MAATSCHAPPELIJK PROJECT: HOORCOLLEGES
1. INLEIDING
Sociaal werk is ontstaan om zorg-en hulpverlening aan armen te professionaliseren
--> Sociaal werk kwam later dan de zorg voor armen
-De economische conjunctuur bepaalt of er veel of weinig steun is voor armen
--> In tijden van hoogconjunctuur werd men strenger voor de armen (vb. weinig uitkeringen en lage werkgelegenheden)
-Aantastinbg van de menselijke waardigheid
“Friendly visitors” --> huisbezoeken van dames uit de betere stand, die materiële hulpverlening wouden vervangen door een
aanpak die zich focuste op het gedrag, de normen en de waarden van de armen (19 e eeuw)
3 denksporen inzake armoede:
1) materiële hulp 2) gedragsverandering en competenties vd armen 3) maatschappelijke kijk op armoede
Hulp voor armen:
-armoedebeleid -wetgeving -beleidsinitiatieven
-structurele solidariteitsmechanisme (vb. Leefloon, activeringsbeleid, OCMW) - SW’ers
2. WAT IS ARMOEDE
WETENSCHAPPELIJKE BENADERING : VAN CONCEPTEN NAAR DEFINITIES NAAR METEN
• Concepten van armoede / armoedemodellen:
– diverse, mogelijke manieren om naar armoede te kijken
– Neutrale definitie van armoede bestaat niet
– Niemand is voor armoede – maar armoede bestaat al millennia
--> Een armoedeconcept= een globaal, vaag idee over armoede, kan aanleiding geven tot een bepaalde defintie van armoede
• Definities van armoede : precieze omschrijving op basis van een concept
– laat toe arm van niet arm te scheiden op basis van die definitie
--> een armoededefinitie= een meer precieze omschrijving van armoede, dit kan een persoon in armoede onderscheiden van
iemand zonder armoede
• Armoede meten – armoedemaatstaven
– Gegeven een definitie : hoeveel mensen zijn arm ?
--> een armoedemaatstaf= een meetproces van armoede op basis van een bepaalde definitie van armoede
(uitdrukking in cijfers van een visie over armoede)
--> Een maatstaf zegt niets als we geen achterliggend begrip/ definitie hebben
--> Het weerspiegelt een onderliggend concept & definitie van armoede (het ≠ vd achterliggende conceptualisering)
--> Hierbij trekt men de grens arm/ niet-arm
ARMOEDECONCEPTEN
Armoedeconcepten verwijzen naar verwijzen naar het vraagstuk van wat men ziet als mogelijke oorzaken van armoede --> Die
theorie proberen ze dan in een model te gieten die het (voort)bestaan vd armoede moeten helpen beschrijven en verklaren
Plaats en niveau van oorzaak Intern Extern
Micro niveau: het individu of het gezin Persoonlijke tekorten: Persoonijke ongevallen
individueel schuldmodel (vb. wie werk Individueel ongevalmodel (vb. Hij had
wil, vindt werk) pech, door zijn ziekte werd hij arm)
Meso niveau: Groepen, De structuur en/of het functioneren van Factoren en actoren uitt de omgeving
gemeenschappen, organisaties, de groep/gemeenschap/ organisatie/ die niet wezenlijk samenhangen met de
specifieke instituties van de institutie groep/ gemeenschap/ organisatie of
samenleving Institutioneel schuldmodel (vb. het instutie
OCMW denkt vanuit het Institutioneel ongevallenmodel (vb.
middenklasdenken, niet vanuit de Aan arm zijn, kleeft een stigma)
mensen in armoede op zich)
Macro niveau: de samenleving Het functioneren van de structuren vd Veranderingen in de samenleving en
samenleving als geheel – de conjunctuure schommelingen in de
samenlevingsordening economie
Maatschappelijk schuldmode (vb. Maatschappelijk ongevalmodel (vb. Als
armoede vervult een functie in de de crisis voorbij is, zal het beter gaan.
, samenleving – iemand moet het vuile Nu even allemaal op de tanden bijten)
werk opknappen)
De meerderheid denkt dat armoede een structureel probleem is
ABSOLUTE ARMOEDECONCEPTEN (= HET N IET K UN NE N VOO RZ IEN V D EERSTE LEVEN SB EHOE FTE N)
Wat de eerste/ primaire levensbehoeften zijn= de harde kern:
• Verenigde Naties maatstaf:
• Absoluut = schoon en drinkbaar water, voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg (De maatstaf is die één
dollar grens)
– Ook sociale voorzieningen: gezondheidszorg, huisvesting … etc
• Armoede is niet alleen een toestand maar ook: een sociale verhouding …
• Het capability/ empowerment perspectief (heeft oog voor micro- meso- en macroniveau): Is er toegang tot
drinkbaar water, een dokter, sociale huisvesting … toegang of niet hangt samen met hoe we de samenleving
organiseren
• Unesco maatstaf:
– niet genoeg bestaansmiddelen om te overleven : voedsel, drinkbaar water, dak boven hoofd
– + / - gelijk aan materiële armoede, extreme armoede, biologische armoede
– Evolutie laatste eeuw : grote vooruitgang in % , wel nog steeds 800 miljoen mensen
– Jaren 1970 : 1 /3 en nu 1/ 9 op wereldschaal
• In België in 2017: bijna onbestaande - nooit structureel
SECUNDAIRE OF RELATIEVE OF SOCIALE ARMOEDECONCEPTEN
• = Niet mee kunnen met wat de samenleving als normaal beschouwd
– Bvb. niet kunnen deelnemen aan het sociale leven, kunnen studeren, kunnen voetbal spelen in een club, …
kunnen doen wat ‘normaal wordt gevonden’
- -> VERWI JST DU S N AA R DE LEVEN SO MSTA ND I GH ED EN VE IN DI VID U/ GR OEP I N VERHO UD IN G MET ZI JN /H AA R O MG EVI NG
– Verschuift in de tijd : GSM / smartphone luxe of normaal
– Verschuift afhankelijk van plaats tot plaats / cultuur (voorbeelden)
• Secundair of relatief :
– Secundair: basisbehoefte niet enkel biologische maar ook sociaal
– Relatief: rekening gehouden met de maatschappelijke context
• Hangt samen met sociale verhoudingen – relaties - in de samenleving – sociale armoede
DRIE PERSPECTIEVEN OM ARMOEDE TE VATTEN /CONCEPTUALISEREN
1. Kijken naar inkomen ( = concept) : beneden de 1 $ = absolute armoede ( = maatstaf)
2. Kijken naar aanwezige hulpbronnen ( voorzieningen) (= concept) : is er onderwijs, sociale zekerheid, voldoende arbeid
… ( maatstaf wordt ingewikkelder )
3. Kijken naar mogelijkheden / capability van mensen om te doen wat ze willen doen / te zijn wie ze willen zijn ( concept)
( maatstaf maken , nog ingewikkelder => poging is de Human Development Index)
1. Niet alleen aanwezigheid maar ook daadwerkelijk gebruik kunnen maken van hulpbronnen
2. Inkomen is één bron naast onderwijs, gezondheidszorg, sociale voorzieningen,
3. Voorzien in die hulpbronnen – private of publieke zaak : opvatting over samenleving
4. Ongelijkheid met betrekking tot (kunnen) gebruik maken van hulpbronnen is focus van derde perspectief
DE RELATIONALE EN SYMBOLISCHE DIMENSIE
Relationele dimensie= de mogelijkheid hebben om aan het sociale/politieke leven deel te nemen
--> De relatie van een persoon in armoede tegenover anderen (mensen, instituties)
• Uit elkaar houden :
– Concepten / modellen: hoe kijk ik – via welk beeld of frame - naar armoede
– Definities: precieze (wetenschappelijke) omschrijving
– Maatstaven – meten: hoe meet ik op basis van een bepaalde definitie de aanwezigheid van armoede
– Armoedegrenzen: vanaf wanneer zeg ik dan : dit is armoede
• 1 $ => maatstaf = inkomen;
– Armoedegrens = cijfer ( VN)
– Een absolute maatstaf omdat …
• Minder dan 60% van mediaan inkomen in lidstaat EU : maatstaf = statistische maatstaf met inkomen als centraal
