Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Arbeids- en sociaalzekerheidsrecht, Saxion Hogeschool €5,50   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Arbeids- en sociaalzekerheidsrecht, Saxion Hogeschool

 108 vues  16 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Eigen cijfer: 8. Deze samenvatting bevat de hoofdstukken 1, 4 en 5 van het boek 'Sociale Zekerheidsrecht Begrepen', 8e druk. Daarnaast staan er een aantal practice notes van arbeidsrecht uit Sdu OpMaat in. Dit is de leerstof van het vak Arbeids- en sociaalzekerheidsrecht voor de werknemer. Dit vak ...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 37  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1, 4 en 5
  • 29 octobre 2022
  • 37
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
2022/2023
Arbeids- en sociaalzekerheidsrecht voor de ondernemer




Hogeschool Saxion
Leerjaar 2, kwartiel 1
Hoofdstukken: 1, 4 en 5
Voor het gedeelte arbeidsrecht is
gebruikgemaakt van Sdu OpMaat

,Sociaal zekerheidsrecht
Sociale zekerheidsrecht begrepen
Hoofdstuk 1
1.1. Inleiding
Solidariteit
Het door middel van wetgeving gezamenlijk (alle werkenden of alle inwoners van Nederland) dragen van de
individuele risico’s.
Verzorgingsstaat
Als er sprake is van een verzorgingsstaat, dan rust op de overheid de verplichting om de burger te vrijwaren
tegen een gebrek van bijv. gezondheid of inkomen.
Inkomenszekerheid
Als het inkomen wegvalt als gevolg van arbeidsongeschiktheid, werkloosheid of ouderdom, dan zorgen de
Wet werk en inkomen (WIA), de Werkloosheidswet (WW) en de Algemene Ouderdomswet (AOW) ervoor dat
de uitkeringsgerechtigde kan terugvallen op een inkomen in de vorm van een periodieke uitkering om het
verlies aan inkomen op te vangen. Dit hoeft niet altijd in de vorm van een uitkering te zijn, maar dit kan ook
een tegemoetkoming/bijdrage zijn, bijv. zorgtoeslag. Er bestaat ook zoiets als het sociale minimum: de
sociale zekerheid garandeert een inkomen op minimumniveau als het inkomen lager is dan het geldende
minimum. Er komt dan een aanvulling tot het minimumloon. Als het minimumloon stijgt, dan stijgen ook de
uitkeringen (loonindexering). Dit noemen we de koppeling en is belangrijk om de armoede te bestrijden. Het
sociale minimum is van het wettelijke minimumloon afgeleid en kent verschillende hoogtes.
Collectiviteit
De financiering van werknemersverzekeringen en volksverzekeringen gebeurt d.m.v. premieheffing. De
werknemersverzekeringen worden opgebracht door werknemers en werkgevers, volksverzekeringen door
alle ingezetenen (het volk); althans voor zover iemand inkomsten heeft en inkomstenbelasting betaalt. De
sociale voorzieningen worden betaald uit algemene middelen (belasting).
Re-integratie
Doel is om zieke werknemers zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen in ander of passend werk.
Hiervoor bestaat de wet verbetering poortwachter (Wvp).
Privatisering
Af en toe treedt de overheid terug en laat zijn taken achter bij een private partij (bv. Ziektewet). Een zieke
werknemer wordt, in plaats van door een centrale ziekenkas, betaald door de werkgever voor een bepaalde
periode (70% inkomen). Zaken als preventie en ziekteverzuimbeleid zouden daardoor meer zichtbaar
moeten worden. Veel werkgevers gingen zich hiervoor verzekeren. Dit wordt herverzekering van
arbeidsongeschiktheidsrisico genoemd.
Sociale partners
Werkgevers- en werknemersorganisaties (vakbonden) worden sociale partners genoemd, omdat zij
overlegpartners zijn in met name de Stichting van de Arbeid (STAR) en de Sociaal- Economische Raad.
Adviezen van deze organisaties kunnen leidend zijn voor de inhoud van nieuwe wetgeving.
Eigen verantwoordelijkheid
Focus ligt op eigen kracht van het volk. Zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid is het uitgangspunt
bij de zorg die iemand nodig heeft, de overheid helpt alleen als dit echt nodig is. Soms moet de
uitkeringsgerechtigde ook wat terugdoen voor de maatschappij als hij een beroep doet op een uitkering.
Decentralisatie en handhaving
Doel hiervan is dat de overheid haar taken doorgeeft aan o.a. de gemeente. De landelijke overheid stelt de
hoofdlijnen van de regelgeving vast in formele wetten en deze worden op decentraal niveau verder
uitgewerkt in gemeentelijke verordeningen. Zij staan dichter bij de burgers en weten dus beter wat zij nodig
hebben. Daarnaast zijn zij beter in staat maatwerk te leveren. Nadeel hiervan is wel dat er verschillen
ontstaan tussen gemeenten, maar dit is aanvaardbaar, want de gemeenteraad wordt direct gekozen.

