GRONDSLAGEN VAN HET SOCIAAL WERK
INFO EXAMEN:
Tip examen= eerst leerstof reconstrueren en dan meer uitleg geven over de actualiteit van
de vraag, artikel.
Examen zal 1 of meerdere concepten hebben die we moeten kunnen toepassen vanuit de
cursus op een concreet fragment uit de actualiteit.
Belangrijk concept: actie-onderzoek (zoals bij radicalisering)
bv: pas de verschillende kenmerken van actie-onderzoek toe op het concreet fragment op
het examen uit de actualiteit. Vb van een vraag: stel een actie-onderzoek op voor het thema
hoofddoekenverbod.
Begrip ‘faute social total’: ‘totaal sociaal fenomeen’ van Marcel Maus, is een begrip met
een aantal kenmerken.
Vb vraag: Pas de kenmerken van dit begrip toe op de actualiteit= ‘Is hoofddoekenverbod een
‘faute sociale total’+ leg uit?’
Mind shifts: denkbeveiligingsmechanisme (uit onderzoek)
kunnen maken op examen uit een tekstfragment (tekst zal een dominante vorm van
denken= kunnen uitleggen wat de dominante vorm, uitleggen wat de focus en vraagstelling
is in de tekst)
‘Grondslagen van het sociaal werk’ is een verdieping van inleiding tot sociaal werk, wat ging
over de (groot)stedelijke transities zoals demografische transitie… in de Brusselse
kanaalzone, wat een boeiende plek is voor sociaal werkers. De actoren van het sociaal werk
zijn sociaal werk professionals, vrijwilligers, vrijwillige medeburgers, academici… (er is steeds
een spanningsverhouding, complementariteit tussen de actoren)
De kenmerken van sociaal werk is dat sociaal werk zich moet kunnen positioneren tov
verschillende maatschappelijke veranderingen. Sociaal werk is een reflexieve
(terugbuigende, weerspiegelen) praktijk, ze moet zich voortdurend terugbuigen op haar
eigen fundamenten, eigen grondslagen.
De context, transities komen terug in dit vak.
,Verhaal begin april 2017:
De aanslagen van Brussel en Parijs hadden een groot impact voor de sociaal werkers en
leerkrachten in brussel, omdat het imago van SW en de stad Brussel door de aanslagen
compleet veranderd was. Leerkrachten worden het moe dat er steeds veranderingen en
crisissen gebeuren. Die crisissen buigen terug op reflectie: ‘Hoe komt me erop om anderen
op te blazen, wat brengt hen ertoe om dit te doen?’ (Hoe hebben we het niet zien
aankomen, wat doet ons sociaal werk er nog toe) We willen als sociaal werkers mensen
verbinden en komen tot een betere toekomst voor iedereen!
Belangrijk is dus om te reflecteren naar de fundamenten en grondslagen van het sociaal
werk. De aanslagen hebben dit een dringende noodzaak gemaakt.
Urgenties in Brussel die het SW dwingen om terug te buigen naar de eigen grondslagen:
Kwetsuren van de jongeren=
Bv: verlatenheid: gevoel van in de steek gelaten te worden. De trigger, oorzaak van
verlatenheid kan discriminatie zijn (door media). De jongeren worden in de steek gelaten
door falende instituties zoals scholen, beleidsmakers…
Maar wat hebben die kwetsuren van de jongeren nu te maken met SW?
Het sociaal werk dient te reflecteren, bij te sturen naar haar missie. Sociaal werkers hebben
als missie, opdracht bruggen te bouwen en vertrouwen op te bouwen met jongeren…
Met oog op wat en waarvoor dat nodig is om het vertrouwen van de jongeren terug op te
bouwen, om de stad weer te doen groeien.
Thema ‘Radicalisering’:
Bevindingen van actie-onderzoek (kennis)
’Reflectie in actie’ (know-how)
We hebben nood aan een discussie, alternatieve debat over radicalisering. Vanaf 2017 tot nu
is radicalisering een taboewoord geworden, er wordt niet over gediscussieerd. Hier is dus
een sereen debat voor nodig.
Daarom hebben academici (onderzoeker Odisee) en Brusselse jeugdwerkers van Dbroej en
uit Verviers een actie-onderzoek gedaan omtrent de alternatieve benadering van
radicalisering mogelijk te maken.
Resultaat actie-onderzoek: Het was moeilijk om een alternatief verhaal te vinden om een
sereen debat rond radicalisering te voeren, dit door het spanningsveld tussen de academici
en jeugdwerkers.
Indeling cursus radicalisering:
DEEL 1= DEEL 2=
“Hoe hebben jeugdwerkers en jongeren -Fenomenen en problemen achter radicalisering
radicalisering ervaren?” door bespreking van transities die Brussel
We kruipen in de leefwereld van die ondergaat of heeft ondergaan
(via reconstructie hoe jongeren transities
jongeren en JW en hoe zij die radicalisering
beleven…)
hebben ervaren (uit gesprekken…) met die
-Welke kwetsuren worden veroorzaakt bij de
jongeren. jongeren (oorzaak kwetsuren)
-Hoe kunnen jongeren veerkrachtig met die
kwetsuren omgaan?
, Onderzoeksproject ‘CONRAD’: a constructif analysis of radicalisation
1e uitgangsvraag project: Hoe een alternatief debat over radicalisering voeren?
Waar kan zo een debat plaatsgevonden worden?
1) Via een academisch debat: De academicus maakt een overzicht (state of the art) uit
onderzoek via hun desktop, ze blijven zitten achter hun computer. Desktoponderzoek door
academici en overheid
2) Via een mediadebat: Mediadebat wordt gevoerd via framing-analyse (=bepaalde
onderwerpen worden op een bepaalde manier gekaderd. Ze zoeken naar andere manieren
in de media om naar radicalisering te kijken)
3+4) Op werkterreinen-wijken (professionals gaan hier dagelijks aan de slag)
Brusselse Verviers-Hodimont (wijk Leefwereldonderzoek
door vrijwilligers
kanaalzone met superdiverse
bevolking)
Op terrein debatten voeren: hier heb je onderzoek en benadering voor nodig, je hebt geen
expertise nodig om die debatten te kunnen voeren, maar je moet je wel kunnen inleven in
de leefwereld van die mensen die daar in die wijken wonen. Dan lukt het voeren van een
debat over radicalisering in de wijken wel. Dit zijn vaak vrijwilligers die dit doen, zij zitten niet
achter hun computer, maar gaan naar de wijken zelf. Dit is een participatief actie-onderzoek
MET jongeren, ouders, bewoners, MET partners en betrokkenen uit de wijken op terrein. Zij
zijn zo mede-onderzoekers. Er is onderlinge communicatie nodig om tot oplossingen te
komen tussen de onderzoekers en mede-onderzoekers. Actie-onderzoek wijst op op zoek
gaan naar oplossingen (interventies), maar ook ze uitproberen en zo te streven naar sociale
verandering.
SAMENWERKING TUSSEN 1-2 en 3-4:
Verliep heel moeilijk, met veel conflicten en met uitdagingen, omdat ze elk een ander
onderzoek hebben gevoerd, de 1 achter hun computer, de andere in de wijken zelf.
Er was dus een spanningsveld tussen professionals (overheid en academici) en vrijwilligers.
Het was een proces van vallen en opstaan.