gegeven
– Armoedegrens = cijfer 60% mediaan inkomen (EU)
– Een relatieve maatstaf omdat …
, Relatieve benadering: niet meekunnen met de rest vd samenleving en daarom aan de onderkant vd samenleving
terecht komen --> Een benadering die vergelijkt met anderen, het gemiddelde of het normaal, het gaat over een verhouding
(in België is een relatieve armoedefinitie het meest zinvol)
Symbolische dimensie: vb. Iedereen wordt verwacht een GSM te hebben (anders val je erbuiten), maar een arme wordt ook
beoordeeld omdat die zijn geld in de gsm steekt --> het beeld vd samenleving van wat normaal is
WELKE INVALSHOEK KIEZEN = WAAR LEG JE DE KLEMTOON : ECONOMIE OF SOCIOLOGIE OF ÉN – ÉN
Sociologie (armoede als sociale relatie):
• Recenter perspectief
• Van inkomen naar sociale uitsluiting
• Armoede als sociale relatie
• Armoede zorgt voor sociaalpsychologische effecten
• Armoede als complex – vele dimensies en gevolgen proberen begrijpen
Economie:
• Klassieke invalshoek
• Klemtoon op inkomen als indicator
• Armoede als toestand
• Te laag inkomen als oorzaak => verklaren
ARMOEDEDEFINITIES
• Armoede en sociale uitsluiting: = structurele problemen die door de samenleving voortgebracht en in stand gehouden
worden.
• Noch de schuld, noch de oplossingssleutel ligt bij “MIA” zelf.
• Zorgen dat mensen in armoede verstoken blijven van hun basisrechten.
• Samenleving: niet iedereen krijgt dezelfde kansen in het onderwijs, op de werkvloer, op huisvesting,… mensen
vallen uit de boot .
• Iedereen heeft het recht om een menswaardig leven te leiden
• Artikel 23 en 24 van de Belgische Grondwet maakt dit concreet in een reeks sociale grondrechten: het recht op wonen,
arbeid, …
streefdoel voor het beleid.
Wie geboren wordt in een arm gezin, of wie al vanaf jonge leeftijd geconfronteerd wordt met sociale uitsluiting, riskeert
generatie-arm te worden.
Voor veel mensen in armoede is het echter moeilijk om deze rechten op te nemen en worden hun rechten op verschillende
domeinen geschonden.
ARMOEDE DEFINITIE IN VLAANDEREN
• Jan Vranken (= socioloog en auteur v jaarboeken armoede en sociale uitsluiting) en Vlaams Armoededecreet:
“ Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en
collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof
kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen”
Definities ontrafelen:
• Netwerk van sociale uitsluitingen
• Netwerk = interactie tussen verschillende gebieden
• Meerdere gebieden (individueel & collectief)
• Sociale uitsluiting = mechanisme dat armoede veroorzaakt
• Buitenkant én binnenkant
• Tuur Ghys en Daniëlle Dierckx: “Armoede ontstaat wanneer iemand een zodanig tekort aan economische middelen in
verhouding tot de algemene levensstandaarden heeft, dat deze persoon sociaal uitgesloten raakt op meerdere
levensdomeinen. De kloof met de algemeen aanvaarde leefpatronen die daaruit volgt, kan hij niet op eigen kracht
overbruggen.”
Definities ontrafelen:
• Armen versus rest van de samenleving
– Wij versus zij denken / othering
– Verschuiving van armoede als probleem naar de armen ( de probleemdragers)
– Deze stap vergemakkelijkt het tot een persoonlijk probleem maken van armoede
• Algemeen aanvaarde leefpatronen
• Een tweede draai (Vlaams Netwerk tegen Armoede): “Een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over
meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het verhindert mensen in armoede om een leven te
leiden dat voldoet aan de menselijke waardigheid. Deze kloof die in de samenleving wordt geproduceerd kunnen ze
niet op eigen kracht overbruggen “