,1.2. Driedeling
We maken onderscheid tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen.
Deze driedeling heeft te maken met:
1. De kring van verzekerden;
Wie is verzekerd en dus rechthebbend?
2. De financiering;
Wie betaalt?
3. De uitvoering;
Waar moet men de uitkering aanvragen en wie verstrekt de uitkering?
4. De voorwaarden.
Wat is de hoogte en de duur van de uitkering en kent de regeling een inkomenstoets en/of een
vermogenstoets?
Verplicht systeem
Bij de werknemers- en volksverzekeringen gaat het om verplichte verzekeringen. De verzekering gaat dan
ook van rechtswege in. Bij deze verzekeringen geldt een maximuminkomen waarover premie moet worden
betaald. Bij de sociale voorzieningen gaat het niet om verplichte verzekeringen, maar om een voorziening
die betaald wordt uit algemene middelen.
1.2.1. Werknemersverzekeringen
Hieronder vallen de WW, WAO, WIA en ZW. De kenmerken van deze verzekeringen zijn:
 Bij een werknemersverzekering zijn werknemers verzekerd;
 Financiering gebeurt doordat werknemers of werkgevers de premie betalen;
 Uitvoering geschiedt door UWV;
 Hoogte van de uitkering is afgeleid door het dagloon in beginsel. Dit kent ook geen inkomenstoets
en geen vermogenstoets;
 Loongerelateerde uitkering is in duur beperkt en meestal afhankelijk van het arbeidsverleden (WW,
WIA).
1.2.2. Volksverzekering
Hieronder vallen de AOW, Wet langdurige zorg (Wlz), Algemene nabestaandenwet (Anw) en de Zvw.
Kenmerken zijn:
 Alle ingezetenen zijn van rechtswege verzekerd;
 Worden gefinancierd door iedereen die inkomstenbelasting betaalt;
 Uitvoering geschiedt door Sociale Verzekeringsbank, zorgkantoren en zorgverzekeraars;
 Hoogte is gerelateerd aan het minimumloon en verschaffen geen inkomenstoets en vermogenstoets;
 Duur is niet afhankelijk van het arbeidsverleden.
1.2.3. Sociale voorzieningen
Hieronder vallen de bijstand (participatiewet) en de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Dit zijn algemene
regelingen. Daarnaast zijn er nog regelingen met een bijzondere doelgroep, zoals de wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Wet IOAW),
Toeslagenwet (TW), Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) en de Wmo.
Kenmerken zijn:
 Rechthebbende is iedere Nederlander en niet-Nederlander die hier rechtmatig verblijft;
 Uitvoering is in handen van de gemeente, UWV (TW en Wajong) en SVB (AKW);
 Wordt betaald uit algemene middelen als belasting. Hierom is het dus ook geen volksverzekering;
 Hoogte is gerelateerd aan het minimumloon en afhankelijk van gezinssituatie. Het kent een
inkomens- en vermogenstoets. Het wordt ook wel minimumbehoefteregeling genoemd: de uitkering
komt pas in beeld als binnen het gezin niet voldoende ander inkomen of vermogen aanwezig is. De
Wajong heeft de 2 toetsen niet;
 Er mag geen recht bestaan op een uitkering op grond van een verzekering, de uitkering op grond
van een volksverzekering of werknemersverzekering gaat voor (voorliggende voorziening);
 Duur is beperkt, namelijk zolang het inkomen onder het sociale minimum ligt.

