Uitgebreide samenvatting van Sociale Ongelijkheid: hoorcolleges, werkcolleges (met oefenopdrachten en antwoorden), en een korte samenvatting van alle literatuur:
Lenski (1966), McCall & Percheski (2010), Engsbergen (2021), De Beer (2016), Breen & Rottman (1991), Lareau (1987), De Graaf, De Graaf ...
Begrippen
Multi niveau-probleem
Kenmerken van contexten beïnvloeden individueel gedrag omdat ze al dan niet als restrictie
werken.
Micro/macro van Coleman.
Het schema voor gedrag op individueel niveau heeft altijd een oorzaak en gevolg op een groter
niveau. Je moet alles bekijken om iets te kunnen analyseren. Je kan context niet buiten
beschouwing laten.
Schijnverband spurious
Het verband dat je denkt dat er is, maar er is een andere factor die het verband verklaard (het is
niet causaal, er ligt iets ander). Er is een gemeenschappelijke factor.
Mediërend verband mediation
Er zit een verklarende factor tussen een causaal verband. Er zit een verklaring tussen. Die
verklaring is vaak nodig om tot beleid te komen.
Interactieverband moderation
Je hebt een samenhang, en voor een bepaalde groep is deze samenhang anders dan voor een
andere groep. Een derde factor heeft invloed op het effect.
Functionalisme: alles heeft een functie in de samenleving.
Eufunctie: positieve gevolgen / effecten.
Dysfunctie: negatieve gevolgen / effecten.
Intragenerationele mobiliteit
Mobiliteit binnen een persoon: hoe een individu kan opklimmen in de loop der tijd.
Intergenerationele mobiliteit
Mobiliteit tussen generaties: tussen ouders en kinderen. Als je ouders lager zijn, kan je dan zelf
wel een hogere positie bereiken?
Absolute mobiliteit / totale mobiliteit
Alle mensen die bewegen: stijgers en dalers.
Optelsom van:
● Relatieve mobiliteit / Circulatie Mobiliteit: wie stijgt zonder dat het hoeft.
● Structurele mobiliteit (verplicht in posities)
,Objectieve methode
Kijken naar harde cijfers.
Subjectieve methode
Aan mensen zelf vragen: zelf inschatting.
Reputationele methode
Inschatting van anderen.
Statuswervingsmodel
Het eerste causale model in sociologie en hij kan makkelijk uitgebreid worden: een klassieker!
Deze stelt dat het beroep van de vader invloed heeft op het beroep van de zoon.
● Ascriptie: alle factoren die je mee hebt gekregen bij je geboorte, en waar je dus niks
aan kan doen. Deze kant komt van je vader.
● Achievement: je eigen verdiensten.
Meritocratie
Je positie wordt toegekend op je verdienste (talent) > achievement.
Relative Risk Aversion Theory
● Rationele keuzes
● Angst van ouders dat kinderen lagere sociale posities innemen dan zij.
Je wilt je kinderen niet zien dalen.
Directe zelfselectie (je voelt je niet thuis, dus je gaat niet naar die school)
Indirecte zelfselectie (je bent naar school gegaan, maar voelt je niet thuis, dus je spijbelt)
- Parenting
De voorwaardenscheppende rol van ouders thuis.
- Communicating
De communicatie tussen ouders en school.
- Volunteering
Het verrichten van vrijwilligerswerk in en om school.
- Learning at home
Het ondersteunen van de kinderen bij schoolwerk thuis.
Credentialisme
Diplomas zijn nodig om posities in de samenleving te bereiken.
Time discounting preferences
● Vroege selectie > verziendheid nodig.
● Lagere sociale klassen > bijziend.
De invloed van sociale herkomst is dus groter bij vroege selectie.
, Equality of educational opportunity:
Gekleurde kinderen deden het beter op gemengde scholen, dus hier kwam een run op.
Signaling theory (Spence, Arrow)
Signalen dat iemand productief/ gemotiveerd is en dus minder geld kost (in opleiding). Deze
lees je af van iemands opleiding.
Job Competition Model
Alle banen worden gerankt van complex naar minder complex. De sollicitanten worden ook op
opleiding gerankt. De hoogste opleiding gaat naar het meest complexe werk. Omdat er meer
hoogopgeleiden zijn, gaan die vaker naar minder complexe banen.
Zorgt voor verdringing van lager opgeleiden, diploma-inflatie en over-education.
Functionalisme
In een samenleving zijn meerdere systemen met instellingen die een functie hebben en samen
één geheel vormen. Ongelijkheid blijft bestaan omdat het een functie heeft.
Conflict Theory
Ongelijkheid bestaat door strijd in de samenleving. Het is natuurlijk.
Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen
Het inkomen dat huishoudens vrij te besteden hebben nadat herverdeling heeft plaatsgevonden
(correcties).
Mobiliteit
Beroepen hebben te maken met iemands positie of klasse in de samenleving, die in de loop der
tijd kan veranderen.
Een sociaal stratificatieonderzoek gaat opzoek naar intergenerationele mobiliteit.
Methodologisch individualisme
Er wordt individuele data gebruikt om een macro kenmerk aan te duiden. Bij een tekort moet je
dus meer individuele data in acht nemen (zoals bij de economische moderniseringstheorie).
Habitus
Een duurzame manier van waarnemen, denken en handelen die onbewust door mensen in een
veld wordt ontwikkeld waar men zich mee kan handhaven en verder mee kan komen.
Bernstein over taalcodes: regulerende principes achter de taal die door leden van een
bepaalde sociale groep gebruikt worden.
Individuele Human Capital theory
Mensen investeren in zichzelf wanneer dat loont (kosten/baten analyse).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MarijkeS. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.