Gedrag = alles wat een mens of dier doet
aangeboren gedrag = staat vast in je DNA en hoef je niet aan te leren
aangeleerd gedrag = staat niet vast in je DNA en moet je aanleren
Prikkel = verandering in de omgeving die je kunt waarnemen
- inwendig = honger / dors gevoel
- uitwendig = geur of geluid
Antropomorfisme = het toeschrijven van menselijke eigenschappen aan dieren
Interpretatie = iets wat je aanneemt bij een waarneming → iemand gaapt je interpretatie is
dat hij/zij moe is
Mensen interpreteren het gedrag bij dieren verkeerd omdat ze menselijke eigenschappen
toeschrijven aan dieren.
7.2
Zenuwstelsel = bestaat uit miljarden zenuwcellen, er zijn twee soorten zenuwcellen:
neuronen en steuncellen. er zijn drie typen neuronen :
• sensorische neuronen, ze ontvangen de prikkels van een zintuigcel en geven die
door naar een volgend neuron. Dat is meestal een schakelneuron.
• schakelneuronen, ze geven impulsen van het ene neuron door naar een ander
neuron.
• motorische neuronen, ze dragen de impulsen vanuit de hersenen via
schakelneuronen over op cellen van een orgaan dat moet gaan reageren. Dat kunnen
spiercellen of kliercellen zijn.
Een neuron heeft een cellichaam met veel uitlopers. Een van de uitlopers kan een
impuls doorgeven aan de volgende cel ( de langste ) het axon. alle andere uitlopers
kunnen alleen signalen ontvangen de dendrieten.
Het reageren op prikkels komt tot stand door de werking van het zenuwstelsel, het
zenuwstelsel is gespecialiseerd in het ontvangen en doorgeven van impulsen.
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen in de schedel en het ruggenmerg in de
wervelkolom. Dit zenuwweefsel wordt beschermt door bot. Vanuit het centrale
zenuwstelsel lopen zenuwen naar alle weefsels en organen in het lichaam. Alle zenuwen
buiten het zenuwstelsel noem je het perifere zenuwstelsel.
, De taak van het ruggenmerg is het doorgeven van impulsen van en naar de hersenen. Het
ruggenmerg loopt via de wervelgaten van je hals- en borstwervels door de wervelkolom en
wordt zo goed beschermd.
De hersenen liggen goed beschermd binnenin de harde schedel. Ze worden verdeeld in drie
delen met een eigen taak: grote hersenen, hersenstam en kleine hersenen Het deel tussen
de hersenstam en het ruggenmerg wordt verlengde merg genoemd.
Kleine hersenen = ze werken in opdracht van de grote hersenen, de kleine hersenen hebben
de taak om alle spierbewegingen, die tegelijk moeten gebeuren, op elkaar af te stemmen →
ze zorgen dat je bijv. een glas melk tegen je lippen zet i.p.v. tegen je wang
Hersenstam = zorgt ervoor dat allerlei noodzakelijke processen in je lichaam goed blijven
verlopen, zonder dat je daarbij hoeft na te denken → bijv. kloppen van je hart,
lichaamstemperatuur en ademhaling.
Grote hersenen = bestaan uit grote gebieden met een eigen taak; je noemt zo'n gebied een
hersenkwab. Er zijn vier hersenkwabben: de voorhoofdskwab, de wandbeenkwab, de
achterhoofdskwab en de slaapbeenkwab
voorhoofdskwab = Hiermee kan je bewust nadenken en besluiten nemen.
wandbeenkwab = Hiermee wordt informatie over huidgevoel (de tast), temperatuur en
bewegingen verwerkt.
achterhoofdskwab = Hier zit het gebied waar de impulsen uit je ogen terechtkomen. Met
dat deel word je je bewust van wat je ziet.
slaapbeenkwab = Hier zit het gebied waarmee je kan horen, hier wordt ook taal herkent en
begrepen. Hier kan informatie over smaak en geur verwerkt worden, en hier worden ook
herinneringen vastgelegd.
Bewust → je denkt veel na over de processen in je hersenen.
Onbewust → de processen in je hersenen gebeuren zelfstandig zonder dat je er veel over
nadenkt.
7.4
Traanklier = maakt traanvocht aan tegen uitdroging en vuildeeltjes
Traanbuis = voert vocht en vuil af naar je neusholte
Iris = regenboogvlies → gekleurde deel in je oog, bevat spiertjes waarmee het regelt hoeveel
licht er door de pupil valt
pupil = opening in je iris waar het licht door gaat
Harde oogvlies = buitenste beschermlaagje van je oog ( oogwit )
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cmevanderlinden. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.