Samenvatting HELE Praktische psychologie voor Sociaal werk - Praktische psychologie voor sociaal werk
Samenvatting kennislijn, Social Work, leerjaar 1, menstheorie B, individu
Samenvatting kennislijn individu menstheorie A
Tout pour ce livre (86)
École, étude et sujet
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Social Work
Kennislijn Individu
Tous les documents sur ce sujet (40)
Vendeur
S'abonner
lizzieborn
Aperçu du contenu
Kennisdeel: Lizzie Straver SOW-VA31
Les 1: Inleiding psychologie en pedagogiek: Hoofdstuk 0
1. Je weet wat psychologie en pedagogiek is en hoe en waarom sociaal werkers psychologische en
pedagogische kennis gebruiken
Een sociaal werker gaat veel met mensen hebben, dus je moet veel verstand van mensen hun gedrag hebben.
Iedereen heeft gewone psychologische kennis door spiegelneuronen en ervaring.
Psychologie: studie van de geest: de wetenschap van gedrag- en geestelijke processen (denken, voelen). (Zimbardo)
Op het moment dat je iets denkt, heeft het invloed op je gedrag, hoe je denkt en hoe jij je voelt.
Pedagogiek: kinderleiding, de wetenschap van opvoeden van kinderen en jongeren (0 23 jaar).
Psychologie en pedagogiek zijn empirische wetenschappen. (ervaringswetenschappen). Een empirisch wetenschap
bewijst dingen door observatie of experiment. Het beschrijft een studieobject, verklaart verschijnselen (theorieën) en
voorspelt op grond van theorieën dingen die getoetst kunnen worden; als X dan Y.
Wij moeten hier verstand hebben van psychologie en pedagogiek omdat het ons helpt contact te maken en met (het
probleem van) een cliënt beter te begrijpen. Sociaal werkers passen psychologie toe om beter hulp te kunnen
bieden.
Je hebt 7 verschillende psychologie stromingen (perspectieven): Psychologische wetten zijn waarschijnlijkheden en
geen zekerheden zoals fysica.
1) Biologische en neurologische perspectief:
Gedrag wordt veroorzaakt door onze genen, hersenen en hormonen. Het gaat over neurowetenschap en dit was een
evolutionaire psychologie
2) Psychodynamische perspectief:
Volgens Freud wordt gedrag sterk bepaald door onbewuste. In dat onbewuste zitten aangeboren driften en
verdrongen ervaringen waar mensen niet bewust van zijn. Het legt nadruk op begrijpen van menselijke functioneren
in termen van onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen en conflicten. (psychoanalyse). Deze theorie gaat
feitelijk om dynamica: krachtenleer, psychische krachten.
De eerste levensjaren zijn bepalend voor de ontwikkeling van je persoonlijkheid: je persoonlijkheid is opgebouwd in
- Het onbewuste (Id)
- Het bewuste (Ego)
- Het geweten (Superego)
3) Behavioristisch perspectief:
Een psychologische invalshoek die de bron van onze handelingen zoekt in stimuli vanuit de omgeving, ipv innerlijke
mentale processen. Het doel van psychologie is het toepassen van psychologische kennis om gedrag te beïnvloeden.
Alleen gedrag dat waarneermbaar/meetbaar is en waarmee je experimenten kunt doen is relevant. Volgens Watson
moest psychologie net als wetenschap worden. Dus alleen meten/zien. Dus alleen waarneembaar gedrag, en alles
,wat in iemands hoofd / hart gebeurt zat als ware in zwarte doos.
Gedrag van mensen wordt vooral bepaald door leerprocessen (conditionering). Gedrag begrijpen was het begrijpen
van leerprocessen die dat gedrag hadden gevormd. Niets aannemen wat je niet kon waarnemen. Dromen en
gevoelens bestaan maar die kon je niet objectief waarnemen maar het gedrag die het teweegbrengen kun je wel
objectief waarnemen.
- Conditionering (Skinner): Het is toepasbaar op opvoeding, scholen, bedrijven, ziekenhuizen en
gevangenissen maar ook in therapieën met name fobieën.
4) Gestalt perspectief:
Een gestalt = een geheel. Wij nemen geen aparte onderdelen maar gehelen waar. Wij zien zelfs gehelen als die er niet
zijn. Ook ons gedrag wordt beïnvloed door de neiging van Gestalten te zien en ze zelf te scheppen. Wij willen ons
leven als een geheel voelen.
5) Humanistisch perspectief:
Behavioristen deden veel onderzoek met dieren: het typische menselijke verdween uit beeld: bewustzijn, vrije wil,
liefde, religiositeit, vriendschap, empathie, kunst, ontplooiing… Focus werd het unieke menselijke en hoe mensen zich
kunnen ontplooien en groeien tot gezonde individuen. Hierbij horen 2 theorieën:
- Theorie van fundamentele behoeften: (Maslow) Voorwaarden voor ontplooiing
- Cliëntgerichte, non-directieve therapie: (Rogers): Het niet sturen van therapie maar voorwaarden scheppen
voor groei door vooral actief te luisteren naar client.
