Bank en Financiën
Hoofdstuk 1: De bankbalans
1. De bankbalans
1.1. Actiefposten
- Vaste activa:
Activa die langere tijd aanwezig blijft in de bank.
- materiële vaste activa
- financiële vaste activa
- oprichtingskosten en immateriële vaste activa
- Effectenportefeuille:
= een verzameling effecten waarin de bank haar opbrengsten belegt.
Effect = een verhandelbaar instrument uitgegeven door vennootschappen of door de
overheid, dat als bewijs van een kapitaalinbreng of lening geldt.
- Kredieten
Belangrijkste aanwending van bankmiddelen = verlenen van kredieten via:
- Bankleningen
- overheidspapier
- Kasgelden
= geld/ zeer liquide middelen aangehouden door de bank om te voldoen aan onmiddellijke
terugvraging van deposito’s.
- Interbankvorderingen
= tegoeden van andere financiële instellingen.
1.2. Passiefposten
- Eigen vermogen
“buffer” voor bankrisico’s op te vangen.
- Achtergestelde schulden
Pas terug te betalen schulden na betaling van alle schulden en voor terugbetaling aandelen.
- Deposito’s
Geldbedragen op bank geplaats door derden. Hierop krijgt men een vergoeding: interest.
- In schuldbewijzen belichaamde schulden
Uitgegeven effecten door de bank.
- Interbankschulden
= schulden aan andere financiële instellingen.
2. Opmerkingen bij de bankbalans
2.1. Verschil bankbalans en balans niet-financiële ondernemingen
1) Bestedingen (actiefpost)
Voornaamste actiefpost:
Bank: verlenen van kredieten
Gewone ondernemingen: investeren in VA en werkkapitaal.
2) Werkmiddelen (passiefpost)
Voornaamste passiefpost:
Bank: deposito’s aangehouden door particulieren en bedrijven
Gewone ondernemingen: EV en schulden aan banken, leveranciers en/of beleggers.
2.2. Buitenbalansactiviteiten
Activiteiten die inkomsten genereren, maar niet in de bankbalans vermeld staan.
1
Lingier Yael – TEW 2021-2022
,Hoofdstuk 2: Kennismaking met methoden van
interestberekening en diverse financiële producten
1. Kapitaal, interest en interestvoet
Interest (I) is afhankelijk van:
- C : grootte van het uitgeleende kapitaal
- i : interestvoet
- n : beleggingsduur/ aantal perioden
Interest berekenen:
- enkelvoudige interest
- samengestelde interest
2. Tijdswaarde van het geld
1 EUR vandaag ≠ 1 EUR in de toekomst
Waarom is er interest?
- Inflatie: belegger wil vergoed worden voor gedaalde koopkracht van het geld
- Reële interest: derving van onmiddellijke opbrengst en derving van opbrengsten op
alternatieve gebruiksmogelijkheden.
3. Actuele waarde en slotwaarde
Actuele waarde: belegde bedrag: C
1. Praktijkvoorbeelden
1.1. Zichtdeposito’s
= een overeenkomst waarbij afgehaalde en gestorte bedragen op dezelfde rekening worden geboekt,
zodat alleen het saldo bij afsluiting van de rekening opeisbaar is.
- Rekening-courant bij bedrijven
Renteberekening: iedere 3 maanden berekend en bij het saldo gevoegd
- Persoonlijke zichtrekening bij particulieren ----> International Bank Account Number -
nummer
Renteberekening: jaarlijks berekend en bij het saldo gevoegd
1.2. Termijnrekeningen
= rekening waarbij het geld wordt “vastgelegd” voor een vaste termijn met een renteverrekening op
de vervaldag.
𝐶𝑛 = C*(1+i*(1-R.V.)*n) en I = C*i*(1-R.V.)*n
2
Lingier Yael – TEW 2021-2022
, 1.3. Spaardeposito’s
= spaargelden die zonder een bepaald termijn worden geplaatst; spaargelden zijn direct
opvraagbaar.
- Gereglementeerde spaardeposito’s/-boekje: geen R.V. op eerste schijf interesten.
