Gedragsverandering
Perioden in de levensloop
Leeftijdsperiode Nederlands Engels
Eerste weken Pasgeborene Neonatal period
0-2 jaar Baby Infancy
1-2 jaar Peuter Toddlerhood
3-5 jaar Kleuter Preschool period
6-12 jaar Schoolkind Elementary school
12-14 jaar Puber Puberty
14-18 jaar Adolescent Adolescennce
18-21 jaar Jongvolwassene Young adulthood
21+ Volwassene Adulthood
65+ Ouderdom Elderly
Piagetiaanse visie op vroege cognitieve ontwikkeling
- Basismechanismen
- Cognitieve herstructurering in fasen
- Van egocentrisme naar symbolische representatie
o Objectpermanentie: voorwerp blijft bestaan ookal zit het verstopt
o Preverbaal symbolisch denken: vb van bal, als de bal onder de zetel rolt kan
de peuter afleiden waar de bal weer zal verschijnen
Sensorimotorische cognitie
Actief opbouwen van kennis, naast kijken hoe iets eruit ziet willen we ook voelen, horen en
ruiken.
Basismechanismen
- Cognitieve structuren (schem’s) in fasen:
o Destabilisatie en herorganisatie als overgang
o Equilibratie: evenwicht in een periode, tussen 6 en 12 jaar geen grote
ontwikkeling = evenwicht
o 11-12 jaar wordt er op een ander niveau geredeneerd, abstracter
- Assimilatie en accommodatie:
o Assimilatie is het proces waarmee bestaande kennis en vaardigheden worden
gebruikt in nieuwe situaties. Accommodatie is het proces van aanpassing van
bestaande vaardigheden of kennis om met een nieuwe situatie om te gaan.
Accommodatie: jonge kinderen worden geconfronteerd met iets wat ze niet
begrijpen. Of ze gaan hun denkstructuur aanpassen, of hetgene wat ze zien wordt
aangepast. Het is het wijzigen van de denkstructuren.
o Functioneel en reproductief
o Generaliserend en differentiërend
Differentiatie: maken van onderscheid binnen voorwerpen (onderscheid tussen
harde en zachte voorwerpen)
Generalisatie: veralgemening (allemaal zachte voorwerpen)
1
,Circulaire reacties
- Primaire circulaire reactie (vanaf 1 maand): gericht op het herhalen van eigen
lichamelijke activiteiten. Zo doet het kind voortdurend accomoderende pogingen om
te kijken naar bewegende voorwerpen. Net zoals het kind het kijkschema oefent,
geldt dit ook voor zuig- en luisterschema.
- Secundaire circulaire reacties (vanaf 4 maand): gericht op herhaling van activiteiten
in relatie tot objecten uit de buitenwerkend die het kind manipuleert. Er is meer
interesse voor de resultaten van de handeling dan voor de handeling zelf. Zo schudt
een kind objecten met belangstelling voor klankeffect.
- Tertiaire circulatie (vanaf 12 maand): handeling gericht op herhaling van interessante
(succesvolle) activiteiten met voorwerpen, maar nu is het een herhaling met variatie
om te zien welke effecten ze hebben op het object. Op deze manier wordt
generaliserende en differentiërende assimilatie geoefend. De herhalingen worden
intentioneel gevarieerd met als gevolg dat deze handelingen niet meer onmiddellijk
geassimileerd kunnen worden in het aanwezige schema, hetgeen een accommodatie
van het schema noodzakelijk maakt.
Examen: schudden met rammelaar maakt geluid. Hierdoor gaan ze ook met andere
voorwerpen schudden om daarvan het geluid te horen. Assimilatie zorgt ervoor dat kinderen
de wereld beter begrijpen. Tegelijkertijd gaan de hersenen zich ook anders organiseren.
Cognitieve herstructurering in fasen
Periode Leeftijd Kenmerken
Sensorimotorisch 0-2 jaar Cognitieve actie op extern niveau: kennis
wordt door motorisch handelen gestuurd
Pre operationeel 2-7 jaar Cognitieve actie op symbolisch niveau.
Kennis maakt gebruik van
voorstellingsvermogen en symbolen maar
wordt nog gestuurd door perceptie.
Preconceptueel, prelogisch, intuïtief denken.
Concreet operationeel 7-12 jaar Georganiseerde denkactiviteit op symbolisch
niveau. Kennis maakt gebruik van denkregels
en operaties. Hanteren van klassen en
relatielogica.
Formeel operationeel 12+ Actie op hypothetisch en abstract niveau
hanteren van oordeelslogica: het denken is
niet meer afhankelijk van het concreet
waarneembare of bestaande
Verduidelijking begrippen:
- Pre conceptueel: kind leeft in een fantasiewereld. Divergent denken is dominant.
- Pre logisch: nog niet toegewijd zijn aan het logische
- Intuïtief denken: iets weten op gevoel, of zonder erover na te denken. Alsof men
weet wat hem te wachten staat.
- Concreet operationeel: het kind ziet al logische verbanden maar heeft nog behoefte
nodig aan concreet materiaal. Ze kunnen handelingen uitvoeren in hun
voorstellingsvermogen.
2
, - Formeel operationeel: kind leert abstract denken en redeneren. Kind kan zichzelf
vragen stellen die ze willen onderzoeken. Kan zich een beeld vormen van een ideaal.
Door stimulering kunnen we de cognitieve structurering versnellen. Vooral tussen pre en
concreet operationeel denken.
- Babys bouwen sensorimotoriek op
Preverbaal symbolisch denken
- Anticipatie van verplaatsing van voorwerpen
- Fantasiespel en doe alsof spelletjes
Peuter maakt mentale voorstelling van bal die onder zetel rolt en aan de andere kant van de
zetel er weer vanonder komt -> preverbaal symbolisch denken, voorwerpen gebruiken ter
representatie voor iets anders bv steentjes die worden gebruikt als snoepjes.
Objectpermanentie
- 6-8 maand: basisnotie ontwikkelt, samen met scheidingsangst
- 8-10 maand: baby’s spelen met eenvoudige kiekeboe spelletjes
- 10-12 maand: gericht zoeken, doch met perseveratie bij afwisselende plaatsen (A/B
errors)
- 12-18 maand: meer gerichtheid, minder A/B errors en kinderen zoeken correcter een
voorwerp onder een doek ook bij zichtbare verplaatsing tussen de 2 doeken
- 18-20 maand: zoeken op de juiste gewijzigde locatie bij zichtbare verplaatsing
(deductief redeneren)
A/B error: onvolledig of afwezig schema van objectduurzaamheid dat normaal wordt
waargenomen tijdens de sensomotorische fase. Proef met 2 doeken en voorwerp, voorwerp
wordt onder doek 1 gelegd, daarna onder doek 2. Kinderen zoeken voorwerp op plaats waar
ze het eerst hebben gevonden. (perseveratie)
Perseveratie: doorgaan met een handing
Examen: bekrachtiging (procedure om de frequentie, duur of intensiteit van gedrag te doen
toenemen) toepassen op perseveratie, hoe bekrachtiging hierin een rol kan spelen ( -> door
sociale beloning).
Wat kan perseveratie veroorzaken?
- Tekort aan geheugen en voorstellingsvermogen
- Bekrachtiging
- Geheugenspoor
- Opvallendheid van of verschil tussen A en B
- Wachttijd
- Gerichte aandacht
- Motorisch herhalingspatroon van grijpen (readiness)
- Positie
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Mondzorg123. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.