Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Immunologie (1017474BNR) €8,48
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Immunologie (1017474BNR)

 74 vues  5 fois vendu

Volledige samenvatting van de cursus van Jo van Ginderachter. Samengevat in . Werd in dat jaar door meerdere studenten gebruikt en verbeterd. Volledig uitgetypt met afbeeldingen die de leerstof verduidelijken. Voor een voordeligere prijs: contacteer mij rechtstreeks via de VUB mail of messenger ...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 62  pages

  • 24 octobre 2022
  • 62
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (5)
avatar-seller
kobetheylaert
H1&2 – Basic immunology
Verdediging tegen infecties
• Immuunsysteem: het verdedigingsmechanisme van ons lichaam, eens het geïnfecteerd is (⇔
afweersysteem: het verdedigingsmechanisme tegen infecties)
• Verdedigingsmechanismen tegen infecties:
o Fysische barrières: huid, mucosa, cilia, mucus, hoesten en niezen, …
o Chemische barrières: zuurtegraad, peptides die microben afstoten, …
• Voorbeeld fysische barrière: mucosa (slijmvliezen): 1 laag cellen die bestaat uit
o Epitheelcellen (zeer nauw aan elkaar aangesloten → moeilijk binnen te dringen
o Globletcellen: produceren mucus/slijm dat op de epitheelcellen zit → beschermt
tegen infectie doordat pathogenen hier vast komen te zitten + voorkomt uitdroging
van de mucosa
o Soms cilia: haartjes die slijm naar buiten duwen (bv: slijm ophoesten bij verkoudheid)
o Zit in de luchtwegen, de gastro-intestinale weg (slokdarm, maag, darm) en de
urogenitale weg (urineleiders etc.)
• Voorbeeld chemische barrière: lysozyme
o Enzym in tranen en zweet
o Breekt peptidoglycaan af → vernietigd bacteriën (want peptidoglycaan is een
belangrijk onderdeel van hun celwand)

Het immuunsysteem
• Complex netwerk van cellen en moleculen
o Cellen
▪ Specifiek (bv: B en T-lymfocyten)
▪ Aspecifiek (bv: fagocyten, NK-cellen, mast cellen)
o Moleculen
▪ Specifiek (antilichamen)
▪ Aspecifiek (cytokines, complement)
• Cellen hebben een stimulerende (bv: T-helper cellen) of suppressieve werking (bv:
regulatorische T-cellen)
• Het immuunsysteem heeft 3 kenmerken
o Specifieke herkenning van vreemd materiaal
o Onderscheid tussen ‘eigen’ en ‘niet-eigen’ materiaal
o Ontwikkelen van een geheugen

Specifieke herkenning van vreemd materiaal
• Vreemd materiaal (= antigen): alles dat niet genetisch aanwezig is in het organisme
o Natuurlijk antigen: antigenen die een positieve invloed hebben op het lichaam (bv:
sommige darmbacteriën)
o Niet-natuurlijk antigen: antigenen die een negatieve invloed hebben op het lichaam
o Antigenen moeten niet per se levend zijn (chemicaliën kunne ook antigenen zijn)
• 4 klassen pathogenen
o Virussen: intracellulair
o Bacteriën: intracellulair of extracellulair
o Fungi: extracellulair
o Parasieten: vaak extracellulair (bv: lintworm)


1

, • Bij sterke eliminatiereacties zijn er vaak neveneffecten → dit moet onderdrukt worden →
gebeurt via suppressieve cellen
• Al het vreemd materiaal moet vernietigd worden, behalve de natuurlijke antigenen →
geavanceerd immuunsysteem nodig

Onderscheid tussen ‘eigen’ en ‘niet-eigen’ materiaal
• Eigen cellen mogen niet worden vernietigd door het immuunsysteem, indien dit wel gebeurt
→ auto-immuunziekte (bv: MS, lupus, reuma, T1 diabetes, …)
• Orgaantransplantatie: moeilijk want in principe ‘vreemd’ → we zoeken een donor die bij
zoveel mogelijk kenmerken identiek is zodat het lichaam het als ‘eigen’ gaat zien

Ontwikkelen van een geheugen
• Het immuunsysteem onthoudt bepaalde eigenschappen na een eerste contact met een
antigen → bij secundair contact zal er een snellere/grotere respons zijn tegen dat antigen
• Toepassing van dit kenmerk: vaccinatie

Analogie met het zenuwstelsel
• Herkenning van een onbekend (vreemd) signaal (bv: een nieuw geluid, nieuwe geur, …)
• Onderscheidt tussen bekende en onbekende signalen
• Herkenning van een nieuw signaal in de toekomst (geheugen)

Soorten immuniteit
Natuurlijke/aangeboren immuniteit
• Meest primitieve vorm van immuniteit
• Zelfs de meest primitieve organismen hebben dit
• Immuniteit bestaat al voor de eerste infectie
• Eigenschappen:
o Directe respons op beschadigd weefsel en op de infectie
o Aspecifieke immuniteit (werkt op alle doelwitcellen exact hetzelfde)
o Geen geheugen (vaccins helpen dit systeem dus niet)

