Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Aantekeningen Pedagogiek Blok 1 €5,19   Ajouter au panier

Notes de cours

Aantekeningen Pedagogiek Blok 1

1 vérifier
 27 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Hi allemaal dit document bevat alle aantekeningen van hoorcollege 1 t/m7 van blok 1 pedagogiek het eerste studiejaar. Door middel van deze aantekeningen heb ik mijn eerste tentamens van blok 1 weten te behalen en bevatten dan dus ook de belangrijkste informatie zo uitgebreidt mogelijk. Suc6 met stu...

[Montrer plus]

Aperçu 5 sur 19  pages

  • 31 octobre 2022
  • 19
  • 2022/2023
  • Notes de cours
  • Sanne buckens en teus kommer
  • Toutes les classes

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: Dgn • 3 semaines de cela

avatar-seller
Pedagogiek hoorcollege 1
Inleiding in de pedagogiek

Wat is opvoeding?
Paidagoogia (pais en agogien) = leiden en begeleiden van kinderen
‘’opvoeding is een bepaalde vorm van omgang tussen volwassenen en jeugdigen die erop
gericht is steun en richting te geven aan het proces van volwassenwording’’ (1.1 inleiding
p13)  niet alle omgang met kinderen is opvoeding
Volwassenheid= jezelf kunnen redden in de samenleving  zelfstandigheid en
zelfredzaamheid
3 opvoedingselementen:
- Opvoedeling = degene die opgevoed wordt
- Opvoeder = degene die verantwoordelijk is voor het opvoeden van de opvoedeling
- Omgeving (cultuurhistorische context) = speeltuin, gezin etc.
 Cultuurhistorische context is de bredere context in de samenleving. Hieronder
valt school, voetbalclub etc.
Opvoedmilieu
- Primaire: het gezin. Traditionele gezinnen, maar ook samengestelde gezinnen vallen
onder het primaire opvoedmilieu
- Secundaire: school of de kinderopvang. Het gaat hierbij niet om ouders, maar
beroepsopvoeders. Gemeenschappen waar kinderen nieuwe relaties leren
ontwikkelen ipv binnen de familie
- Tertiaire: de buurt, vrienden en leeftijdsgenoten. Kinderen ontwikkelen hier hun eigen
jeugdcultuur.
- Quartaire: de multimedia wereld (mobiele telefoon, computer, internet). Wordt aan
opvoeder gevraagd hierin grenzen te stellen en handvatten te geven.
Iedereen heeft een andere manier van opvoeden en dit komt door je eigen gemaakte
pedagogische visie.



Pedagogische visie
Pedagogische relatie kan je alleen hebben
met een opvoedeling.
- Kindbeeld = algemene beeld van
een persoon heeft van kinderen.
Wat is een kind en wat kan het?
Behoeftes? Hoe ontwikkelen? 
kinderen in het algemeen en dus
niet specifiek op één kind gericht
 Object: je ziet een kind als ding
 Subject: je ziet een kind als
volwaardig persoon. Het heeft
zijn eigen mening en eigen persoonlijkheid

,- Beeld van de opvoeder / pedagogische relatie = beeld dat opvoeders over het
algemeen als opvoeder hebben.
 Beeldhouder : bepaald hoe het kind zich moet vormen en ontwikkelen. neemt
leiding over het kind (object)
 Tuinier : zorgt voor omstandigheden, waardoor het kind zich kan ontwikkelen.
zal het kind laten leiden, maar zorgt voor minder obstakels op de route van
ontwikkeling (subject)


- Opvoedingsdoelen: doelen die je door middel van de opvoeding wilt bereiken bij
kinderen.  Formuleer je altijd in eindtermen. Wat moet een kind kunnen?
 Opvoeddoelen worden beïnvloed door de cultuurhistorische context.


- Opvoedingsmiddelen: dingen die je doet om je opvoedingsdoelen te behalen. (vaak
bewust)  Aandacht geven of het kind gerust stellen. Stimuleren om risico’s te
nemen zijn hier allemaal voorbeelden van
 Belonen en straffen.
 Regels stellen en deze te handhaven.  grenzen zijn ook belangrijk voor een
kind. Het bied veiligheid.
 Onderhandelen met kinderen.
 Boeken/voorleesboeken.
 Spelletjes/games/apps/tv-programma’s  je leert ze omgaan met verliezen


- Opvoedingsvoorwaarden: zijn zaken die je nodig hebt om überhaupt te kunnen
opvoeden en de kinderen te kunnen laten ontwikkelen.
 Veilig voelen= ( veilige hechting)  gebeurt dit niet (onveilige hechting)  niet
goed ontwikkelen van een kind
 Liefde en warmte geven. Staat gelijk aan veilig voelen.

,Pedagogiek hoorcollege 2
Historisch ontwikkeling in denken over opvoeding

Middeleeuwen (500-1500)
‘’kind als kleine volwassene’’ (volwassene in zakformaat)
 Duurde tot de 17e eeuw en was ook de taak om de kinderen zo snel mogelijk
volwassen op te voeden.  kinderen van 7 jaar aan het werk.
Kinderen waren sociaal construct = iets wat wij bedenken en gedurende de tijd veranderd
dat beeld



Humanisme (1400-1650)
- Onderdeel van de renaissance (wedergeboorte)  raakte geïnteresseerd in het
Latijns en belangstelling voor de Grieks romeinse oudheid.
- Pedagogische optimisme  in deze tijd ontstond voor het eerst een pedagogisch
optimisme.  de mens is van nature slecht, maar kan door middel van studie
verheven worden.
- Terug naar de oorspronkelijke teksten en hun betekenis  hierbij was Christendom
was erg belangrijk in het noorden van Europa.  god heeft de wereld geschapen en
ga jij daar niet goed mee om, dan straft god jou
Erasmus (1469-1536) : ‘’ kijk dia’’  Jullie kunnen veel meer leren door naar buiten te gaan
en te gaan leven.

Pedagogische visie
- Kindbeeld: kind is van nature slecht en is als natte klei ( met het aanbieden van juiste
kennis kan het kind tot goed mens laten ontwikkelen)
- Beeld van de opvoeder: de opvoeder is een beeldhouwer
- Opvoedingsdoelen: opvoeden tot een nette burger (gedraagt zich netjes in zijn
handelen, ook naar anderen toe)
- Opvoedingsmiddel: kennis inbrengen door middel van klassieke teksten  eerst
leren om Latijns en Grieks te lezen, daarna konden ze zelf de teksten begrijpen.


Verlichting (1650-1800)
De wetenschap kwam in ontwikkeling  kennis en reden waren de enige manier om
onwetendheid te achterhalen
- Rede, verstand, het bewuste
- Het deïsme = god heeft de wereld geschapen, maar bemoeit zich er verder niet mee.
Laat het over aan de mens zelf
- De opvoedbaarheid van de mens (nurture) : het kind is opvoedbaar en zo is de
samenleving ook maakbaar  ideale samenleving kan gecreëerd worden
- De vrijheid van het unieke individu staat centraal
- Opvoeding gericht op de volwassenheid (zelfredzaamheid en zelfstandigheid)
John Locke (1632-1704) ‘’kind komt als onbeschreven blad ter wereld’’  omgeving van het
kind heeft enorm grote invloed op de opvoeding van het kind.

,Pedagogische visie
- Kindbeeld: kind is een tabula Rasa (onbeschreven blad), kind is uniek en het kind
bezit over verstand  hiermee kan hij een degelijk burger worden
- Beeld van de opvoeder: de opvoeder is een beeldhouwer
- Opvoedingsdoelen: ontwikkelen van verstand en opvoeden tot deugzaam burger
- Opvoedingsmiddelen: ware kennis (liefst door middel van wetenschap) bijbrengen.



Romantiek (1800-1850)
- Gevoel, intuïtie, het onbewuste (mens is meer dan alleen zijn verstand)
- Grenzen aan de maakbaarheid van de mens (nature)  mensen beschikken ook
over een innerlijks gevoel leven.
- De maatschappij of cultuur als verderfelijke invloed  de mens komt goed ter
wereld, maar raakt verdorven door de omgeving (vooral verwijzing naar de grote
stad)  denatureren = van hun natuurlijke goedheid afraken.
- De gemeenschap staat centraal: de mens is een sociaal wezen en we hebben elkaar
nodig.
- Het kind als waardevolle menselijke levensfase
Rousseau (1712-1778)  kind is van nature goed, maar kan slecht gemaakt worden door
mensen. De moderne cultuur zorgt voor het denatureren  goede opvoeding vind plaats in
de natuur.  opvoeder hoeft het kind niks op te dwingen, want kind is van nature al goed.
 De ontdekking van de eigenwaarde. Kinderen hebben een eigen kinderlijke
wereld waar je je bij moet aansluiten
 Formuleren opvoeding als natuurlijk proces van de ontwikkeling van kinderen


Pedagogische visie
- Kindbeeld: het kind is van nature goed, maar ook vatbaar voor de slechte invloed van
de cultuur
- Beeld van de opvoeder: de opvoeder is een tuinier  opvoeder staat gelijk aan het
kind (vrijwel geen machtsverschil)
- Opvoedingsdoel: de natuurlijke goedheid tot ontwikkeling te laten komen
- Opvoedingsmiddelen: spelen in een natuurlijke omgeving en het wegnemen van
allerlei zaken die de natuurlijke groei in de weg staan.




 Het
kindbeeld
veranderd door
de jaren heen!

, Pedagogische principes:
- Opvoedingspincipe: alle kinderen zijn aangewezen tot opvoeding (zonder opvoeding,
geen ontwikkeling).
- Vormbaarheidsprincipe: alle kinderen hebben het vermogen van nature in zich om te
ontwikkelen.
- Activiteitsprincipe: kinderen willen door middel van hun eigen activiteit bijdragen aan
de ontwikkeling.  kind verschijnt als subject

Historische ontwikkeling van opvoedingsmiddelen
Tot 19e eeuw is dwang, onderdrukking en slaan als middel normaal.
Vanaf 19e eeuw  veel minder dwang en meer aandacht voor:
- In gesprek gaan met kinderen: de wereld uitleggen en voorleven.
- Liefdevollere opvoeding
- Inleven in de belevingswereld van kinderen



1950 – 1970
Samenleving was opgesplitst in verschillende zuilen.  de zuil schreef als waren voor hoe je
moest leven.  in deze tijd was er een traditioneel rollenpatroon (man werkt, huisvrouw)

Pedagogische visie
- Kindbeeld: het kind wordt gezien als
object, de zuil omschrijft hoe een kind
moet leven en het kind heeft hieraan te
houden.
- Beeld van de opvoeder: de opvoeder gaf
veel sturing en autoriteit  eist
gehoorzaamheid
- Opvoedingsdoelen: je aanpassen aan de
normen en waarden van de zuil.
- Opvoedingsmiddelen: controle en
discipline



Jaren 70 – eeuwwisseling
Jongeren komen in opstand over de traditionele manier van leven aan de hand van de zuil.
 verzuilde samenleving valt uiteen  opkomst individualisme (ook feminisme)

Pedagogische visie
- Kindbeeld: kind wordt gezien als subject, in volledige vrijheid kunnen ontwikkelen
- Beeld van de opvoeder: opvoeder gaat in gesprek met kinderen, egalitaire opvoeder
(permissief)
- Opvoedingsdoelen: emancipatie (losmaken en vrijheid = autonomie van het kind
staat centraal)
- Opvoedingsmiddelen: kind volgende houden  je loopt achter het kind aan, er wordt
met het kind gepraat en niet gestraft.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur melissaveen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,19  1x  vendu
  • (1)
  Ajouter