6) Cognitieve perspectief:
Gedrag wordt (ook) sterk bepaald door begrip, kennis, opvattingen, overtuigingen, geheugen, vermogen problemen
op te lossen - kortom, door: Cognitie. De mens is een informatieverwerkend wezen. Het gaat over wat er in de
hoofd gebeurt en wat je dus niet zo direct kan waarnemen of meten.
Het belangrijke praktische toepassing is; cognitieve therapie: Het beïnvloeden van denkbeelden zodat het gedrag ook
verandert.
7) Systeem perspectief:
De kracht van situatie: sociale en culturele invloeden hebben vaak méér invloed op ons gedrag dan onze
persoonlijkheid. Het is het socioculturele perspectief, dus de sociale invloeden op gedrag en mentale, hoe individuen
functioneren in groepen en culturele verschillen.
BEGRIPPENLIJST HOOFDSTUK 0:
Definitie psychologie en pedagogiek:
Psychologie: De wetenschap van gedrag en geestelijke processen denken, voelen
Pedagogiek: De wetenschap van het opvoeden
Relevantie psychologie en pedagogiek voor het sociaal werk:
Psychologie en pedagogiek helpen je bij het contact te maken en met het probleem van een cliënt beter te begrijpen.
Biologische en neurologische perspectief:
, Eerste onderzoek van waarnemen, geheugenproeven en onderzoek op reacties naar prikkels. Er werd te werk gegaan
als natuurkundigen.
Psychodynamische perspectief:
Gedrag wordt bepaald door het onbewuste Freud
Behavioristisch perspectief:
Het bestuderen van de geest moest geen deel uitmaken van de psychologie. Gedachten en emoties zijn niet relevant,
want alleen waarneembaar/meetbaar gedrag is relevant. Gedrag wordt bepaald door leerprocessen.
Gestalt perspectief:
We nemen geen aparte onderdelen waar, maar zien in alles gehelen. We willen ons leven als een geheel voelen.
Gedrag moet kloppen met hoe je jezelf ziet.
Humanistisch perspectief:
whole person perspectief. Focus is de unieke mens. Niet alleen de objectief waarneembare dingen, maar ook de echt
menselijke, meer moeilijke waarneembare dingen.
Cognitieve perspectief:
Gedrag wordt bepaald door cognitie denken.
Systeemperspectief:
De kracht van de situatie. Sociale en culturele invloeden hebben vaak meer invloed op ons gedrag dan onze
persoonlijkheid. Sociale invloed staat centraal.
Les 2 : Emoties en empathie: Hoofdstuk 3 en 5
2. Je weet welke functie emoties hebben en wat het belang is van empathie in contact
Emoties: Alles wat we voelen, afgeleid van latijnse ‘movere (beweging): gemoedsbeweging. Ook Wel psychofysische
reactiepatronen. De drijfveren in het doen en laten. Het geeft signaal dat er iets aan de hand is (N. Frijda)
- Emoties is neit typische menselijk alleen mensen hebben vermogen zich bewust te zijn van uitlokkers van
eigen emoties, reacties hierop en een keuze.
Functie van emoties is:
1) signaalfunctie: cognitief, bereidheid om te handelen, motivatie en leren.
2) Communicatieve functie: boodschapper waarde, bijdragen aan verbonden heid (gedeelde emoties)
Zelfdeterminatietheorie: (Deci & Ryan): Macro Theorie over menselijke motivatie, 3 basisbehoeften:
1) Autonomie: vrijheid en ruimte om keuzes te maken
2) Competentie: gevoel hebben iets te kunnen,
3) Verbondenheid: in verbinding zijn met anderen, niet alleen mensen maar ook relatie met een taak
2-factoren-theorie: verschillende emoties ontstaan uit dezelfde lichamelijke sensatie op basis van interpretatie
(schacter & singer). Je koppelt de arousal van de stimulus, je interpreteren en vanuit daar krijg je 2 factoren theorie.
Bijv je drinkt kop koffie voor les geven. Je krijgt stimulus van zenuwen. Dan interpreteer je dat je les geven spannend
vind maar het kan ook door de koffie komen.
Frijda stelt dat emoties uit 4 componenten bestaan; Emoties zijn ook signalen die aangeven dat iets belangrijk voor
ons is. Ze geven ons feedback en stellen ons in staat om stil te staan bij de vraag voor behoeften onder schuil gaat en
op welke manier we willen handelen. Er zijn 4 onderdelen daarvan:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lizzieborn. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.