VB 1: fagocyten
• Alle cellen die fagocytose kunnen doen (bv: macrofaag, neutrofiel)
o Macrofagen zitten overal in het weefsel te wachten tot ze een vreemd organisme
tegenkomen
o Neutrofielen zitten in het bloed → worden gerekruteerd als er ergens een vreemd
organisme herkend wordt
• Bezitten veel lysosomen en bepaalde enzymen
• Hebben receptoren → herkennen specifieke elementen op organismen (bv: peptidoglycaan
op grampositieve bacteriën, LPS op gramnegatieve bacteriën, flagelline op geflagelleerde
pathogenen)
Verloop fagocytose (= endocytose op grotere schaal)
o Receptor fagocyt bindt met doelmolecule → fagocytose (= opname van het micro-
organisme door de fagocyt) → fagosoom ontstaat
o Fagosoom fuseert met lysosomen (= vesikels met afbraak-enzymen in) →
fagolysosoom
o Het micro-organisme in het fagolysosoom wordt kapot geknipt → de onschadelijke
resten worden vrijgelaten via exocytose



2

,Lysosomen
• Bevat enzymen die bacteriële componenten kunnen verteren
o Proteasen: breken proteïnes af
o Glucosidasen: breken suikers af
o Lipasen: breken lipiden af
o Nucleasen: breken nucleïnezuren af
• Bevat reactieve zuurstof-moleculen (𝐻2 𝑂2, 𝑂2− , 𝐶𝑙𝑂− )

Inflammatie (= ontsteking)
• Meestal zijn er niet genoeg macrofagen aanwezig in het weefsel om de infectie te stoppen →
er worden extra fagocyten (neutrofielen) gerekruteerd → inflammatie
• Verloop (4 stappen die tegelijkertijd gebeuren)
o Farmalogische componenten: bloedvaten verbreden (vasodilatatie) → meer
bloedstroom → meer aanvoer van neutrofielen
o Cytokines: zitten in de bloedvatwand → neutrofielen blijven hier aan plakken
o Verhoging permeabiliteit bloedvatwand → neutrofielen kunnen makkelijker door +
zwelling (wat wij zien tijdens een ontsteking)
o Chemokines: aantrekkingssignalen die nog meer neutrofielen aantrekken
• Opmerking: de bloedvatwand bestaat uit endotheelcellen

VB 2: natural killer (NK) cellen
• Bezitten granules (= dichte vesikels) in hun cytoplasma
• Worden geactiveerd bij herkenning van kankercellen of viraal geïnfecteerde cellen
• Granules bewegen naar het celoppervlak → laten hun inhoud los in de omgeving (=
degranulatie)

Werking van NK-cellen
• Normaal: receptoren van NK-cellen worden gedeactiveerd door binding met normale cellen
(negatieve signalisatie)
o Bij auto-immuunziekte gebeurt dit niet → erge gevolgen
• Bij infectie:
o Geïnfecteerde cellen ontwikkelen vreemde oppervlakte-moleculen → NK-cellen
herkennen dit → worden geactiveerd (positieve signalisatie, overheerst negatieve
signalisatie)



3

, o Granule polarisatie: granules bewegen naar de pool waar de geïnfecteerde cel
contact heeft gemaakt
o Degranulatie: granules versmelten met membraan van NK-cel → inhoud wordt in de
omgeving losgelaten (= exocytose)
o Inhoud van granules wordt opgenomen door geïnfecteerde cel → endosomen
worden gevormd → bevatten 2 belangrijke enzymen
▪ Perforine: maakt kleine poriën in de endosomen → granzyme kan hieruit
ontsnappen en komt in het cytoplasma van de doelwitcel terecht
▪ Granzyme: activeert de apoptose van de doelwitcel
o Apoptose → celdood
• Verschil apoptose en necrose:
o Apoptose: verschrompeling van doelwitcel, maar plasmamembraan blijft intact →
cel inhoud komt niet vrij (membraan wordt via fagocytose verwijderd)
o Necrose: plasmamembraan wordt beschadigd → cel inhoud komt vrij → macrofagen
herkennen dit als vreemde moleculen → ontsteking




Adaptieve/verkregen immuniteit
• Aanwezig bij alle vertebraten
• Deze immuniteit is niet direct beschikbaar, het moet zich ontwikkelen
• Wordt pas geactiveerd nadat het aantal pathogenen een drempelwaarde heeft bereikt (8-12
dagen → kan niet direct helpen tegen een infectie (⇔ natuurlijke immuniteit)
• 2 soorten adaptieve immuniteit:
o Humorale immuniteit (HI)
o Cellulaire immuniteit (CI)

Experimenten om adaptieve immuniteit te onderzoeken
• Agglutinatie: samenklonteren van partikels (bv: rode bloedcellen, onoplosbare antigenen)
• Agglutinatietest: rode bloedcellen, gecoat met de stof waartegen bepaalde antistoffen
gericht zijn, inbrengen → als er agglutinatie is, weten we dat het organisme antilichamen
heeft aangemaakt tegen die stof → 2 parameters:
o Agglutinatietiter: nagaan hoeveel men het serum kan verdunnen totdat er geen
agglutinatie meer plaatsvindt
o Specifiteit: nagaan hoe specifiek de antilichamen reageren (bv: als het werkt tegen
bloedcellen van een schaap, werkt het dan ook tegen bloedcellen van een hond?)
• Precipitatie: samenklonteren van ionen (bv: oplosbare antigenen) → precipitatietest heeft
een soortgelijke werking als een agglutinatietest



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kobetheylaert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52355 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,48  5x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté