Taaltoets pabo haal je zo: Alle regels van spelling, grammatica zinsdelen + woord benoemen, interpunctie en schriftelijk formuleren. Samenvattingen Eigen Vaardigheid Nederlands Hogeschool van Amsterdam, HvA.
1. Samenstellingen: aan elkaar of los?
2. Regels tussen -s en tussen – n
3. Regels meervoudsvorming
4. Hoofdlettergebruik
Samenstellingen: aan elkaar of los?
- In het Nederlands schrijf je samenstellingen aan elkaar
- Alleen bij klinkerbotsing gebruik je een streepje tussen, ( corona-uitbraak)
Tussenklank -s
- Je schrijft de tussenklank -s in samenstellingen waarin je die hoort, ( stationsplein )
- Als je een woord hebt als station, weet je dat bij stationsstraat een dubbele -s staat, omdat je
bij andere samenstellingen met station erin, ook een extra -s toevoegt. (dorpsstraat,
timmermanszaak)
Tussenklanken: Wanneer -EN?
Hoofdregel = Je schrijft -EN als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is
dat alleen een meervoud op -en heeft. (Boekenkast, fietsenhok )
In 4 gevallen schrijf je geen -EN:
1. Als het linkerdeel geen zelfstandig naamwoord is, maar een bijvoeg.nw of werkwoord., (
knarsetanden)
2. Als het meervoud van het linkerdeel eindigt op een –(e)s, (rijstepap)
3. Als het linkerdeel zowel meervoudsvormen heeft -en & -es, (weidevogel, methodetoets)
4. Bij versteende samenstellingen, waarbij het woord bijv. een figuurlijke betekenis heeft.
(ruggespraak)
Meervoudsvorming
Basisregel = Het meervoud van een zelfstandig naamwoord vorm je door er de meervoudsuitgangen
-s, ‘s, -en of -n achter te schrijven.
- De -s schrijf je eraan vast als dat geen probleem voor de uitspraak vormt.
- Bij woorden die eindigen op a, i, o of u schrijf je ’s
- Als het woord eindigt op -y schrijf je ‘s
- Je schrijft ’s bij afkortingen van letters of combinaties met cijfers, (cd’s)
Woorden die eindigen op -ik:
- Je schrijft 2 k’s als de klemtoon WEL op – ik valt, bijvoorbeeld snikken, blikken
- Je schrijft 1 k als de klemtoon Niet op – ik valt, bijvoorbeeld monniken en viezeriken
Meervouden eindigen op -ie en -ee
- Je schrijft -ën erbij dus een extra -e, als de klemtoon WEL op de -ie of -ee valt, Bijv. genie->
genieën of fee->feeën
- Je schrijft alleen -n erachter, met een trema op de -e van het woord zelf als de klemtoon NIET
op de -ie of -ee valt, bijvoorbeeld porie->poriën, olie>-oliën
, Woorden met een hoofdletter
- Namen van landen, steden, provincies en de mensen die erin wonen
- Geografische namen en afleidingen, bijv. de Rijn
- Eigennamen, bijv. Nike, GroenLinks
- Namen van straten, pleinen ne wijken, bijv. Geuzenveld
- Feestdagen, bijv. Kerstmis, Pasen, maar de niet-officiële/afleidingen niet, zoals tweede
pinksterdag & eerste kerstdag
- Historische gebeurtenissen die op zichzelf staan bijv. Tweede Wereldoorlog, maar een
wereldoorlog
- Personen en zaken die we als heilig beschouwen en wat ernaar verwijst, bijv. GOD, Allah,
maar islam.
- Bepaalde instellingen, de Kerk.
Geen hoofdletters
- Namen en aanhangers van religies, bijv. islam, jood, christendom
- Titels en aanspreekvormen bij personen, bij. Mevrouw De Schutter, minister Leer
- Namen van tijdperken, bijv. de middeleeuwen, de prehistorie
- Alle onderwijstypen krijgen geen kleine letters, bijv. hbo, gymnasium
- Alle benamingen van typen/stromingen scholen en onderwijs krijgen geen kleine letter.
Hoorcollege 2
Oefenen met werkwoordspelling:
1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd/ voltooid deelwoord
3. Werkwoorden als bijvoeglijk naamwoord
4. Gebiedende wijs
5. Engelse werkwoorden
Tegenwoordige tijd
- Zoek de persoonsvorm (doe-woord)
- Kijk naar het onderwerp (wie/wat
- Vervoegen:
ik -> stam
je/jij achter de pv -> stam
een ander -> stam + t
meervoud - > hele werkwoord
Verleden tijd
2 soorten werkwoorden:
- Sterke werkwoorden -> Klankverandering
- Zwakke werkwoorden -> regelmatig, zonder klankverandering. DE/TE erachter
Stam eindigt WEL op een van de medeklinkers van ’t ex-kofschip -> -te / -ten
Stam eindigt NIET op een van de medeklinkers van ’t ex-kofschip -> -de / -den
Voltooid deelwoorden gaan altijd samen met een hulpwerkwoord
Onvoltooid verleden tijd – Zij werkte
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nisrine2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.