Samenvatting Psychologie en Sociologie, opleiding Communicatie
Samenvatting Psychologie en sociologie, ISBN: 9789001875633 Humanities
Samenvatting Psychologie en sociologie, ISBN: 9789001875633 Psychologie en Sociologie (FMAPSS22)
Tout pour ce livre (35)
École, étude et sujet
Hogeschool Windesheim (HW)
Human Resource Management
Psychologie & Sociologie
Tous les documents sur ce sujet (11)
Vendeur
S'abonner
IrisCarolina
Aperçu du contenu
§2.1 Persoonlijkheid en persoonlijkheidstheorieën
Persoonlijkheid = is een verzameling van eigenschappen die iemand kenmerkt. De eigenschappen
bepalen hoe iemand denkt, voelt en zich gedraagt. Ieder mens heeft een eigen combinatie
eigenschappen. Je persoonlijkheid kan en zal in de loop van het leven veranderen onder invloed wat je
meemaakt. Je kan bijvoorbeeld angstiger worden door bepaalde gebeurtenissen.
Gedrag en persoonlijkheid zijn nauw aan elkaar verbonden: de persoonlijkheid van iemand komt tot
uiting in zijn of haar gedrag.
Het woord karakter is vrijwel synoniem aan persoonlijkheid.
Psychologen hebben verschillende theorieën ontwikkeld over persoonlijkheid, met behulp van dit
beschrijven zij en verklaren zij de verschillen in gedrag tussen mensen. Tegenwoordig wordt algemeen
aanvaard dat de persoonlijkheid bepaald wordt door erfelijke en omgevingsfactoren.
Aan het begin van de 20ste eeuw dachten ze dat alleen lichamelijk, erfelijke factoren bepalen waren
voor iemands karakter. Ook zouden er 3 typen mensen zijn: lange dunne, brede gespierder en de
kleine dikke. Hieraan zouden dan weer persoonlijke kenmerken gekoppeld zijn.
§2.2 Psychoanalyse
De grondlegger is Sigmund Freud. Door hem zijn we ervan overtuigd geraakt dat we niet alleen door
ons verstand geregeerd worden, maar ook ons onderbewuste.
2.2.1 Freuds visie op de persoonlijkheid?
De persoonlijkheid bestaat uit 3 delen:
- Id: driften en lusten die je vanaf je geboorte hebt bijv. agressie, seksuele driften…
- Ego: …door omgang met je ouders leer je hier controle over te krijgen. Er ontstaat een ego. Je
ego houdt het id onder controle en zorgt dat de driften op een acceptabele maner tot uiting
komen.
- Superego: het ideaal principe, hoe het zou moeten. Ook bestaat het uit de idealen die je voor
jezelf hebt (het ideaal-ik). Het superego staat vaak het ego bij in de strijd tegen ongewenste
driften.
De theorie is in 3 stellingen samen te vatten:
1. De mens is een conflictwezen
2. De mens is een driftwezen. Ieder mens wilt zijn driften bevredigen (hedonisme).
3. De men sis psychisch gedetermineerd.
Freud zegt dat de persoonlijkheid in de eerste 6 levensjaren ontwikkelen, daarna kan het niet meer
veranderen.
2.2.2.Het oedipuscomplex
- Orale fase (0-2 jaar); baby’s stoppen alles in hun mond. -> vertrouwen en hechting –
wantrouwen of overdreven aanhankelijk.
- Anale fase (2-4 jaar); peuters beleven plezier aan plassen en poepen. -> omgaan met
behoeften en autonomie, kind ontwikkeld eigen wil - gierig, krenterig of agressief.
- Fallische fase (4-6 jaar); ontdekt geslachtsorgaan en kan daar lust aan beleven -> rol
verwarring (oedipuscomplex)
- Latente fase (6-12 jaar); de seksuele lust gaat weg, het kind heeft de tijd om te richten op
school etc. –> rustige tijd.
- Genitale fase (12 <); in staat betekenisvolle relaties aan te gaan.
, Het oedipuscomplex: het kind ontwikkelt gevoelens (wilt trouwen) van liefde voor de ouder van heet
andere geslacht en reageert met vijandigheid en ambivalentie op de ouder van hetzelfde geslacht.
Je kan dit oplossen om het zoontje zich te laten richten op de vader. Hij heeft heirdoor ontdekt dat
vader en moeder een eenheid vormen, waar hij niet tussen mag komen.
Elektracomplex = dit zelfde alleen dan andersom, wat geldt voor het meisje. Ook zal elk meisje volgens
Freud penisnijd ervaren. Het meisje kan de moeder verantwoordelijk stellen voor het gemis van een
penis.
2.2.3 Het onderbewuste
Het onderbewuste speelt een grote rol volgens Freud. Bewust is het topje van de ijsberg, de grote
ijsmassa onder water is het onderbewuste. Een bewijs van het onderbewuste is:
1. Dromen,
2. ‘Hysterische’ verlammingen,
3. Fehlleistungen/freudiaanse vergissingen = ongewenste vergissing met duidelijke (onbewuste)
bedoeling.
Collectief onderbewuste= psychoanalyticus Jung; een onderbewuste dat je deelt met alle andere
mensen. Hij baseert dat op het terugkomen van dezelfde verhalen, mythen en symbolen.
Freud ziet in het onderbewuste negatieve, bedreigende krachten.
§2.3 Neofreudianen en andere psychoanalytische visies
➔ Erikson, Horney; neofreudianen.
Benadrukken het belang van culturele factoren bij de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Ze zijn van
mening dat de ontwikkeling het hele leven kan doorgaan en dat een zeker herstel (van negatieve
invloeden) mogelijk is.
- Horney: beschouwt basisangst, het gevoel van onveiligheid, als veel belangrijker dan de
seksuele drift. Vrouwen zijn niet jaloers op het geslachtsdeel van een man, maar kunnen
afgunstig zijn op mannen door de plek in de maatschappij. Tegenover Freuds begrip penisnijd
stelt zij het begrip baarmoedernijd. Mannen koesteren volgens haar een diepe jaloezie jegens
vrouwen omdat zij zelf geen kinderen kunnen baren.
- Erikson: de ontwikkeling gaat na de jeugdjaren door, en het herstel is mogelijk als er in de
jeugd beschadigingen zijn geweest. Ook de identiteitscrisis tijdens de adolescentie kan later in
het leven worden opgelost.
Yurok-indianen: zijn toekomstgericht en leven van de zalmvisserij. Leren hun kind netjes en zuinig te
zijn.
Sioux-indianen: leren hun kind hard, trots en edelmoedig te zijn. In confrontatie met de blanken zijn
de zwijgzaam en gehoorzaam. Ze lopen weg bij conflicten.
2.3.1 ontwikkelingsfasen volgens Erikson
- Fase 1: 0-1jaar. De liefde die je van je ouders krijgt; vertrouwen – wantrouwen.
- Fase 2: 1-3jaar. Je wilt van alles zelf doen, je ouders moeten hier verstandig mee omgaan;
zelfstandigheid – schaamte en twijfel.
- Fase 3: 3-6jaar. Je wilt van alles leren en bereiken. Mag je initiatief nemen, ambitie ontwikkelen,
verantwoordelijk leren voelen?; initiatief – schuldgevoel.
- Fase 4: 6-11jaar. Verder ontwikkelen en leren samenwerken. Je leert je positief in te zetten; vlijt –
minderwaardigheid.
- Fase 5: 12-20jaar. Zoeken naar je identiteit. Wie ben ik en wat wil ik. Sociale invloeden zijn erg
belangrijk, en je komt voor keuzes te staan (bijv. kiezen studie); identiteit – rolverwarring.
- Fase 6: 18-30jaar. Liefde en intimiteit, je experimenteert met sociale en seksuele relaties; intimitiet –
isolatie.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur IrisCarolina. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.