, Hoofdstuk 4
4.1. Inleiding
Werknemers die ziek worden hebben recht op doorbetaling van 70% van het loon gedurende 104 weken als
zij een arbeidsovereenkomst hebben (art. 7:629 BW). Voor mensen die niet werkzaam (meer) zijn op basis
van een arbeidsovereenkomst zorgt de Ziektewet. Zij krijgen een loondervingsuitkering van maximaal 104
weken. De ziektewet wordt uitgevoerd door het UWV. Als de ziekte langer dan 104 weken duurt, kan er een
beroep worden gedaan op de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De WIA geldt alleen voor
nieuwe gevallen, de WAO blijft bestaan voor de ouder gevallen.
4.2 Arbeidsongeschiktheid (art. 7:629 BW)
4.2.1. Begrip arbeidsongeschiktheid
Van arbeidsongeschiktheid is sprake als je niet volledig in staat bent de overeengekomen arbeid te
verrichten als gevolg van ziekte, zwangerschap of bevalling. Dit is een zuiver medisch begrip. Met andere
woorden: je moet kunnen aantonen dat je op medische gronden, die objectief vast te stellen zijn, niet meer in
staat bent om arbeid te verrichten. Dit kan zowel fysiek als psychisch zijn. De oorzaak van deze medische
gronden is niet van belang. Dat de arbeidsongeschiktheid moet voortvloeien uit een rechtstreeks objectief
medisch vast te stellen gevolg van ziekte, vind je in art. 19 ZW. In lid 1 staat de definitie van
arbeidsongeschiktheid. Op grond van dit artikel bestaat dus recht op een Ziektewetuitkering in geval van
ziekte. Op grond van art. 29 lid 1 ZW wordt deze echter niet uitbetaald als er ook recht is op doorbetaling van
loon door de werkgever.
Situatieve arbeidsongeschiktheid
Situatieve arbeidsongeschiktheid is arbeidsongeschiktheid die te maken heeft met het werk. Er zijn
verschillende situaties van situatieve arbeidsongeschiktheid:
1. Als bij de werknemer lichamelijke of psychische klachten bestaan als gevolg van
omstandigheden in de werksfeer, waaronder de houding en persoon van de werkgever of de
houding van collega’s.
Hij is hierdoor niet meer in staat om te werken. Hij zal dan ook geen ander passend werk kunnen
verrichten bij dezelfde werkgever.
2. Een werknemer is niet ziek als bedoeld bij 1, maar er is een andere reden waardoor de
werknemer niet kan werken.
Vaak is er dan een conflict is tussen werknemer en leidinggevende. Of werkgever in dit geval het
loon moet doorbetalen, wordt bepaald door art. 7:628 BW. Werknemer moet de feiten en
omstandigheden stellen die laten zien dat de arbeidsomstandigheden zodanig waren, dat van hem
redelijkerwijs niet kan worden gevergd zijn werkzaamheden te hervatten. De oorzaak van die
arbeidsomstandigheden moet voor rekening van werkgever komen. Het is hier aan werkgever om de
verhoudingen weer te normaliseren, werknemer moet hieraan medewerking verlenen.
Als er geen objectief vast te stellen medische beperkingen zijn, dan adviseren de arbo- en bedrijfsartsen een
interventie-periode van meestal 1 week en maximaal 2 weken. Tijdens deze periode is de werknemer
verplicht om met de werkgever het gesprek aan te gaan. Ook heeft de werknemer tijdens deze periode recht
op loon o.g.v. art. 7:628 BW als de werkgever instemt met dit advies van de bedrijfsarts.
4.2.2. Hoogte en duur doorbetaling loon bij ziekte
Als een zieke werknemer heb je recht op 104 weken doorbetaling van het loon. Voor sommige personen is
dit 6 weken (art. 7:629 lid 2 BW). De hoogte van deze loondoorbetalingsplicht is 70% van je
maximumpremieloon uit de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) (art. 7:629 lid 1 BW). O.g.v. cao of
individuele arbeidsovereenkomst kan dit hoger zijn. Onder loon wordt het volledige loon verstaan dat de
werknemer zou hebben verdiend als hij niet ziek zou zijn geworden. Tijdens de eerste 52 weken van ziekte
heeft de werknemer min. recht op betaling van het minimumloon. Ligt de 70% loondoorbetaling na deze 52
weken onder het voor de werknemer geldende sociale minimum, dan kan de werknemer een beroep doen
op de TW om dit aan te vullen. Soms meldt een werkgever een werknemer voor 1% ziek (= administratief
ziekmelden). Dit doet de werkgever als hij verwacht dat de werknemer binnen 4 weken na betermelding
weer ziek zal worden. Het gevolg hiervan is dat de termijn van 104 weken doorloopt. Als de werknemer zijn
werk volledig heeft hervat is dit niet toegestaan.
Aanvulling loon bij ziekte
De meeste werknemers krijgen tijdens ziekte meer dan 70% van hun salaris doorbetaald o.g.v. de cao of
individuele arbeidsovereenkomst die op hen van toepassing is. Daarnaast kan hier ook sprake van zijn als
gevolg van gebruik (werkgever deed dit uit zichzelf in het verleden en moet dit opnieuw doen). Dit wordt
‘bovenwettelijke aanspraken’ genoemd.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hidingfixtures. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,50. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71184 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,50  16x  vendu
  • (0)
  Ajouter