Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Van leertheorie naar onderwijspraktijk, ISBN: 9789001754334 Van leertheorie naar onderwijspraktijk (V2LOGO11) €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Van leertheorie naar onderwijspraktijk, ISBN: 9789001754334 Van leertheorie naar onderwijspraktijk (V2LOGO11)

 32 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit is een samenvatting van het gehele boek : Van leertheorie naar onderwijspraktijk.

Aperçu 3 sur 26  pages

  • Oui
  • 27 octobre 2022
  • 26
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting V2LOGO11

Hoofdstuk 1

1.1

Het meeste aan kennis, vaardigheden en houdingen hebben we geleerd, en nog steeds leren we
buiten ons regulier onderwijs. Als je alles meetelt leer je gemiddeld 2 uur en 45 min per dag.

 Leeromgeving : de plaats waar geleerd wordt.


Soorten van leren
Formeel leren/intentioneel leren : het schoolse leren, leidt tot diploma.
Informeel/incidenteel leren : buitenschools leren, geen vaste leerdoelen of
werkvormen, geen externe sturing.
Bijvoorbeeld : netwerken
Non formeel leren : doelgericht leren maar buiten het onderwijs,
leidt niet tot een diploma. Bijvoorbeeld :
congressen, trainingen, ondernemen studiereis.

Het Cedefop (Het European Centre for the Development of Vocational Training) zegt dat deze drie
vormen niet gelijkwaardig zijn.
Het meest grote verschil tussen formeel en informeel leren is de mate waarin het leren aan wordt
gestuurd door jezelf of anderen.

 Leerinhoud (aard van het geleerde): onderscheiden we het in : cognitief, sociaal-affectief,
psychomotorisch en competentieleren.


We letter hierbij op de sturing van het leerproces en wie het uitvoert (leerfunctie) begeleidt,
zelfregulerend of zelfstandig.

 Leerconcept : belangrijkste is hoge cijfers.
 Leerproces : belangrijkste is welke stappen genomen worden om er te komen.

1.2
Ontwikkeling door :
 Leren : wanneer het waarneembare gedrag door buiten het individu gelegen factoren
gewijzigd was.
 Rijping : wanneer de gedragsveranderingen toegeschreven kon worden aan biologische
factoren ( in het persoon).

 Ontwikkeling : ziet men als de accumulatie (opstapeling van leerervaringen waarbij rijping de
voorwaarden creëert die het leren mogelijk maakt)

 Hersenstructuur : bestaat grofweg uit de grote hersenen, kleine hersenen en de hersenstam.
Het bovenste gedeelte van de stam is : middenhersenen en pons, onderste gedeelte, het
verlengde merg vormt de verbinding met het ruggenmerg.

, Hersengebieden
Limbische systeem ook wel de emotionele hersenen genoemd.
Hippocampus belangrijk voor het geheugen
Hemisferen De grote hersenen zijn verdeelt in 2 delen,
onderling verbonden zijn door de hersenbalk
Cortex Hersenschors, geplooid op de middenhersenen.
Cerebellum Kleine hersenen, vloeibaar laten verlopen
bewegingen.


Elk hersenhelft bestaat uit 4 kwabben
Frontaalkwab (frontale cortex) Beoordeling, probleem oplossen, spreken,
schrijven, intelligentie, concentratie.
(prefrontale cortex, deelgebied hiervan
cognitieve vaardigheden ‘topmanager van het
brein’. Late adolescentie pas gerijpt)
Wandkwab (pariëtale cortex) Interpretatie van taal, visuele perceptie,
zintuiglijke en geheugensignalen, tastzin en
controle over lichaamsdelen.
Achterhoofdskwab (occipitale cortex) Interpreteert kleur, licht en beweging
Slaapkwab (temporale cortex ) Begrijpen van taal, motivatie, bepaalde
geheugenprocessen, gehoor en vormt centrum
van onze emoties
 Axon : weg die je maakt tussen de kennis.

De hersenen vormen samen met het ruggenmerg het centrale zenuwstelsel. Dit is opgebouwd uit
neuronen (zenuwcellen), deze zorgen ervoor dat informatie wordt opgeslagen en uitgewisseld. Deze
neuron bestaat uit een cellichaam van grijze stof dat uitmondt in dendrieten (informatie ontvangen)
en aan de andere kant axon (informatie overdragen). Hiervoor zijn nodig neurotransmitters
(chemisch stofje) die worden geactiveerd door een elektrische impuls in een neuron. Via de synaps
(spleet tussen axonuiteinde en dendriet). Myeline (witte stof die beschermt als een soort coating)

neurotransmitters
Adrenaline Verhoogt alertheid
Serotonine Leidt tot opwinding
Dopamine Tot genot

,  Gevoelige perioden : waar de hersenen extra plastisch, flexibel zijn en sterk ontvankelijk voor
het leren van specifieke vaardigheden
 Brain-based learning : ook wel breinleren.
 Neuromythes : misvattingen, meervoudige intelligentie.
1.3
 Duurzame gedragsverandering : niet per se door herhaling maar door een bijvoorbeeld een
ervaring. Een kind trekt aan de staart van een kat en krijgt een krab en zou dus minder snel
de kat nog een keer pakken.
 Behavioristisch getinte definities van het begrip leren : gedragsverandering als resultaat van
een leerproces, die waarneembaar zijn in het handelen van de lerende. (zichtbaar resultaat
telt).
 Hypothetisch proces : leren is iets waartoe men concludeert op grond van gedragingen die
men constateert – van parreren.
 Handeling/gedrags indicatoren : gedragsuitingen die een beoordelaar kan waarnemen tijdens
de beroepsuitoefening door de student. Hierbij hoort het overdrachtsmodel.

Sinds de cognitieve revolutie wordt er meer gekeken naar leerproces dan leerproduct.

 Constructivische visie : leren ziet men als een sociaal proces, waarbij lerende betekenis geven
aan informatie en persoonlijke ervaringen. (Piaget)
 Connectivisme : aanvullende visie op het digitale tijdperk. Gaat over leren en leren zien en
het leggen van verbanden tussen dingen.

1.4




leerconcepties
Beperkte leerconceptie Positieve houding tegenover school, heeft graag
dat docent bepaald welke leerstrategie
Functionele opvatting Resultaatgericht, samenwerkend optrekken,
geen voorkeursstrategie maar wel liever
externe sturing
Ontwikkelingsgerichte leerconceptie Liefst individueel , zelfsturing
Epistemologische opvatting Hoe kinderen kijken naar het leren van aard.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur renatesanting. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

66579 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter