Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Praktisch Personenbelasting €3,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Praktisch Personenbelasting

 25 vues  1 achat

Belangrijkste informatie uit het boek, notities uit de lessen en formules stap voor stap uitgeschreven.

Aperçu 10 sur 24  pages

  • 2 novembre 2022
  • 24
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
dominikaleniart
Inhoud
Praktisch Personenbelasting ................................................................................................................... 2
Kenmerken personenbelasting ........................................................................................................... 2
Systematiek personenbelastingen ...................................................................................................... 2
Fiscale procedure ............................................................................................................................ 2
Vak II: persoonlijke gegevens en gezinslasten p.53 ............................................................................ 5
Berekeningen .......................................................................................................................................... 6
Jobstudent (1)...................................................................................................................................... 6
Gezin(2) ............................................................................................................................................... 6
Vak III: Onroerende inkomsten ............................................................................................................... 7
Bekijken welke situatie van toepassing is: .......................................................................................... 8
Verhuurd aan beroepsgebruiker: (3)................................................................................................... 8
Vak IV: Bezoldigingen van werknemers ................................................................................................ 10
Vrijgestelde bestanddelen................................................................................................................. 11
Belastbaar .......................................................................................................................................... 12
Berekening: (4) .................................................................................................................................. 14
Werkelijke beroepskosten................................................................................................................. 15
Berekening aftrekbare bedrag: (5) .................................................................................................... 15
Berekening: (6) .................................................................................................................................. 16
Berekening (7) ................................................................................................................................... 18
Vak VII: Roerende inkomsten ( art. 17-22 W.I.B.92 ) ............................................................................ 19
Bezoldigingen van bedrijfsleiders XVI ................................................................................................... 21
Berekening huurkwalificatie: (8) ....................................................................................................... 21
Baten en winsten ................................................................................................................................... 22
Beroepsverliezen ............................................................................................................................... 22
Berekening (9) ................................................................................................................................... 23
Berekening (10) ................................................................................................................................. 23
Berekening (11) ................................................................................................................................. 23




1
Enkel rekening houden met inkomstenjaar 2020 of aanslagjaar 2021

,Praktisch Personenbelasting

Kenmerken personenbelasting
De personenbelasting :
1. is een synthetische belasting
2. heeft een subjectief karakter: Houdt rekening met de gezinstoestand
3. heeft een progressief karakter: Wanneer je minder inkomsten hebt wordt het tarief
aangepast naarmate uw inkomsten. (tarieven op p.45)
4. is een globale belasting: Wanneer je aan de Belgische personen belasting plichtige bent
kunnen al uw inkomsten hieraan onderworpen worden. Buiten degene die uitgesloten zijn
door dubbel belasting tarieven.
5. moreel neutraal
6. wordt gedomineerd door het eenjarigheidsbeginsel
7. wordt gedomineerd door het vestigingscriterium
8. wordt gedomineerd door het universaliteitsbeginsel

Systematiek personenbelastingen
• Belastbaar tijdperk (periode waarop de belasting wordt berekend)
• Aanslagjaar ( jaar waarin de belasting wordt aangegeven)
• Aangifte
• Controle van de aangifte
• Aanslagtermijnen
• Aanslag
• Eventuele betwisting van de aanslag
• Betaling en invordering

Fiscale procedure
• Aangifteverplichtingen (wat?) tenzij vereenvoudigde aangifte wordt voorgesteld.
• Gegevens die de administratie toelaten de belastingwetten te kunnen
toepassen
• Sancties voor
• Niet-aangifte
• Laattijdige aangifte
• Onvolledige aangifte
• Onjuiste aangifte

- Vermoeden van juistheid (artikel 339 WIB)
Wanneer de aangifte tijdig wordt ingediend telt het vermoeden van juistheid. Fiscus kan niet
afwijken van de aangifte tenzij hij de fout kan bewijzen.

• Niet-aangifte, laattijdige of onjuiste aangifte (sancties p51)
• Administratieve geldboete 50 tot 1.250 EUR (art. 445 WIB)
• Belastingverhoging van 10% tot 200% (art. 444 WIB)
• Strafrechtelijke sanctionering: gevangenisstraf van 8 dagen tot 2 jaar
en/of geldboete van 250 tot 500.000 EUR
• Langere aanslagtermijn: gedurende 3 jaar vanaf 1 januari van het
aanslagjaar (vb. beroepskosten)

2
Enkel rekening houden met inkomstenjaar 2020 of aanslagjaar 2021

, • Aanslagtermijn kan verlengd worden tot 7 jaar wanneer er tekens
zijn van fraude. (tekenen en indiciën van fraude)

Fiscus beschikt over een periode voor aanslag te vestigen , 30 juni in het jaar volgend op het
aanslagjaar. Dus voor de inkomsten 2021, aanslagjaar 2022, aanslag termijn tot 30 juni 2023. Aanslag
moet voor die dag gevestigd worden anders verliest de fiscus zijn recht om aanslag te vestigen.


• de fiscale vermoedens in de inkomstenbelastingen
• uitwendige tekenen en indiciën ( art. 341 WIB92)
• vergelijking met soortgelijke belastingplichtigen ( art. 342 WIB92 )
• anti-misbruikbepaling ( art. 344 WIB92 )
• handelingen met belastingparadijzen ( art. 344 WIB92 )

• de fiscale controle
• geheel van onderzoeksmachten die de fiscus kan aanwenden om fiscale
bewijsmiddelen te verzamelen
• fiscale controlebevoegdheden in de Inkomstenbelastingen
• ten aanzien van de BP
• vraag om inlichtingen ( art. 315 WIB92 )
• boekenonderzoek ( art. 316 WIB92 )
• fiscale visitatie ( art. 319 WIB92 )
• ten aanzien van derden
• derden uit de privé-sector (banken, werkgever zelf)
• inlichtingen mbt tot welbepaalde personen ( art. 322 WIB92 )
• inlichtingen mbt tot niet nader genoemde personen ( art. 323 WIB92
)
• derden uit de openbare sector
• inlichtingen en attesten ( art. 327 WIB92 )

• Inkomstenbelastingen
• de formalisering van de belastingschuld is noodzakelijk voor de ‘eisbaarheid’ van de
belasting
• ‘roerende voorheffing en bedrijfsvoorheffing’
• formaliseren = de uitvoerbaarheid van het kohier verklaren
• pas na uitvoerbaarverklaring is belastingschuld ‘eisbaar’ en kan zij worden
‘ingevorderd’

Inkohieren – belastingsaangifte opnemen en vervolgens de afrekening sturen
De inkohier datum moet binnen de termijn vallen.

Op een belastingsaangifte staat een datum van inkohiering en datum van verzending.
-> opgenomen in het belastingsschuld.




3
Enkel rekening houden met inkomstenjaar 2020 of aanslagjaar 2021

, • uitvoerbaarverklaring moet binnen wettelijke ‘aanslagtermijnen’
• aanslagtermijnen zijn ‘vervaltermijnen’
• bij verstrijken aanslagtermijnen is fiscus vervallen van het recht belastingen te heffen
• aanslagtermijnen in de inkomstenbelastingen:
• gewone aanslagtermijn ( 353 WIB92 )
• buitengewone aanslagtermijnen ( 354 WIB92 )
• bijzondere aanslagtermijnen ( 355 en 356 WIB92 )
• uitzonderlijke aanslagtermijnen ( 358 WIB92)

Als je niet akkoord gaat met je belastingaangifte. Bezwaar tegen uw belastingaangifte.
1. de administratieve fase
• Inkomstenbelastingen (art. 366- 376bis WIB92)
• bezwaar bij de adviseur generaal
• BP + echtgeno(o)t(e)
• 6 maanden vanaf derde werkdag volgend op de kennisgeving aanslag
of inning belasting (verzendingsdatum) (verzendingsdatum + 3 dagen
en dan begint u termijn te lopen.
• Verzoek tot herziening bij de adviseur generaal
• Binnen de maand na de beslissing
• Ambtshalve ontheffing bij de adviseur generaal
• Door Belastingplichtige + echtgeno(o)t(e)
• 5 jaar vanaf 1/1 van het jaar van vestiging van de aanslag
• mogelijk bij overbelasting ingevolge :
• materiële vergissingen, dubbele belasting, nieuwe stukken of
feiten
• te veel betaalde voorheffingen en voorafbetalingen
• vergeten belastingverminderingen
2. de gerechtelijke fase
• Uniforme procedure voor alle belastingen
• procedure zowel voor federale, regionale als lokale belastingen
• REA exclusief bevoegd voor ‘geschillen betreffende de toepassing van de
belastingwet’

Belastbare inkomen
• In de personenbelasting onderscheiden we 4 soorten belastbare inkomsten:
• onroerend inkomen ( art. 7-16 W.I.B.92) (huur)
• roerend inkomen ( art. 17-22 W.I.B.92 ) ( interesten)
• beroepsinkomen ( art. 23-89 W.I.B.92 ) (werk)
• divers inkomen ( art. 90-103 W.I.B.92 ) (verkopen van een grond)




4
Enkel rekening houden met inkomstenjaar 2020 of aanslagjaar 2021

,Vak II: persoonlijke gegevens en gezinslasten p.53
Volgorde voor verhoging van de belastingvrije som van een belastingplichtige

1. Basis belastingvrije som 8 990 euro
2. Heeft de belastingplichtige zelf een zware handicap? (+1630 euro)
3. Verhoging voor kinderen ten laste: * een gehandicapt kind telt voor 2
Aantal kinderen Aanslagjaar 2021
1 1630 euro
2 4210 euro
3 9430 euro
4 15250 euro
+4 15250 + 5820 euro
per bijkomend kind
Voorwaarden:
• Deel uitmaken van het gezin op 1 januari aanslagjaar
• Bijzondere situaties
• Geen netto bestaansmiddelen die een bepaald bedrag overschrijden
• 3.380(gezin) /4.880 (alleenstaande) /6.200 EUR ( alleenstaande met zware
gehandicapten)
• Uitsluitingen p.61 handboek – altijd eerst kijken of er uitsluit
• Kostenaftrek (20% of minimum 470 voor bezoldiging)
• Geen bezoldigingen ontvangen die voor belastingplichtige beroepskosten zijn
• Geen bezoldiging voor bedrijfsleiders als student-zelfstandige

4. Verhoging voor kinderen jonger dan 3 jaar voor wie geen kinderoppaskosten worden
ingebracht (+610 euro per kind) * een gehandicapt kind telt voor 2
a. (niet combineerbaar met vermindering voor kinderopvang)
5. Verhoging voor bejaarden (ouder dan 65j) (+3.270 euro)
a. Voorwaarden opdat bejaarde kan worden beschouwd ten laste
i. Nettobestaansmiddelen niet hoger dan 3.380 EUR
Vrijstelling 27230 euro, kostenaftrek 20%
ii. Bestaansmiddelen die niet in aanmerking worden genomen
6. Anderen personen ten laste (+1630 euro per persoon)
a. Drempel 3.380 EUR
7. Verhoging van alleenstaande met kinderlast (+1630 euro)
8. Verhoging voor werkelijk alleenstaande met kinderlast en laag inkomen. p72 onderaan breuk
toepassen. ZELF BEREKENEN
a. Belastbaar inkomen niet hoger dan 20.090 EUR, minstens 3.380 EUR aan inkomsten
9. Gehuwden en wettelijk samenwonenden
a. Toerekening toeslag 1.630 op belastingvrije som indien nettobestaansmiddelen <
3.380 EUR
Huwelijksquociënt kan niet worden toegepast in het jaar van het huwelijk.


TIP: indien er een casus komt over gezinslasten
Wordt de drempel van de netto bestaansmiddelen niet overschreden
TIP: indien een gehandicapte in de casus, komt altijd in aanmerking en moet je niet kijken naar de
uitzonderingen.

P61. Bepaalde bedragen moeten niet in aanmerking genomen worden (zijn uitgesloten)
5
Enkel rekening houden met inkomstenjaar 2020 of aanslagjaar 2021

,Tarieven aanslagjaar 2021 (art. 130 WIB 1992)
Inkomstenschijf van de Tarief Belasting op schijf
belastingvrije som
0 13440 25% 3360 euro
13440 23720 40% 4112 euro
23720 41060 45% 7803 euro
41060 - 50% Totaal hierboven = 15275
+ 50% ( x – 41060)




Berekeningen

Jobstudent (1)

VB. Jobstudent verdient X euro. => X euro – 2820 euro = Y (brutobestaansmiddelen) – 20% of 470
euro minimum (kostenaftrek) = nettobestaansmiddelen die in aanmerking kunnen worden genomen.
+ Bijtellen van andere eventuele verkregen gelden.

Stap 1, berekenen van brutobestaansmiddelen:
1. Inkomsten – belastingsvrije som (2820 euro)
2. Volledig jaar onderworpen aan de belasting? Anders x het aantal maanden / 12
= Bruto bedrag
Stap 2, berekenen van nettobestaansmiddelen:
3. Bruto bedrag - kosten (20% of minimum of 470 minimum wanneer het gaat over
studentenbezoldoging) als de 20% lager ligt dan 470 euro dan pak je de 470 euro, als het
hoger ligt dan 470 euro dan pak je 20%.
= Netto bedrag
Stap 3, berekenen/vergelijken met Maximum toegelaten nettobestaansmiddelen (MTN):
4. Max bedrag (3.380(gezin) /4.880 (alleenstaande) /6.200 EUR ( alleenstaande met zware
gehandicapten))
5. Volledig jaar onderworpen aan de belasting? Anders x het aantal maanden / 12
= Maximum toegelaten nettobestaansmiddelen


Gezin(2)

VB. Vader, moeder, 1 zoon met uitkering en loon, 1 zoon jobstudent en 1 dochter met handicap.

Stap 1, bekijken met welke bedragen rekening moet worden gehouden.
1ste zoon volledig + geen vrijstelling:
Uitkering + verdiend bedrag – 20% kosten of min 470 euro = bedrag > dan MTN dan niet ten l
aste of < dan MTN dan wel ten laste

2de zoon (berekening hierboven jobstudent)

Dochter werkt in een beschutte werkplaats en ontvangt een integratietegemoetkoming= volledig
vrijgesteld zie p61 = ten laste
6
Enkel rekening houden met inkomstenjaar 2020 of aanslagjaar 2021

,Stap 2, bekijken hoeveel kinderen ten laste en welke vrijstelling hieraan gekoppeld is.

Stap 3, Belastingvrije som van gezin: meneer en mevrouw
+ basisbedrag: 8 990,00 (code 1002-65) + basisbedrag: 8 990,00 (code 1002-65)
3 kinderen ten laste (1 + 1 gehandicapt) = + 9 430,00
Voor de hoogste verdiener: 8990 + 9430
Voor de 2de persoon: 8990


Vak III: Onroerende inkomsten

• Wat is het verschil tussen belastbaarheid in het onroerend inkomen(personenbelasting) en
onroerende voorheffing?
onroerende voorheffing: belasting op het onroerend goed berekend op KI
-> gewest , gemeenten en provincies
onroerend inkomen: inkomen uit een onroerend goed
-> Federale overheid

• Wat is het KI (Kadastraal Inkomen) en waarvoor wordt dit gebruikt?
Het kadastraal inkomen (KI) vormt de basis voor de inning van de onroerende voorheffing en
voor de bepaling van het onroerende inkomen dat in de personenbelasting belast wordt.

Het KI is geen echt inkomen, maar een fictief inkomen dat overeenstemt met het gemiddelde
jaarlijkse netto-inkomen dat het onroerend goed zijn eigenaar zou opbrengen, dat wil zeggen
de gemiddelde jaarlijkse normale nettohuurwaarde van het onroerend goed op het
referentietijdstip. Tot op vandaag is dat referentietijdstip 1 januari 1975.

• Hoe wordt het KI verdeeld volgens het huwelijksvermogensrecht? Normaal gezien 50-50
• Wat zijn de gevolgen van de kwalificatie van een onroerend goed als “eigen woning”?
Het moet niet worden aangegeven en men zal niets verschuldigd zijn binnen de
personenbelasting. Onroerende voorheffing nog wel.




6+




7
Enkel rekening houden met inkomstenjaar 2020 of aanslagjaar 2021

,Bekijken welke situatie van toepassing is:

1. Is er spraken van een eigen woning -> geen aangifte/ geen belastbaar inkomen
1.1 Eventueel proportioneel verdelen(herbestemming/verkoop) bv. de helft van het jaar
verhuurd, de helft van het jaar zelf bewoond. Dagen gedeeld door 365/366 dagen. p99

2. Onroerend goed beroepsmatig gebruikt door de belastingplichtige: code 1105/2105
-> geen belastbaar onroerend inkomen berekenen. (Eigenaar gebruikt het voor beroep)
Niet belastbaar, wordt geacht in de verloning inbegrepen te zijn(belast te zijn) p104
-> het percentueel gedeelte dat wordt gebruikt voor beroep wel opnemen in codes maar
word niet belast.

3. Niet verhuurd (2de verblijf)/verhuurd privé gebruiker 1106/2106: NGKI (niet geïndexeerd
kadastraal inkomen) x index 1.8492 = … (afronden!) x 1.40
= belastbaar onroerend inkomen op jaarbasis -> dit is het bedrag waar je belast op zal
worden niet voor het volledig verhuurd bedrag (huurgelden). Code 1106 = NGKI

4. Verhuurd aan beroepsgebruiker: 1109/2109 + 1110/2110
Brutohuur – kosten 40%, met een maximumbedrag van KI x 2/3 x revalorisatiecoëfficiënt
(4.60 voor 2021 en 4.63 voor 2022) –> enkel hier rekening houden met huurprijs
Minstens: NGKI (niet geïndexeerd kadastraal inkomen) x index 1.8492 = … (afronden) x 1.40

Verhuurd aan beroepsgebruiker: (3)
Gegeven huurbedrag en Gegeven NGKI
Bij een gehuwd koppel = 50% van NGKI en 50% van het huurbedrag per persoon
Bij feitelijk samenwonend percentueel aandeel van eigendom
Stap 1, berekenen van brutohuur:
Brutohuur = maandbedrag x 12 = jaarbedrag
Stap 2, 40% van brutohuur berekenen:
40% van jaarbedrag = mogelijke kost
Stap 3, kijken of de kosten het maximum toegelaten kosten bedrag niet overschrijden:
KI x 2/3 x revalorisatiecoëfficiënt 4.60 = maximumbedrag dat je kan aftrekken
Stap 4, bekijken of het maximumbedrag hoger of lager is:
Mogelijke kost > maximumbedrag => maximum bedrag nemen
Mogelijke kost < maximumbedrag => mogelijke kost nemen
Stap 5, verrekenen:
Jaarbedrag – kost (mogelijke kost of maximumbedrag) = nettobedrag,
= mogelijk belastbaar onroerend inkomen
Stap 6: minimum netto bedrag berekenen:
NGKI (niet geïndexeerd kadastraal inkomen) x index 1.8492 = … (afronden) x 1.40
= Minimum netto bedrag (minimum belastbaar onroerend inkomen)
Stap 7, mogelijk belastbaar onroerend inkomen vergelijken met minimum netto bedrag
Het hoogste bedrag is het belastbaar onroerend inkomen
(moet niet worden ingevuld in het aangifteformulier is voor ons om te weten op welk bedrag je
belast wordt)
(stap 6 en 7) Dit om te voorkomen dat het verhuur aan een beroepsgebruiker lager ligt dan het
verhuur aan een privé gebruiker.
1109– NGKI en 1110 – bruto huur (jaarbasis)

