langs allerlei
sferen.
De hoeveelheid moleculen op aarde blijft nagenoeg hetzelfde - neergestorte meteorieten
verwaarloosd. Kringlopen zijn dus een gesloten systeem.

Relatieve ligging: Locatie ten opzichte van andere plaatsen.
Absolute ligging: Locatie uitgedrukt in geografische coördinaten:
 Hoogteligging (geen coördinaat): Ligging veroorzaakt door reliëf.
 Lengteligging: Plaats ten opzichte van de nulmeridiaan (Greenwich), die de aarde in een
oostelijk en westelijk halfrond verdeelt, bestaande uit 180 meridianen.
 Breedteligging: Plaats ten opzichte van de evenaar, die de aarde in een noordelijk en
zuidelijk halfrond verdeelt, bestaande uit 90 parallellen.




Absolute afstand: Hemelsbrede afstand uitgedrukt in meters/kilometers, verandert niet.
Relatieve afstand: Afstand uitgedrukt in tijd/geld, verandert constant.

Zonnestelsel: De zon waaromheen acht planeten draaien waaromheen nog meer manen draaien.
De aarde beweegt in het zonnestelsel op drie manieren:
 Aardrotatie: De aarde draait om de aardas en zorgt ervoor dat de zon afwisselend schijnt;
komt oostelijk op. De aarde is daarom verdeelt in tijdzones.

,  Aardbaan: De aarde draait, ietsjes scheef, ten opzichte van de zon. Zonlicht schijnt de helft
van het jaar feller op de aarde (in een rechtere lijn, wordt over een minder groot oppervlak
verdeeld) en veroorzaakt zo seizoenen.
De zon raakt in de zomer de uiterlijke punten van de aarde de hele tijd (midzomernacht).
In de winter raakt de zon de uiterlijke punten helemaal niet (poolnacht).
 Getijden: In ongeveer een maand draait de maan om de aarde, de zwaartekracht van de
maan trekt water naar boven toe en veroorzaakt daarmee eb en vloed.

Endogene krachten: Bewegingen binnen de aarde, hebben vaak ook invloed op het oppervlak.
Aardlagen:
 Aardplaten: stukken aardkorst dat op de asthenosfeer (vloeibaar gesteente) drijft.
o Oceanische korst: Dunne lagen onder zee, bestaande uit vooral basalt (donker
gestold gesteente).
o Continentale korst: Dikke lagen waarop de continenten liggen en mensen leven,
bestaande uit vooral lichter gestold gesteende zoals graniet.
 Asthenosfeer: Taai-vloeibare laag gesteente.
o Convectiestromingen: Gesteente stijgt omhoog, stroomt opzij en koelt daardoor af,
waardoor het weer daalt, waarna het weer opzij stroomt en opwarmt. Door deze
stromingen verschuiven de aardplaten (platentektoniek).
 Aardmantel: Vaste mantel.
 Aardkern: Bol van gloeiendheet vast ijzer met daaromheen vloeibaar gesteente.

Platentektoniek veroorzaakt interactie tussen platen op verschillende manieren:
 Divergentie: Platen drijven uit elkaar (vrijwel alleen bij oceanische platen), magma stroomt
tussen de platen naar boven en creëert mid-oceanische ruggen.
 Convergentie: Platen bewegen naar elkaar toe, dit kan met:
o Oceanische vs. Continentale plaat: oceanische, zwaardere plaat duikt onder de
continentale plaat (subductie) en maakt een kloof (trog). De onderste plaat smelt,
waardoor bellen magma naar boven stijgen; zorgt voor vulkanen en aardbevingen.
o Oceanische vs. Oceanische plaat: oudere, zwaardere plaat duikt onder de jongere
plaat (subductie) en veroorzaakt een trog. Het opstijgende magma creëert
vulkanische eilanden.
o Continentale vs. Continentale plaat: De platen zijn even zwaar en duwen dus tegen
elkaar, waardoor het gaat plooien en een plooiingsgebergte ontstaat.
 Transforme bewegingen: Platen schuiven langs elkaar, maar blijven soms schuren/haken,
waardoor aardbevingen ontstaan.




Vulkanen ontstaan door magma dat door de aardkorst stijgt (lava) en een berg vormt, dit kan door:
 Convergerende platen (subductie), taai magma stroomt naar boven en blijft soms vastzitten.
Door druk opvoerende gassen barsten de vulkanen plotseling uit, waardoor er opeens veel

, lava, as en gesteente naar buiten komt en een nieuwe laag op de vulkaan ontstaat, langzaam
vormt zo een steile stratovulkaan.
o Caldera: De stratovulkaan barst zo explosief uit dat de vulkaan instort, zo ontstaat
een grote krater of een nieuwe vulkaan.
 Divergerende platen, erg vloeibaar magma stroomt ver en vormt een schildvulkaan (krater
met flauwe helling) of spleetvulkanen (langgerekte krater met flauwe helling).
 Hotspots: Heet magma komt door convectiestromen omhoog en vormt een vulkaan (vaak
een eiland), maar de korst drijft weg van de hotspot, waardoor vulkanen uitdoven en
nieuwe, jonge vulkanen ontstaan (schild- of spleetvulkanen).

Doordat magma dicht op het oppervlak zit ontstaan er fumarolen (hete gassen die naar boven
komen) of geisers (heet water dat naar boven komt). De vulkanen zorgen voor vruchtbare grond,
kostbare materialen en leveren geothermische energie op.

De kracht van aardbevingen worden uitgedrukt in schaal van Richter. De mate van schade wordt
bepaald door de kracht van een aardbeving, maar ook door de duur van de aardbeving en door de
leefsituatie van de mens. Aardbevingen ontstaan door:
 Schurende (transform bewegende) aardplaten die plotseling verder schieten.
 Gaswinning of andere oorzaken die zorgen voor het wegzakken van stukken aardkost.

Hypocentrum: Plaats in aardkost waar aardbeving/trilling ontstaat
Epicentrum: Plaats op aardkost recht boven het hypocentrum, hier zijn de schokken het hardst.




Tsunami: Aardbeving in een diepe zee die een stevige golf veroorzaakt die door de ondieper
wordende bodem steeds hoger wordt en een enorme vloedgolf veroorzaakt.

Reliëf ontstaat door:
 Plooiing van twee convergerende continentale platen.
 Aardkorsten barsten en veroorzaken breuken. Stukken zakken diep (slenk), terwijl andere
stukken hoger blijven (horst).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LukasGerber. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99  31x  vendu
  • (4)
  Ajouter