Hierbij gaat het om de wervelkolom. De rug- en de buikspieren zijn er ook in verwerkt. Ook de diepe nekspieren. Het heeft dus allemaal betrekking op je romp. Het zijn de dia's uitgewerkt met aantekeningen erbij en de opdrachten met antwoorden erbij die van belang zijn voor het leren van het tentame...
Thim Hogeschool voor Fysiotherapie (THIM)
Fysiotherapie
Anatomie
Tous les documents sur ce sujet (47)
2
revues
Par: jeroenbaaij • 6 année de cela
Par: chrisbutter2 • 6 année de cela
Vendeur
S'abonner
judyvarkevisser
Avis reçus
Aperçu du contenu
Anatomie Thema 5
Week 1:
Condyli occipitales:
Gewrichtsvlakken aan de zijkant(en) van het foramen magum
Benaming van de ribben:
Costae verae: Ware ribben (1-7).
Costae spuriae: Valse ribben. Deze zitten indirect vast. Deze zitten vast aan
het kraakbeen van rib 7. (8-10).
Costae fluctantes: Zwevende ribben (11-12).
Het kraakbeen dat zich plaats vindt tussen de ribben heet ‘cartilago
costalis’.
De spieren tussen de ribben worden de ‘musculi
intercostalis’ genoemd.
De benaming voor de ribboog is ‘arcus costalis’.
Artt. sternocostalis: Dit zijn de gewrichten van de
costes en het sternum.
Wat is het foramen magnum?
Het foramen magnum of het achterhoofdsgat is een
opening in de menselijke schedel. Hierdoor
verlaat het ruggenmerg de schedel en loopt het in het
ruggenmergkanaal in de wervelkolom.
Sternum: Dit is het borstbeen.
Processus xiphoideus: het zwaardvormig aanhangels, Kan
breken wanneer je (bijvoorbeeld) bij iemand een
hartmassage toepast.
Het sternum bestaat uit de volgende 3 delen:
Manubrium sterni.
Corpus sterni.
Processus xiphoideus.
Welke rib komt uit tussen het corpus sterni en het manubrium
sterni?
Dit is de tweede rib. Benaming voor deze plek is het
angulus sterni.
,Welke kant zit vast aan het sternum en welke aan
de thoracale wervelkolom?
I. Rechterkant: Vast aan het sternum.
II. Linkerkant: Vast aan de thoracale
wervelkolom oftewel caput costae zit vast
aan de thoracale wervelkolom.
Zowel de caput costae als het tuberculum costae
maken een gewricht met je wervel(zie later in bestand).
Columna vertebralis: Benaming voor de wervelkolom.
Welke bewegingen kunnen er gemaakt worden in de wervelkolom?
Flexie.
Extensie.
Lateroflexie.
Rotatie.
Wervel: Vertebra.
Discus tussen de wervels wordt ‘discus intervertebralis’ genoemd.
Het kraakbeen heeft als functie dat er bewegingen mogelijk zijn.
Wat is het meest caudaal gelegen discus?
De meest caudaal gelegen discus bevindt zich tussen L5/S1.
Tussen welke wervels bevindt zich geen discus?
Tussen C1/C2 bevindt zich geen discus intervertebralis.
,Waar bevindt zich nog meer geen disci intervertebralis?
De sacrale wervels.
Wanneer lordose of kyfose en wat is het?
Lordose: Voorwaartse kromming van de wervelkolom, in het bijzonder de
kromming van de onderrug.
Cervicale- en lumbale wervelkolom.
Kyfose: Achterwaartse kromming van de wervelkolom. Hierdoor ontstaat er
een bochel.
Thoracale- en sacrale wervelkolom.
Aantal aanwezige wervels:
Cervicale wervels: 7 wervels.
Thoracale wervels: 12 wervels.
Lumbale wervels: 5 wervels.
Sacrale wervels: 5 wervels.
Os coccygis: tussen de 3-5 wervels.
Je hebt ongeveer tussen de 32-34 wervels.
(Dit is in de meeste gevallen zo. Kan ook meer of minder dan 3-5 wervels zijn).
Standaardbouw wervel:
Wervelkanaal: Kanalis vertebralis.
Een andere benaming hiervoor is het
ruggenmergkanaal. Het is een
onderdeel van de wervelkolom. Het
wordt gevormd door de ruimte die is
ingesloten door het wervellichaam en
de wervelboog. Het ruggenmerg loopt
door het ruggenmergkanaal.
Het ruggenmerg moet goed
beschermd blijven.
Het wervellichaam en de wervelboog zijn met elkaar verbonden door middel van de
wervelvoetjes(=pediculus arcus vertebrae).
De meeste cervicale wervels hebben een gevorkte processus spinosus.
Facet gewrichten: Het facetgewricht is een gewrichtsvlakje tussen de wervels, een
gewrichtje waarmee de wervels onderling verbonden zijn.
Deze zijn belangrijk voor de bewegelijkheid van de wervelkolom.
Wat zijn de opvallende kenmerken van de atlas?
Het heeft geen corpus.
Het heeft geen processus spinosus
Het gat van de ruggenmerg is vrij groot. Benaming hiervoor is het
‘foramen vertebralis’.
Heeft een foramen transversarium(=alleen bij cervicaal aanwezig).
Waarom is het gat van het ruggenmerg zo groot bij C1?
Door dat gat(=foramen vertebralis) lopen zenuwen. Op deze hoogte zijn veel
zenuwen aanwezig. Hoe meer je naar beneden gaat des de minder zenuwen.
Vandaar bij C1 een groot foramen vertebralis.
Wat zijn de gaatjes aan weerzijde?
Foramen transversarium.
Welke arteria lopen door deze ‘foramen transversarium’ en waar zorgt deze voor?
Arteria vertebralis. Deze zorgt voor de doorbloeding van de hersenen.
Wat is de juiste benaming voor de foramen vertebralis achter elkaar?
Kanali vertebralis / Kanalus vertebralis.
Axis (C2).
Wat zijn de opvallende kenmerken van de axis?
Het heeft een spitse punt naar boven. Dit is ‘de dens’.
Gevorkte processus spinosus.
Het heeft een foramen transversarium(=alleen bij cervicaal
aanwezig).
C7:
Deze wervel heeft de meest prominent aanwezige processus
spinosus. Deze noemt men ‘vertebra prominens’.
C1/C7: Geen gevorkt processus spinosus.
C2-C6: Wel een gevorkte processus spinosus.
C3-C7: Deze hebben een gevorkte processus transversus.
Processus uncinati van C3 t/m C7: Dit zijn de opstaande randjes van het corpus.
(OPZOEKEN OVER PROCESSUS UNCINATI).
Thoracale wervel.
Je ziet hier verschillende soorten aanzichten: boven-, voor- en zijaanzicht.
Hoe meer je naar beneden gaat qua wervel…
Corpus wordt steeds groter.
Foramen vertebralis wordt steeds kleiner.
Geen foramen transversarium aanwezig(=alleen cervicaal aanwezig).
Processus spinosi gaan schuin naar beneden(liggen dakpansgewijs). Daardoor kan
je dus moeilijker extensie maken.
Processus transversus zijn naar achteren gedraaid.
Fovae costalis (van de corpus) inferior en superior : Hier hecht de caput van de rib
zich aan.
In de thoracale wervelkolom kan je niet zo goed extensie maken.
Lumbale wervel.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur judyvarkevisser. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.