𝐶𝑛 = C*(1+i*n) en I = 𝐶𝑛 - C = C*i*n
- Hoogrentende spaardeposito’s/-boekje: R.V. ingehouden op alle interesten
Voorwaarden:
- Enkel in euro
- Rentevergoeding ‘gereglementeerd’
o Basisrente
Verworven ongeacht lengte periode waarin het geld uitstaat.
Maximum wordt bij Koninklijk Besluit bepaald.
o Getrouwheidspremie
Min. 25% van de aangeboden rente en max. 50% van max. toegestane basisrente.
Voor bedragen die 12 opeenvolgende maanden op de spaarrekening blijven staan.
- Belastingvoordeel
De eerste schijf van 980 EUR interesten (per persoon, bij gehuwd of wettelijk samenwonend)
per jaar en per belastingplichtige is vrijgesteld van personenbelasting (roerende voorheffing).
2. Algemene regel
Beleggingstermijn < 1 jaar
-> enkelvoudige interestberekening
Beleggingstermijn > 1 jaar
-> samengestelde interestberekening
1. Praktijkvoorbeelden
1.1. Gereglementeerd spaarboekje
Looptijd langer dan 1 jaar.
-> samengestelde interest
1.2. Kasbon
= een schuldvergoeding op MLT met een vooraf bepaalde looptijd en rentevoet.
-> Rente jaarlijks geïnd via effectenrekening
-> onmiddellijke inhouding van (verplichte) R.V. op alle interesten bij elke rentebetaling.
𝐶𝑛 = C*i*(1+R.V.)*(1+i*R.V.) + C*(1+i(1+R.V.))
Herbelegde bedrag coupon 1 hoofdbedrag + coupon 2
𝑛
𝐶𝑛 = C ∗ (1 + i(1 − R. V. ))
3
Lingier Yael – TEW 2021-2022
, 1.3. Kapitalisatiebon/ groeibon
= jaarlijkse rente bij de hoofdsom
𝐶𝑛 = I*(1 - R.V.) + C
= (C* (1 + 𝑖)𝑛 – C) (1 – R.V.) + C
1.4. Staatsbon
Uitgifte 4 maal per maand door federale overheid met een middellange looptijd (5-8 jaar)
1.5. Verzekeringsbon
Uitgifte door verzekeringsmaatschappijen en is een combinatie van een levensverzekering (betaling
van een premie) en belegging (tak 21, tak 23)
Vrijstelling R.V. als
- Looptijd < 8 jaar en overlijdensdekking van min. 130% op de koper van de bon.
- Looptijd > 8 jaar
2. Link enkelvoudig en samengesteld
n > 1 => 𝑐𝑛𝑠 > 𝑐𝑛𝑒
n = 1 => 𝑐𝑛𝑠 = 𝑐𝑛𝑒
n < 1 => 𝑐𝑛𝑠 < 𝑐𝑛𝑒
3. Meer dan één kapitalisatie of interestbetaling per jaar
i(m) m
1 + ieff = (1 + ieff . m)m = (1 + m
)
m: aantal kapitalisaties per jaar
i: de effectieve jaarlijkse rentevoet
𝑖(𝑚)
𝑚
: de effectieve rentevoet per periode
i(m): de schijnbare of nominale jaarlijkse rentevoet
4. Diverse andere toepassingen
4.1. berekening van obligatiekoersen
obligatie = een effect dat een schuldvordering vertegenwoordigt en de houder ervan recht geeft op
een (meestal) jaarlijkse interest (coupon).
𝑐𝑜𝑢𝑝𝑜𝑛 1 𝑐𝑜𝑢𝑝𝑜𝑛 𝑛 + 𝑛𝑜𝑚𝑖𝑛𝑎𝑙𝑒 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝑜𝑏𝑙𝑖𝑔𝑎𝑡𝑖𝑒
ObligatiePrijs = 1+𝑖
+ ⋯+ (1+𝑖)𝑛
𝐶1 𝐶𝑛 +𝐵
= 1+𝑖 + ⋯ + (1+𝑖)𝑛
𝐵
Zero coupon obligatie -> P =
(1+𝑖)𝑛
4.2. Groepen van kapitalen
Alle waarden actualiseren naar tijdstip 0!
4.3. NAW/ NPV van een investering
𝐶1 𝐶𝑛
NAW = = 1+𝑖 + ⋯ + (1+𝑖)𝑛 − 𝐼0
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur YaelLingier. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
