Wat is psychologie? .............................................................................................................................................. 2
Doelstelling ....................................................................................................................................................... 3
Benamingen ..................................................................................................................................................... 3
Wetenschappelijke (psychologische) kennis en dagelijke, intuïtieve (psychologische)kennis: ............................ 4
Inleiding ............................................................................................................................................................ 4
De parallelen tussen intuïtieve kennis en wetenschap.................................................................................... 4
De verschillen tussen intuïtieve kennis en wetenschap .................................................................................. 5
Het soort vaststellingen waarop men zich baseert: .................................................................................... 5
Subjectieve versus objectieve vaststellingen .......................................................................................... 5
Toevallige versus systematische observaties .......................................................................................... 5
Ongecontroleerde versus gecontroleerde situaties ................................................................................ 6
Het zoeken naar samenhangen tussen de verschijnselen ........................................................................... 6
Methodisch zoeken naar samenhangen.................................................................................................. 6
Inkaderen in een bredere theorie of model ............................................................................................ 6
Empirische toetsing: ................................................................................................................................ 6
De compementairiteit tussen intuïtieve psychologie en wetenschap............................................................. 7
De methodes van de wetenschappelijke psychologie: ......................................................................................... 8
Stappen binnen wetenschappelijk onderzoek ................................................................................................. 9
Stap 1: Observatietechnieken: het registreren van de variabelen ................................................................ 10
Stap 2: Onderzoeksmethoden: het zoeken naar samenhangen tussen de variabelen ................................. 11
De experimentele methode: ...................................................................................................................... 11
De differentiële of correlationele methode: ......................................................................................... 11
Beschrijvend onderzoek: ....................................................................................................................... 13
Ontstaan en overzicht van de psychologie ......................................................................................................... 14
Ontstaan van de psychologie als wetenschap ............................................................................................... 14
Paradigma’s binnen de psychologie:.............................................................................................................. 15
Historische scholen .................................................................................................................................... 15
Welk paradigma is het juiste? .................................................................................................................... 16
Hoofdstuk 2: Gedrag als onderwerp van psychologie .......................................................................................... 17
Definitie van gedrag ........................................................................................................................................... 17
Aangeboren gedrag versus aangeleerd gedrag ................................................................................................. 17
Het biopsychosociaal model ............................................................................................................................... 20
Inleiding .......................................................................................................................................................... 20
Het model ....................................................................................................................................................... 21
Het biologische aspect ............................................................................................................................... 21
Het psychische aspect ................................................................................................................................ 22
1
,2020-2021 Algemene psychologie
Het sociale aspect ...................................................................................................................................... 22
Voorbeeld:.................................................................................................................................................. 23
Biologische basis van gedrag.............................................................................................................................. 23
De werking van de hersenen .......................................................................................................................... 24
We zijn ons brein........................................................................................................................................ 24
Het zenuwstelsel ........................................................................................................................................ 24
Bouwstenen: het neuron als basiselement ........................................................................................... 24
Synaptische activiteit ............................................................................................................................. 25
De hersenen ............................................................................................................................................... 29
Hersenstam ............................................................................................................................................ 31
Cerebellum (kleine hersenen)................................................................................................................ 31
Diencephalon (tussenhersenen) ............................................................................................................ 32
Telencephalon (eindhersenen) .............................................................................................................. 32
Hoofdstuk 1: Psychologie als wetenschap:
Psychologie gaat over alles wat mensen doen, voelen en denken. Het is een samenwerking met
sociologie, antropologie, psychiatrie,…. Daarom is psychologie een samengestelde wetenschap. Ze
proberen mensen met psychische aandoeningen zo te begeleiden/behandelen dat ze een
kwaliteitsvol leven kunnen leiden. Psychologen helpen echter ook om wat reeds goed gaat, te
optimaliseren.
Niet iedereen is overtuigd dat de essentie van de menselijke geest op een wetenschappelijke manier
bestudeerd kan worden.
è Volgens Thomas Kuhn: Prewetenschappelijke stadium, want het heeft nog geen
overkoepelend paradigma. Psychologen hebben steeds meer impact op de maatschappij
hebben, hangt er ook nog een negatieve sluier over psychologie.
Verschillende redenen voor: De populariteit als pseudowetenschap, stereotpering uit films,
tegenspraak,… De psychologie mag gerust minder mysterieus worden en het stereotype
(negatieve) beeld mag van mij veranderen.
Psychè = ziel, levensadem.
Logos = woord - wetenschap
1+2 = zielkunde
Psychologie = Is een wetenschappelijke benadering van het menselijk gedrag en de verschillende factoren
die het gedrag van mensen bepalen.
è 3 elementen:
- Psychologie is een wetenschappelijke benadering: Men verzamelt kennis over het gedrag
van mensen via wetenschappelijke methoden en kan daardoor een zekere kwaliteit
garanderen.
- Psychologie gaat over gedrag: gedrag = de wijze waarop mensen reageren op allerlei
prikkels.
2
,2020-2021 Algemene psychologie
-
Psychologie gaat over de verschillende factoren die het gedrag van mensen bepalen:
allerlei factoren die het gedrag bepalen in hun onderlinge verhouding. We
onderscheiden gedragsdeterminanten of persoonsgebonden factoren en externe
gedragsdeterminanten of omgevingsgebonden factoren.
Wetenschappelijke psychologie:
- Ironische wetenschap
- Geldigheid, juistheid en toepasbaarheid van psychologische theorieën staan (nog steeds)
ter discussie
D O EL ST EL L I N G :
2. WAT IS PSYCHOLOGIE?
2.2. Doelstellingen van psychologie
Doel Omschrijving Vragen
Beschrijven Nauwkeurig beschrijven hoe mensen denken, voelen en Wat gebeurt er?
handelen in situaties Wanneer gebeurt het?
Zoveel mogelijk feiten objectief en nauwkeurig beschrijven. Hoe vaak gebeurt het?
THEORIE
Hoe gebeurt het?
Verklaren Verduidelijken waarom mensen zo denken, voelen en handelen Waarom gebeurt het?
in die situaties.
Verklaringen en oorzaken zoeken.
Voorspellen Op voorhand voorspellen hoe mensen denken, voelen en Wat zal er gebeuren?
handelen in situaties
PRAKTIJK
Beïnvloeden Beïnvloeden hoe mensen zullen denken, voelen en handelen Hoe kunnen we
door oorzaken te manipuleren beïnvloeden wat er zal
gebeuren?
12 Titel van de presentatie
B ENAMING EN :
3
, 2020-2021 Algemene psychologie
Volgende specialisten uit elkaar houden:
- De klinisch psycholoog: werkveld -> geestelijke volksgezondheid, schrijft geen medicijnen
voor en besluit hij niet tot lichamelijke ingrepen zoals chriurgie. 5 jarige universitaire
studie, GGZ, kan gedrag van mensen interpreteren, op de hoogte van diagnose en
therapie voor allerlei psychische stoornissen, kan behandeling toepassen, geen medicus
- De psychiatrie: gespecialiseerde arts -> zoekt naar organische oorzaken voor de
psychische disfunctie. Mag medicijnen voorschrijven en besluiten tot bv. Chirugie.
Advies, diagnostiek,behandeling
- De (psycho)therapeut: geen aparte gezondheidszorgberoep maar de uitoefening van
psychotherapie. (vaak) agogisch basisdiploma, bijkomende opleidingin hanteren van
bepaalde psychotherapie (genezen van de ziel): via praktische ervaringsgerichte opleding
worden psychotherapeuten opgeleiden voor het behandeln van psychologische klachten.
- De coaches: burn-outcoaches, levenscoach. Wildgroei, velen eerder psychotherapie,
maar vallen nu uit de boot, advies om diploma van coach goed te controleren: “we
berichten in EOS eerder over het feit dat de Vlaamse overheid bedenkelijke opleidingen
subsidieert door via de KMO-portefeuille of opleidingscheques het inschrijvingsgeld deel
terug te betalen. Dat is nog steeds zo, experts uiten hun ongenoegen over de wildgroei
aan coaches en consulenten
I NLEIDING :
Iedereen bezit praktische mensenkennis. We weten hoe mensen meestal reageren in diverse
situaties en kunnen die kennis gebruiken om zowel ons privéleven als ons sociaal leven vlot te laten
verlopen. Alle inzichten halen we uit ervaringen die we in de loop van ons leven zelf hebben
verworven. Via cultuur van generatie op generatie doorgegeven. Bijvoorbeeld: ouders waarschuwen
kinderen dat ze niet mogen meegaan met vreemde mensen,…
Zowel dagelijkse kennis als wetenschappelijke psychologie hebben hun warde en tekortkomingen. Er
zijn fundamentele verschillen tussen observaties of data waarop wij onze dagelijkse kennis baseren
en diegene die in wetensch(pelijke psychologie) gebruikt worden. Er zijn ook gelijkenissen tussen
deze 2 soorten data. Psychologen vallen steeds terug op dezelfde types proefpersonen
Bijvoorbeeld: Naar klassieke muziek luisteren maakt je slimmer, boosheid uiten is gezond, in het
donker lezen beschadigt je ogen,…
DE PARALLELEN TUSSEN INTUÏTIEVE KENNIS EN WETENSCHAP :
è Doelstelling: waarom doen mensen wat ze (niet) doen:
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur OrthoStudent21. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.