Samenvatting H9
Oorlog en crisis
In de negentiende eeuw waren er vijf grote Europese mogendheden: Groot-Brittannië,
Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije, Rusland en Pruisen. Elk van deze landen. Streefde naar het in
stand houden van een machtsevenwicht, omdat dat de beste garantie was voor vrede.
De Verenigde Staten voerden een politiek van isolationisme à zij wilden zich zo weinig
mogelijk met de internationale politiek bemoeien. De snelle economische groei en een
traditie van militarisme in het Duitse Keizerrijk zorgden echter voor een verstoring van het
machtsevenwicht. In verband met dit uit balans raken van het Europese machtsevenwicht
vormden de mogendheden bondgenootschappen zodat ze in geval van oorlog niet alleen
stonden. Zo ontstonden twee sterke machtsblokken: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en
Italië vormden in 1882 de Driebond, ze spraken af om hun internationale politiek op elkaar
af te stemmen en beloofden elkaar bij conflicten te steunen. Groot-Brittannië en Frankrijk
voelden zich bedreigd door Duitsland, er ontstond een wapenwedloop à het Duitse
vlootbouwprogramma zorgde ervoor dat ook de Britten hun vloot uitbreiden. De Fransen
voelden het verliezen van de Frans-Duitse oorlog (1870-1971) als een vernedering en wilden
wraak. Vanaf 1893 trokken Frankrijk en Rusland zo veel mogelijk gezamenlijk op en in 1907
sloot Groot-Brittannië zich bij hen aan.
In het zuidoosten van Europa waren veel veelvolkerenstaten à meerdere volken leven onder
hetzelfde bestuur (Oostenrijk-Hongarije). Veel van deze volkeren streefden onder invloed
van het nationalisme naar een eigen, onafhankelijke staat. Oostenrijk-Hongarije bestreed
nationalisme fel, om te voorkomen dat het land uit elkaar viel. Toen de Oostenrijk-
Hongaarse kroonprins Franz Ferdinand op 28 juni 1914 de hoofdstad van Bosnië bezocht,
werd hij door Servische nationalisten vermoord. De Oostenrijk-Hongaarse regering
veronderstelde een Servisch complot en eiste het recht om een onderzoek in te stellen in
Servië. De Servische regering, die verwachtte dat de ‘agenten’ in werkelijkheid een
bezettingsmacht zouden vormen, wezen de eis af. Na enkele weken verklaarde Oostenrijk-
Hongarije Servië de oorlog. Door alle bondgenootschappen, raakten al snel veel landen
hierbij betrokken. De Centralen, Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en enkele landen die zich
erbij aangesloten hadden, wilden met een snelle aanvalsoorlog eerst Frankrijk verslaan en
vervolgens hun militaire kracht op Rusland richten, zo zou een tweefrontenoorlog
voorkomen worden.
Op 4 augustus trokken Duitse legers België binnen. De opmars richting Frankrijk verliep snel
en gewelddadig. Begin september zaten de Duitsers al in Noord-Frankrijk. Daar slaagden
Fransen en Britten er in de Duitse opmars te stoppen. Soldaten groeven zich in aan
weerszijden van de frontlijn in. Wanneer generaals dat besloten, moesten de soldaten hun
loopgraaf verlaten en op de tegenpartij afrennen. Veruit de meeste aanvallen leidden niet
tot terreinwinst, maar kosten wel vele soldaten het leven. Omdat het beide partijen niet
lukte de linies van de tegenstander te doorbreken, werden steeds nieuwe wapens ingezet.
Ook in het oosten van Europa werd hard gevochten, echter trok Rusland zich in 1918 terug
uit de oorlog. De Duitsers konden nu al hun troepen in het westen inzetten. De Duitsers
doorbraken hierdoor de frontlijnen en rukten tientallen kilometers op. Toch kwam de Duitse
opmars tot een einde, de Duitse soldaten waren uitgeput. Ook de komst van Amerikaanse
, soldaten droeg bij aan het Duitse verlies. Op 11 november 1918 tekenden de Duitsers in een
treinwagon in Compiègne de capitulatie à overgave van een land of leger.
Door de oorlog was de economie verstoord en de wereld was in greep van een ernstige
griepepidemie. Onder deze omstandigheden kwamen de overwinnaars naar Parijs om over
een vredesregeling te onderhandelen. In het Verdrag van Versailles werden de
vredesbepalingen voor Duitsland vastgelegd. Duitsland moest de oorlogsschade betalen,
moest een deel van het eigen grondgebied afstaan en mocht nog slechts een klein leger
hebben. Tijdens de vredesbesprekingen pleitte de Amerikaanse president Wilson voor de
oprichting van de Volkenbond. Deze, de voorloper van de Verenigde Naties, moest vrede,
veiligheid en democratie stimuleren. Duitsland en Rusland mochten hier geen lid van zijn.
Ook werd Amerika geen lid. Om deze reden en omdat het geen sancties kon opleggen bij
overtreding van afspraken, bleek de Volkenbond zwak.
Amerikaanse boeren ontgonnen op grote schaal nieuwe landbouwgrond en fabrikanten
breidden hun productiecapaciteit sterk uit, doordat Amerika na de Eerste Wereldoorlog een
grote markt in Europa had. Ondanks dat het BNP (Bruto Nationaal Product) met 40% steeg
tussen 1920 en 1929, kende de Amerikaanse economie vijf zwakke punten:
- De overproductie leidde tot dalende prijzen, hierdoor daalde ook de inkomsten van
poeren en kwamen boeren in de problemen.
- De Amerikanen voerden een protectionistische politiek à met hoge invoerrechten
weerden zij buitenlandse producten zo veel mogelijk van de Amerikaanse markt.
Europa wierp ook handelsbarrières op. Het werd voor de Amerikanen steeds
moeilijker om voor alle geproduceerde producten kopers te vinden.
- De VS kende een zeer ongelijke inkomensverdeling. De armen werden aangemoedigd
om goederen op afbetaling te kopen.
- Veel mensen leenden geld om aandelen te kopen.
- De overheid stelde nauwelijks eisen aan banken, hierdoor konden bedrijven en
particulieren vaak veel meer geld lenen dan goed voor hen was.
Op 24 oktober 1929 stortte de aandelenhandel op de beurs in à de beurskrach. Beleggers
verkochten massaal hun aandelen waardoor de koers nog meer daalde, door deze
kettingreactie ontstond een crisis. Hierin nam de productie steeds verder af en de
werkeloosheid nam toe. Omdat men een economische crisis zag als een correctie van een
verhouding tussen vraag en aanbod, nam de politiek geen maatregelen om de economie te
ondersteunen. Presidentskandidaat Franklin D. Roosevelt was het met econoom John
Maynard Keynes eens dat er een ander beleid moest komen. Roosevelt won de verkiezingen.
Hij lanceerde zijn economische plannen onder de naam New Deal. Hij bestreed de
werkeloosheid, stelde maximumwerktijden en minimumlonen in. Hier loste hij de crisis niet
mee op, maar verminderde het wel.
De Sovjet-Unie, een communistische heilstaat?
Hoewel de horigheid in de negentiende eeuw was afgeschaft, had het uitgestrekte platteland
nog veel kenmerken van een feodale samenleving. Mensen die voor verandering pleitten,
werden door de geheime politie in de gaten gehouden. Zowel over de burgerrechten die het
liberalisme voorstond, als over socialistische gelijkheidsidealen, mocht vrijwel niet gesproken
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Caitlin0547. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.