8
Enkel rekening houden met inkomstenjaar 2020 of aanslagjaar 2021

, 5. Gemeubelde verhuur van een onroerend goed
a. Opsplitsing volgens huurcontract OF 60% Onroerend, 40% roerend
= standaard verdeling, kan contractueel van afgeweken worden

6. Gronden, materieel en outillage die niet verhuurd worden of verhuurd worden aan een
privégebruiker p109 (code 1107)
NGKI x 1.8492 = …. (afronden)
7. Gronden die verhuurd worden aan een beroepsgebruiker p 113
Belastbaar: brutohuur- kosten (minimum geïndexeerd KI)
De kosten worden forfaitair geraamd op 10%

8. Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding
Belastbaar: de werkelijk ontvangen vergoeding met als minimum de waarde van het
recht dat de ontvanger van de registratierechten in aanmerking heeft genomen
Eigenaar is niet langer belastbaar op KI
9. Onroerende inkomsten van onroerende goederen in het buitenland
o Brutohuur (indien verhuurd) of brutohuurwaarde (indien niet verhuurd) of erfpacht-
opstalvergoeding aangeven
o Kostenforfait:
▪ 40% voor gebouwde onroerende goederen, materieel & outillage
▪ 10% voor gronden
o Onroerend goed in een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft
afgesloten → Wordt samen met andere Belgische inkomsten belast, maar op
evenredige belasting op het buitenlands goed → 50% vrijstelling
o Onroerend goed in een land waarmee België geen dubbelbelastingverdrag heeft
afgesloten:
▪ Brutohuur/brutowaarde – buitenlandse belasting = verschil – 40% of 10%
kostenforfait = nettobedrag
➔ Deze berekening geldt ook voor onroerend goed in landen
waarmee België wel een OVK ter voorkoming van dubbele
belasting heeft gesloten
• KI voor gebouwde onroerende goederen, gelegen in het buitenland: actuele normale
verkoopwaarde/correctiefactor x 5,3% → Tabel correctiefactor = p. 122-123




9
Enkel rekening houden met inkomstenjaar 2020 of aanslagjaar 2021

, Vak IV: Bezoldigingen van werknemers

Soorten beroepsinkomsten:

1. bepalen van het bruto-beroepsinkomen
• Winsten (handelsactiviteiten)
• Baten (intellectuele activiteiten)
• winsten en baten uit een vroegere activiteit
• bezoldigingen
• pensioenen
2. vrijgestelde beroepsinkomsten
3. aftrekmogelijkheden

Bezoldigingen: p131
• inkomsten van werknemers en bedrijfsleiders
• werknemers : band van ondergeschiktheid
• bedrijfsleiders : leidinggevende functie in vennootschap
• het begrip ‘bezoldigingen’ omvat :
• inkomsten van de activiteit als werknemer of bedrijfsleider
• wedden, lonen, premies, commissielonen, etc.
• voordelen van alle aard (onroerend goed kosteloos ter beschikking stellen)
• vergoedingen bij stopzetting arbeid (opzeggingsvergoeding)
• vroeger verworven bezoldigingen
• voor bedrijfsleider : herkwalificatie huurinkomen
• vervangingsinkomsten
• inkomen uit tijdelijke derving van bezoldigingen
• belastbaar op datum betaling (overhandigd) of toekenning (op de rekening)




10
Enkel rekening houden met inkomstenjaar 2020 of aanslagjaar 2021

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dominikaleniart. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73243 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter