Bloed
Het menselijk lichaam bevat ongeveer 5L bloed. Bloed behoort tot bind en steunweefsel. Het
bestaat uit cellen 40-45% en tussenstof. 55-60%=bloedplasma. Bloed heeft als functie,
transport.
Bloedcellen 9.1.1.
Bloed bestaat uit rode- en witte bloedcellen en bloed plaatjes.
Rode bloedcellen (erytrocyten)
• Vervoer zuurstof/koolzuurgas (koolmonoxide)
• Hemoglobine dat zuurstof aan zich bindt.
• Kleine ronde kernloze cellen
• Kunnen zich niet vermenigvuldigen
• Worden aangemaakt in rode beenmerg
• Leeft 120 dagen daarna splitst ijzer zich af uit hemoglobine (lever, milt en rode
beenmerg slaat ijzer op of gebruikt dit direct)
• Afbraak van hemoglobine ontstaat bilirubine, dat scheid je uit via de gal met de
ontlasting.
Witte bloedcellen (leukocyten) 9.1.2
Bestrijden ziekteverwekkers. We spreken van een infectie als er ziekteverwekkend stoffen
binnendringen en ze niet snel genoeg onschadelijk worden gemaakt door de leukocyten.
Granulocyten
Granulocyt kan van vorm veranderen en uit de bloedbaan treden. Verteert de
binnendringende cel en gaat daarbij zelf ten onder. Etter/pus is restproduct. Bacteriën
scheiden een stof af die granulocyten aantrekt → onschadelijk maken door FAGOCYTOSE
(granulocyt omhult de bacterie
• Heeft een aantal kernen en gekorreld protoplasma
• Kunnen zich zelfstandig voortbewegen door protoplasma-uitsteeksels of
schijnvoetjes
• Korte levensduur
• Maak je aan in rode beenmerg
• Bij binnendringer → treden buiten de bloedbaan in het weefselvocht
Lymfocyten
• Kleine ronde cellen
• Worden gevormd in lymfeknopen en in milt
, 2
• Aanmaak antistoffen tegen antigeen
• Antigeen is de ziekteverwekker
Bloedplaatjes (trombocyten)
• Kleinste cellen
• Geen kern
• Aangemaakt in rode beenmerg
Bloedplasma
• 90% water
• 10% mineralen, eiwitten, vitamine, enzymen, hormonen, antistoffen,
stollingseiwitten en afvalstof
• Functie: transport, opname en afgifte
• Regelen turgor in de cellen
• Samenstelling weefselvocht (homeostase=evenwicht)
• Beschermen lichaam antistoffen
• Warmteregulatie
Bloedstolling
1. Beschadiging → bloed stroomt naar buiten
2. Bloedvat trekt samen, bloedplaatjes blijven kleven aan de rand van de wond → stof
trombokinase komt vrij
3. Trombokinase zet het stollingsmechanisme in werking. Protrombine wordt omgezet
in trombine (stollingseiwit)
1. Trombine zet fibrinogeen om in fibrine → vormt draden → grote bloedcellen kleven
aan de draden → bloed stolt en vormt een korst
Bloedarme anemie
Oorzaken:
• Verlies rode bloedcellen door een bloeding
• Verminderde aanmaak hemoglobine of rode bloedcellen doordat bepaalde stoffen
niet aanwezig zijn (ijzer) slechte voeding, zwangerschap bloedingen=ijzergebrek
anemie
• Pernicieuze anemie: te weinig aanmaak rode bloedcellen door slechte opname
vitamine B12.
• Verkorte levensduur va de rode bloedcellen door aangeboren afwijkingen.
Osmose in bloedvat
, 3
Osmose is het proces waarbij water verplaats wordt om de concentratie hoogst opgeloste
deeltjes te verdunnen. De concentratie eiwit is zo hoog dat er weer vloeistof 02 de
bloedbaan in wordt gezogen. Nu hebben we aderlijk bloed.
Bloedvatenstelsel 9.2
Bestaat uit:
• Het hart
• Slagaders (arteriën)
• Aders (venen)
• Haarvaten (capillairen)
Slagaders voeren van het hart af
Aders voeren naar het hart toe
3. Binnenste laag : pericardium 1 lagig epitheel (endotheel) + laagje elastisch
bindweefsel
4. Om het hart ligt hartzakje = pericard
Hart
Circulatiepomp, links achter het borstbeen.
Bestaat uit:
• Hartwand
• Linker- en rechterboezem
• Linker- en rechterkamer
• Hartkleppen
Linker gedeelte bestaat uit zuurstofrijk bloed
Rechter gedeelte bestaat uit zuurstofarm bloed
Rechterboezem Linkerboezem
Bovenste holle ader + onderste holle ader + 4 longaders monden uit
kransader monden uit
Rechterkamer Linkerkamer
Ontspringen slagaders Ontspringen slagaders
3 halvemaanvormige kleppen 2 halvemaanvormige kleppen
Longslagader ontspringt Aorta ontspringt
Kamers hebben meer kracht nodig dan de boezems → moeten bloed door het lichaam
pompen. Linkerkamer pomt door het hele lichaam, de rechterkamer alleen naar de longen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kyracarmengroen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,92. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.