CVA
Hersenbloeding
Er zitten 3 vliezen van de schedel naar de hersenen. Van buiten naar binnen is dat:
1. Dura
2. Arachnoidea
3. Pia
De hersenbloedingen kunnen op 4 plekken zitten. Namelijk:
1. Epiduraal, betekent letterlijk boven de dura (epi=boven)
a. Normaal geen ruimte, omdat de dura vast hoort te zitten aan de schedel
b. Maar bij groot trauma kan hier een bloeding ontstaan, in bijna alle gevallen is er dan
ook een schedelfractuur
c. In 85% van de gevallen arterieel, dus er komt met hoge druk bloed uit de vaten
d. Opvallend is hierbij dat er vaak lucide interval is (=helder met tussenpozen). Dus na
het trauma is de patiënt bewusteloos, maar word daarna weer wakker. Vervolgens in
de uren daarna komt er toenemend neurologische uitval zoals overgeven,
verwardheid, epileptische aanvallen, motorische uitval en als laatste hersenzenuw
uitval doordat de hersenstam verdrukt word. De Nervus 3 is daardoor als eerst de
pineut wat zorgt voor afwijkende pupilreflex, er is dan een stijve pupil aan de kant
van de bloeding
2. Subduraal, betekent letterlijk onder de dura (sub = onder)
a. Vooral bij ouderen na stoten, vallen etc. Maar ook bij grote trauma’s.
b. Oudere krijgen sneller een Subdurale bloeding omdat door de hogere leeftijd de
hersenen krimpen, dan komt er meer spanning op de ankervenen. Die dan kunnen
scheuren in de subdurale ruimte.
c. Het gaat dan om een veneuze bloeding, dus het bloed kan langzaam bloeden
3. Subarachnoidaal, betekent letterlijk onder het Arachnoid (sub = onder)
a. Door aneurysma bij de cirkel van Willis. Als die knapt dan stroomt het arteriële bloed
in de subarachnoidale ruimte.
b. De patient heeft vaak ineens hele erge hoofdpijn. Gaat vaak gepaard met plotseling
bewustzijnsverlies en uitval van neurologische verschijnselen
c. De bloedvaten om de bloeding heen trekken samen, door bloed wat eromheen zit.
Daardoor ontstaat er ook een infarct.
4. Intracerebraal, betekent in de hersenen (intra = in)
a. Meest voorkomende
b. Komt vaak door hypertensie. Dit veroorzaakt afwijkingen aan de bloedvaten
waardoor ze sneller scheuren.
c. Het zijn de kleine slagadertjes die scheuren, het bloeden kan minuten tot uren duren
en de symptomen hangen af van de locatie.
d. Ook kan er verdrukking ontstaan en een herseninfarct omdat de andere vaten in de
hersenen wel samen trekken.
,De hersenen kan je indelen in 4 kwabben. Als je een hersenbloeding of infarct in dat gebied krijgt
kunnen de volgende problemen ontstaan:
1. Frontaal kwab
a. Gedrag en persoonlijkheid
b. Geheugenproblemen
c. Concentratie stoornissen
d. Niet kunnen spreken
e. Verlamming van armen en benen in tegenovergestelde lichaamshelft
2. Parietaal kwab
a. Gevoelloosheid van tegenovergestelde lichaamshelft
b. Neglect syndroom = mensen waarnemen iets van het lichaam niet
3. Temporaal kwab
a. Minder goed horen
b. Taal minder goed begrijpen
4. Occipitaal kwab
a. Visus word minder en iemand kan dingen minder goed herkennen
Craniotomie = stuk schedel weg halen zodat de druk van de hersenen af kan.
Hydrocephalus = waterhoofd, de druk kan te hoog worden in de hersenen.
Necrose = celdood
Het grote probleem bij hersenbloedingen is dat de schedel dicht is. Er is geen ruimte voor andere
dingen in de schedel. Als er dus bloed in de hersenen komt kan dat dus nergens heen, de druk loopt
daardoor op. Het bloed zou wel naar beneden kunnen gaan. Daar zit precies de hersenstam, dus de
virale functies. Deze zullen uitvallen als er teveel druk op komt door de bloeding. Hersenbloeding is
in welke vorm dan ook gevaarlijk als er teveel druk komt.
Herseninfarct
= ischemisch CVA, komt vaker voor. Het hersenweefsel krijgt dan niet genoeg bloed. Dat komt vaak
door een bloedstolsel. Het weefsel erachter sterft dan af. Het kan trombotisch zijn (=bloedprop wat
daar ter plekke begint) vaak komt dat door atherosclerose die scheurt. Of embolisch, dat is een
bloedprop dat is geen reizen en dan in de hersenen terecht komt. Vaak komt die uit het hart. Als het
hart gaat atriumfibrilleren staat het bloed stil in de atria’s. Hierdoor kan het bloed gaan klonteren.
, Deze raakt los en word gelanceerd naar de hersenen. De prop kan van alles zijn wat vastloopt, zoals
vet, beenmerg, lucht of tumorcellen.
Als de afsluiting zich optijd oplost door het eigen lichaam of medisch, binnen 24 uur. Dan word dit
een TIA genoemd. Alle klachten zullen dan ook verdwijnen.
Cirkel van Willis
Om het risico op afsluiting zo veel mogelijk te verkleinen heeft het lichaam een eigen cirkelvormig
bloedvat. Als er ergens oponthoud is kan het bloed er via de andere kant langs.
Symptomen
Hangen erg af van waar het in de hersenen heeft plaats gevonden. Maar het bekendste is mond –
spraak – arm. Maar alles wat de hersenen aansturen kan een aantekening zijn voor een
herseninfarct. De symptomen kunnen dus erg verschillen, maar wat ze allemaal met elkaar te maken
hebben dat is alles plotseling komt. Namelijk op het moment dat de prop vast loopt, en het weefsel
zonder zuurstof komt.
Time = tissue
Na anamnese en lichamelijk onderzoek word er zo snel mogelijk een CT scan gemaakt. Als hieruit
blijkt dat het een infarct is en geen bloeding, gaan de artsen proberen zoveel mogelijk weefsel te
redden. Zaken als hartslag en bloeddruk word in de gaten gehouden, de bloeddruk mag niet te laag
zijn want dan krijgen de hersenen nog minder bloed. Ook mag de temperatuur niet te laag worden
want hypothermie werkt beschermend. Ook word gekeken of de prop weg gehaald kan worden. De
eerste keus hierin is trombolytica. Er word dan geprobeerd de prop op te lossen, dit doen ze het liefst
3 uur voor de klachten zijn ontstaan, soms maximaal 4,5 uur.
Trombolytica zorgen voor zoveel antistolling dat het risico op doodbloeden erg hoog is. Daarom word
het alleen in specialisatische centrums gebruikt en word er geteld vanaf de laatste keer dat iemand
klachtenvrij is gezien.
Ook kan de bloedprop binnen 6 uur chirurgisch verwijderd worden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur TessB2000. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.