,DEEL 1: HUWELIJKSVERMOGENSRECHT
1 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN
Huwelijksvermogensrecht bestaat uit 2 delen:
Primair huwelijksstelsel Secundair huwelijksvermogensstelsel
- Wederzijdse rechten en plichten (art. 212-224 - Regels m.b.t. huwelijksvermogensstelsel en het
BW) wettelijk stelsel (art. 1387-1474/1 BW)
- DWINGEND RECHT - KEUZEVRIJHEID
3 basisstelsels maar variaties mogelijk:
- Wettelijk stelsel (indien geen HC opgemaakt, automatisch dit stelsel)
- Scheiding van goederen
- Algehele gemeenschap van goederen
2 HOOFSTUK 2: PRIMAIR STELSEL
Het primaire stelsel is op alle stelsel van toepassing => de BASISREGELS voor alle gehuwden, los van alles wat in het
huwelijkscontract staat. Een aantal van deze verplichtingen zijn ook voor wettelijk samenwonenden van toepassing
(art. 1477, §2 BW). Ze zijn van kracht gedurende de volledige duur van het huwelijk (tot de ontbinding ervan m.a.w.).
De regels zijn van dwingend recht (art. 212, tweede lid BW)
Drie krachtlijnen:
- Gelijkheid tussen de echtgenoten
- Solidariteit tussen de echtgenoten en bescherming gezinsleven
- Autonomie voor elk der echtgenoten
2.1 Rechten en plichten van de echtgenoten
Art. 213 BW Wederzijdse plicht tot:
- Samenwoning
- Getrouwheid
o Geen overspel plegen, je moet elkaar trouw blijven*.
- Hulp en bijstand (≠ bijdrageplicht)
o Echtgenoten worden geacht hun levensstandaarden te delen met elkaar. Plicht tot
bijstand = vooral morele bijstand, je moet elkaar steunen en erop kunnen vertrouwen
dat je partner je bijstaat.
Art. 215 BW Bescherming gezinswoning (zie ook art. 224, §1, 1 BW)
- Ook voor wettelijk samenwonenden
- §1: de gezinswoning (dus waar men samenwoont) mag NOOIT zonder de instemming van
de ander verkocht, geruild, geschonken, verhuurd, etc. worden. Zelfs al is dat een eigen
goed (dus op naam van 1 iemand). Instemming ≠ toestemming, de ander moet dus geen
contractpartij zijn in de papieren, maar deze zal wel moeten mee tekenen bij de notaris bij
wijze van instemming. Gewichtige redenen: bv. verkopen onder de waarde, helemaal
ingericht naar een handicap, etc. Huisraad = meubels, etc. Indien dit niet gevolgd wordt, kan
de ander deze handeling nietig laten verklaren door naar de familierechtbank te stappen
(als dit dus achter de rug is gebeurd).
- §2: recht op huur behoort aan de echtgenoten gezamenlijk. Dus indien één der partners een
huurwoning had, en de echtgenoten trouwen, wordt de ander automatisch ook huurder van
de huurwoning. De verhuurder moet vanaf dan dus verplicht beide partners aanspreken bij
bv. opzeg, etc.)
, Art. 216 BW Vrijheid beroepsuitoefening
- Maar ondergeschikt aan gezinsbelang (beperking)
Art. 217 BW Inning en besteding van inkomsten
- Dwingende rangorde!
o Eerst inkomsten gebruiken voor de gezinslasten, vooraleer je individuele lasten mag
betalen.
Art. 218 BW Opening bankrekening
- Vermoeden van alleenbestuur, dus beide echtgenoten kunnen alleen een bankrekening
openen
Art. 219 BW Lastgeving tussen de echtgenoten
Art. 221 BW Bijdrageverplichting in lasten van het huwelijk, ‘naar eigen vermogen’
- Elke echtgenoot moet bijdragen in de lasten van het huwelijk, naar eigen vermogen. Bv. de
één kan dit meer in geld doen, de ander meer in natura, etc.
