Neurobiologische Achtergronden van Opvoeding en Ontwikkeling - A Samenvatting in vorm begrippenlijst (7,6 gehaald!)
Neurobiologie - deel A, zelf een 8,3
Neurobiologische Achtergronden van opvoeding en ontwikkeling - B, samenvatting in vorm begrippenlijst (7,9 gehaald!)
Tout pour ce livre (65)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Neurobiologische Achtergronden Van Opvoeding En Ontwikkeling - Deel A (6472NAY)
Tous les documents sur ce sujet (4)
Vendeur
S'abonner
esclarmondedeleest
Avis reçus
Aperçu du contenu
Neurobiologische achtergronden van opvoeding en ontwikkeling – deel 2
Gezichtsherkenning – College 5
Reading faces and bodies – Chapter 5
Onze sociale interacties vinden plaats met conspecifics, andere leden van onze soort. We hebben een
effectief systeem nodig om bij te houden wie anderen zijn, hoe ze er uitzien en wat hun normale
gedragingen zijn. Gezichten en lichamen vormen een belangrijke bron voor deze informatie.
Voetballers kunnen. o.b.v. lichaamstaal zien of een andere voetballer een fake paas geeft of niet. Ook
emoties kunnen wij aflezen m.b.v. gezichten en lichaamstaal (en stem).
Voor het herkennen van emoties moeten we inferenties maken over de current state (ze lacht,
daarom is ze blij). Sommige mensen denken dat we zelfs vertrouwen en agressie kunnen aflezen van
een neutraal gezicht.
Hiernaast zie je een voorbeeld van een onderzoek van Todorov et al. (2005). Wie ziet er
meer competent uit? Participanten kende deze mannen niet, maar zij hebben wel
deelgenomen aan een ‘election’ (Amerikaanse politici). Resultaat: gezichten die werden
gezien als competenter werden ook vaker verkozen als winnaar. Dus sommige mensen
zien er meer competent uit dan anderen (en winnen sneller). Dus eigenschappen
beïnvloeden stemgedrag!
Perceiving faces
We gezichten en lichamen observeren, geen gedachtes en gevoelens. Hieruit halen wij sociaal
relevante informatie: zoals de identiteit (is dit dezelfde persoon als eerst), emotie (door
uitdrukkingen) en intenties (uit blik, lichaamstaal of taal).
Visuele stimuli (zoals gezichten) worden eerst geanalyseerd in de primaire
visuele cortex (V1). Deze wordt geactiveerd door de ogen (retina), die heeft
staafjes (zien in het donker) en kegels (voor overdag en kleur) → optic nerve
(oogzenuw) → thalamus. Dit is voor basis-dingen.
Doelen van gezichtswaarnemingen: herkennen van iemand (‘dat is mijn vrouw’) of voor andere
soorten sociale informatie (die persoon is blij, knap, oud, waar iemand naar kijkt, etc.). Tot op zekere
hoogte reflecteren diverse aspecten van gezichtswaarneming verschillende cognitieve en neurale
mechanismen.
A cognitive model (Bruce & Young, 1986)
Bruce en Young model: gezicht wordt eerst structureel gecodeerd door de
oppervlakte, schaduwen en hoeken waar te nemen. Dan wordt een
onderscheid gemaakt tussen bekende of onbekende gezichten.
➢ Bekend gezicht = visuele beschrijving van het gezicht wordt gekoppeld
aan de opgeslagen representatie van dat gezicht. Alle bekende
gezichten zijn opgeslagen en hebben een eigen face recognition unit.
Er zijn bepaalde neuronen die wel op gezichten reageren maar niet op
andere objecten. De face recognition units worden gevormd door een
set van neuronen. Als het gezicht herkend is wordt andere informatie
over de persoon beschikbaar (zoals de naam of beroep). De person
identity node, een hypothetische entiteit die semantische en
perceptuele informatie over een bepaald individu aan elkaar verbindt.
➢ Onbekende gezichten = directed visual processing.
Het herkennen van emotionele expressies en liplezen doen we bij bekende en onbekende gezichten.
,Het Bruce en Young model wordt ondersteund door bewijs van patiënten met
neurologische beperkingen, proposagnosie. Een beperking in gezichtsherkenning die
niet verwijst naar moeilijkheden in de vroege visuele analyse. Je kan nog wel emotie,
gender en leeftijd aflezen van een gezicht. Let op! Geef een duidelijke omschrijving,
want deze term wordt soms gebruikt voor het onvermogen om gezichten te
herkennen die eerder wel bekend waren. In het college werd verteld over een man die zijn eigen
vrouw niet meer herkende. Dit is gerelateerd aan schade aan de FFA (=identificeren). Hij kan wel de
stem en andere gezichtsinformatie herkennen.
Neural basis of face perception
Na de eerste fases van visuele corticale verwerking worden neuronen steeds meer gespecialiseerd in
hun responskenmerken. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 2 verschillende paden:
- Ventral stream: wat zie je? Van de occipitaal- naar de temporaalkwab. Voor het
identificeren van objecten: een stoel is een stoel. Dit is gekoppeld aan geheugen. Ook
speelt dit een rol bij de perceptie van gezichten.
- Dorsal stream: waar is het in de ruimte? Van de occipitaal- naar de parietaalkwab. Voor
het lokaliseren van objecten en beweging.
Occipital face area (OFA), fusiform face area (FFA) en superior temporal sulcus (STS).
Let op! In het plaatje hiernaast bevinden de ogen zich aan de rechterkant.
Haxby et al. (2000): naast de OFA, FFA en STS (core systems) hebben
we extended systems voor gezichtsherkenning. Zij hebben algemene
functies, maar kunnen wel een rol spelen bij gezichtsherkenning.
Denk aan spraakperceptie (wat zegt onze mond) en emoties.
Occipitaal gezichtsgebied (OFA) – eerste analyse
Occipitaal gezichtsgebied (OFA): deel van de occipitale cortex dat is
gespecialiseerd in gezichten (BOLD-response op gezichten, niet op lichamen en objecten). Het
reageert op zowel rechte als ‘ondersteboven’ gezichten (FFA alleen rechte gezichten). Ook is de OFA
gevoelig voor iedere fysieke verandering in het gezicht (denk aan Maggie en Marilyn). Het codeert de
fysieke aspecten van een gezicht, geen identiteit.
Fusiform face area (FFA) – latere analyse
Fusiforme gezichtsgebied (FFA): relatief gespecialiseerd in gezichten (niet in objecten en lichamen),
vooral het herkennen van bekende gezichten en gezichtsidentiteit. Dit gebied is gevoelig voor visuele
onderscheiding binnen bepaalde categorieën, en niet per se alleen voor gezichten. Maar de schade
bij mensen met prosopagnosia was beperkt tot gezichten (kon gezichten wel onderscheiden). De rol
van niet-gezichtsherkenning is debated (niet zeker).
Mensen trainen met Greebles. Deze kan je categoriseren in 2 geslachten. Ook komen ze uit
verschillende families. Hier was ook activatie van de FFA (geen gezichten).
Gezicht van Marilyn en Maggie zijn samengevoegd. Wie zie je? De 70% en 100%
worden gezien als Maggie. De 40% wordt gezien als Marilyn.
- Fysiek anders: alle plaatjes zijn fysiek anders (haarkleur, ogen, etc.)
- Categorisch anders: plaatjes zien als een ander persoon, categorical
perception (rode vakken).
, OFA ziet dat de gezichten anders zijn (kleine fysieke verandering, bijv. andere haarkleur).
FFA ziet dat het andere mensen zijn (Wie zie ik op het plaatje? Identiteit).
Dus tussen linker plaatjes wordt de OFA geactiveerd (merkt verschil), maar de FFA niet (beide Maggie).
fMRI paradigm: bij herhaling van dezelfde stimulus vermindert het signaal - adaptatie. Fysiek
hetzelfde vs. categorisch hetzelfde.
Superior temporal sulcus (STS)
Superieure temopale sulcus (STS): reageert op veranderende gezichtsaspecten, zoals uitdrukkingen
en lichamen (bijv. lichaamshouding of ‘gaze’/blik). Hieruit kunnen wij sociale cues aflezen. De STS is
wellicht ook belangrijk voor het verbinden van de dorsale en ventrale paden, wat het mogelijk maakt
om dynamische visuele percepties (bijv. lip bewegingen) van gezichten en lichamen motorisch te
verwerken. Ook ontvangt dit gebied meer multisensorische input (zicht en spraak) dan bijv. het FFA.
Daarnaast integreert het visuele en auditieve informatie.
Sociale display regels
Hoewel basisemoties universeel zijn, kan cultuur effect hebben op emoties d.m.v. sociale display
regels, de mate waarin iemand emotionele expressies reguleert in de aanwezigheid van anderen.
- Een Japanner en Amerikaan laten tijdens het kijken van een film dezelfde gezichtsuitdrukking
zien. In nabijheid van iemand met hoge status tonen Japanners minder expressie (fake lach).
- Individualistische culturen (USA, Australië) laten eerder blijheid zien dan collectivistische
culturen (Indonesië en Hong Kong). Beide culturen lieten een grotere emotionele reactie zien
wanneer het in-group betrof, dan out-group (o.b.v. nationaliteit).
- Westerse mensen hechten meer waarde aan oogcontact, dan Oost-Aziatische mensen
(vermijden van oogcontact = respect). Oost-Aziatische mensen kijken alleen naar de ogen
(^_^) en Westerse mensen naar zowel de ogen als mond ( :) ).
Perceiving emotions from faces
How does facial expression recognition relate to other aspects of face perception?
Zowel het cognitieve model van Bruce en Young en het neurale model van Haxby maken onderscheid
tussen het herkennen van bekende gezichten (gezichtsidentiteit) en het herkennen van emotionele
expressies. Hoewel er bewijs is dat dit basale idee klopt, leveren beide modellen geen goede
verklaring voor dit idee. Zij gaan ervan uit dat er geen enkele route is voor alle emoties, maar dat elke
emotie een eigen route heeft.
Simulatietheorie: we begrijpen anderen door hun huidige staat bij onszelf te produceren. Als we
iemand zien lachen, wordt ook ons pad voor blijheid geactiveerd, zelfs ons motorische pad. We
herkennen dus emoties, doordat ons sensomotorische systeem wordt geactiveerd. Een
gezichtsexpressie zorgt voor een verandering in het spierstelsel van ons eigen gezicht en een
beperking van dit spierstelsel (laesies) zorgt ervoor dat emoties minder goed herkend worden.
Bijt taak: Bij het bijten op een pen gebuikt je veel dezelfde spieren als
wanneer je lacht. Bij het zien van een blije emotie kan je niet meer
meelachen, waardoor je dit moeilijker kan herkennen bij een ander.
Andere emoties kan je nog wel goed herkennen
Do familiar faces have an emotional signature?
Bekende gezichten genereren een grotere skin conductance response (SCR) dan onbekende
gezichten. Dit geldt ook voor patiënten met prosopagnosie, ook al weten ze niet dat het bekenden
zijn. Hoe kan dit?
, Capgras syndroom: individuen denken dat bekenden vervangen zijn door
dubbelgangers, mensen kunnen bekenden herkennen maar ze hebben geen emotionele
respons bij hen. Een dissociatie tussen de emotionele inhoud van gezichten en
gezichtsidentiteit kan dit verklaren. Dit is het tegenovergestelde van proposagnosie.
Geel = bekende gezichten Rood = onbekende gezichten
Recognizing one’s own face uses a special meganism
Als je je eigen gezicht ziet, wordt een circuit in de frontale en pariëtale kwabben geactiveerd dat niet
reageert wanneer je andere bekenden gezichten ziet. Het herkennen van je eigen reflectie in de
spiegel vereist niet alleen gezichtsherkenning, maar ook het besef dat het gezicht bij jou hoort.
Mirror self-recognition (MSR): een belangrijke test voor zelfbewustzijn bij dieren.
Chimpansees en mensen denken in het begin dat dit een ander iemand is, maar als
ze ouder zijn (mensen vanaf 18-24 maanden) komt het bewustzijn.
- Mark test: rode mark op het hoofd in de spiegel. Het dier wil dit weghalen.
Dit werkt bij chimpansees & orang-oetangs, niet bij gorilla’s & apen.
Perceiving bodies
Visual perception of bodies
EBA en FBA reageren op lichamen en lichaamsdelen, meer dan op gezichten en objecten.
- Extrastriate body area (EBA) codeert abstracte beschrijvingen van
lichamen, het reageert niet alleen op foto’s, maar ook op
lijntekeningen, stick figures en lichaamsdelen. De reactie is het
meest op mensen (lichaam, lichaamsdelen of stick figures), daarna
zoogdieren, vissen en vogels en dan objecten = graded response
- fusiform body area (FBA) bevindt zich in de inferieure temporale
cortex en reageert meer op hele lichamen i.t.t. lichaamsdelen.
Het verwerken biological motion (lichaamsbeweging) is meer afhankelijk van de STS = beweging, en
het verwerken van de lichaamssamenstelling van het EBA en FBA = perceptie.
Rennende mensen (in het donker) kregen aan ieder gewricht een
lampje. Mensen herkennen dat deze persoon rent. Hierbij zien
we activiteit in het posterieur gebied van de STS. Dit gebied is
voor visuele beweging in het algemeen, de V5 of MT.
- V5 verwerkt beweging, maar niet specifiek voor
mensenlichamen.
Een patiënt met een bilaterale laesie in de V5/MT kon visuele bewegingen niet
meer detecteren en zag de wereld als schokkerige snapshots. Toch kon hij wel
biologische bewegingen onderscheiden van niet-biologische bewegingen.
Er zijn wellicht verschillende paden die leiden naar de STS (biological motion) en
V5 (visuele beweging in het algemeen).
Single-cell recording bij apen: Activatie van de STS neemt toe als een vocalisatie te zien én te horen is. Dus
wat er gezegd wordt past bij de mondbeweging. De STS is dus ook betrokken bij mondbeweging en geluid!
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur esclarmondedeleest. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.