Art. 222 BW Hoofdelijkheid inzake schulden ten behoeve van het huishouden en de opvoeding van de
kinderen:
- Mogen niet buitensporig zijn, e.v.t. wel niet nodig zijn (feitenkwestie)
- Feitelijke scheiding? Dan is er geen sprake meer van huishouding, dus ook geen
huishoudelijke schuld. Bv. grote ziekenhuisschuld => men past vertrouwensleer toe, en in
meeste gevallen gaat men de hoofdelijkheid toepassen. Ze gaan ervanuit dat de persoon
gehuwd is, die mag dus het vermoeden van hoofdelijkheid hebben.
*Overspel moet worden bewezen door de gerechtsdeurwaarder (tussen 22 uur en 5 uur mag dit niet).
Sanctieregeling?
- Art. 223 BW: dringende maatregelen (voorlopig karakter) – uitwerking in Ger.W.
o Bij grof plichtsverzuim of ernstige verstoring verstandhouding tussen echtgenoten
- Art. 224 BW: nietigverklaring bepaalde rechtshandeling (lees artikel)
3 HOOFDSTUK 3: WETTELIJK STELSEL
Wettelijk stelsel = secundair vermogensstelsel als aanvulling op primair stelsel (noodzakelijkerwijze!). Het primair
stelsel is niet voldoende aangezien het enkel een aantal algemene gevolgen van het huwelijk van persoonsrechtelijke
en vermogensrechtelijke aard regelt.
- Wettelijk stelsel (hoofdstuk 3)
- Conventionele stelsels (hoofdstuk 4)
- Wettelijk stelsel heeft aanvullend karakter. Indien er geen HC opgemaakt wordt => automatisch wettelijk
stelsel. Maar je kan uiteraard zelf ook kiezen voor het wettelijk stelsel.
- Opgemaakt om situaties die in HV niet (voldoende) werden geregeld (= gemeenrechtelijk karakter (art. 1390
BW)
- Treedt in werking vanaf voltrekking huwelijk (art. 1391 BW) tot ontbinding ervan OF tenzij wijziging stelsel
(art. 1427 BW)
- Wettelijk stelsel zoekt een middenweg tussen solidariteit en partijautonomie. Door de gelijkheid tussen de
echtgenoten inzake het bestuur van het gemeenschappelijk vermogen te poneren, heeft elke echtgenoot
bestuursbevoegdheid toegekend.
- Wettelijk stelsel => SCHEIDING VAN GOEDEREN MET GEMEENSCHAP VAN AANWINSTEN
o Beroepsinkomsten
, o Inkomen van eigen goederen (bv. huurinkomsten, etc.)
3.1 Samenstelling vermogens – statuut van goederen
SCHEMA:
3.1.1 KENMERKEN
- 3 vermogens (art. 1398 BW) => zie schema hierboven
o Gemeenschappelijk vermogen (bestaat tot het einde van het huwelijk (bestemmingsgebonden
vermogen met bestemming ‘het huwelijk’))
o 2 eigen vermogens van beide echtgenoten
- Statuut = eigendomsrecht => wie is de eigenaar van een goed?
- Gemeenschappelijk vermogen = huwgemeenschap:
o ≠ onverdeeldheid
Je kan er niet zomaar uitstappen
Wat is wel een onverdeeldheid? Wanneer je zou ervan van je ouders samen met je broers/zussen
o ≠ mede-eigendom
Je kan niet jouw deel gaan verkopen of opsplitsen. Al het gemeenschappelijk vermogen is van
beide partners samen
o ≠ rechtspersoon
o ≠ betaling (cfr. vergoedingsregels bij vereffening – verdeling)
Het is niet omdat iets met gemeenschappelijke gelden betaaldis, dat het ook gemeenschappelijk
is.
o ≠ bestuur
- Gemeenschappelijk vermogen = restcategorie (= ‘spons’)
o Vermoeden van gemeenschappelijkheid !!!
Als één der echtgenoten niet kan aantonen dat iets eigen is, wordt het automatisch
gemeenschappelijk. Eigen vermogen moet bewezen kunnen worden binnen het wettelijk stelsel
(Art. 1405, §2 BW)
o = ‘residuaire gemeenschapskwalificatie’
3.1.2 BATEN/ACTIVA
3.1.2.1Van het eigen vermogen
=> LIMITATIEF BEPAALD