DEEL 1: België, zijn burgers en hun rechten
In het dagelijkse leven houden we ons aan allerlei regels. Die regels staan in een wetboek
(rechtsregels) of zijn van jongs af aan aangeleerd. We volgen die regels niet alleen omdat er bij
overtreding een sanctie op volgt, maar ook omdat we ze moreel goed vinden.
* Definitie recht
Recht is een rationeel opgebouwd geheel, van door de overheid uitgevaardigde en via
sancties afdwingbare normen, die dienen tot organisatie, handhaving of herstel van
openbare orde
Recht is gemaakt om rechtszekerheid te bieden (zekerheid op waar je recht op hebt), zonder recht
zou ons leven een complete chaos zijn. Recht biedt een oplossing.
1. Wat is de Belgische staat?
- Privaatrecht: voor situaties tussen burgers onderling
- Publiekrecht: voor situaties tussen burger en overheid
Bv. Je steelt een vaas van je buurman, die belt de politie en de politie sleept jou voor de rechtbank
om een sanctie te bepalen. (=publiekrecht) Je buurman wil de vaas terug omdat het zijn eigendom is.
(=privaatrecht)
Belgisch publiekrecht = het publiekrecht dat geldt in België
1.1 Constitutieve bestanddelen van de staat
België is een meergelaagde, democratische rechtsstaat in Europa (= onderwerp van dit vak)
* Een staat bestaat uit:
- Een permanente bevolking (België 11.1 miljoen)
= een bevolking die blijvend is
- Een afgebakend gebied (België heeft een grondgebied met grenzen)
- Een overheid (België heeft veel verschillende overheden)
= een instantie die 3 belangrijke kerntaken kan vervullen: wetgevende, uitvoerende
en rechtssprekende macht
- Internationale erkenning (Belgïe werd na de Belgische Revolutie in 1830 erkend als staat)
= door alle andere landen al staat/land gezien worden
1.2 Gevolgen van de kwalificatie als staat:
- Rechtspersoonlijkheid: een staat is een op zichzelf staand geheel die verdragen kan sluiten met
andere staten
1
, Extern: in verband met andere staten
Intern: binnen het land gebruik maken van zijn bevoegdheden
- Soevereiniteit: een staat staat op zichzelf en is niet ondergeschikt aan andere staten, alle staten zijn
gelijk/soeverein
Extern: geen enkele staat mag zich bemoeien met een andere staat
Intern: een staat is georganiseerd hoe hij wil
Bv. Brexit: Engeland wilde verdragen sluiten met anderen, maar dit kon niet omdat ze lid
waren van de EU, dit is dus als het ware een stukje soevereine macht/bevoegdheid die werd
overgedragen aan de EU. Wij doen dit omdat we geloven dat dit voordelen met zich
meebrengt, Engeland wilde liever volledig zelf alles beslissen.
- Internationale immuniteit: een staat mag een andere staat niet beoordelen, ze zijn immuun voor
elkaar (bv. een Franse rechter mag de Belgische wet niet berechtigen)
-> meer rechtszekerheid (ze hoeven zich geen zorgen te maken dat ze beoordeeld worden
door een andere staat met andere bevoegdheden)
- Rechtsmacht: je hebt de mogelijkheid om gebruik te maken van je eigen bevoegdheden, de wet is
van toepassing op elke situatie en elke persoon die zich op het grondgebied bevindt
Uitzonderingen: extraterritoriale werking van het Belgisch recht of omgekeerd, vreemd recht
die van toepasing is door Belgische rechters
De federale staat België (les 6/10)
- Het België van 1831
- Franse revolutie: idee het volk (natie) is soeverein
=> Het woord natie kreeg in de loop van tijd een nieuwe interpratie, meer abstract (=op een
meer intergenerationele manier, natie zijn alle Belgen, dus niet enkel huidige generatie maar
ook de vorige en de volgende)
=> Bevatte veel kiemen voor problemen die in de loop van de 19 e eeuw naar boven zijn
gekomen ivm. De democratie
- Spanningen tussen Nederlandstaligen en Franstaligen
gebaseerd op taaldiscriminatie
=> moeizame (grond)wettelijke gelijkschakeling in bestuur, gerecht, onderwijs
=> tot op vandaag fricties
In het noorden: streven naar politieke autonomie
In het zuiden: streven naar economische autonomie
- Spanningen leidden tot streven naar autonomie in noord en zuid
Evolutie naar consociationalistisch model (= D.gebied spelen hier op pol. vlak niet zo’n
belangrijke rol)
2
, ̶ Etnische, religieuze, taalkundige groepen in één politieke ruimte laten samenleven
̶ Democratievorm: geen zuivere meerderheidslogica meer, maar inbouwen van
consensuslogica
̶ Toekenning van autonomie aan groepen
! Anders dan een standaard democratie
=> In principe: meerderheid beslist
=> In België soms probleem in deelstaten (bv. Taal)
- Consesusdemocratie= verschillende groepen moeten akkoord gaan en niet zomaar enkel de
meerderheid die beslist
=> Idee: de democratie bijeenhouden
- Regionale autonomie: zo was er deelstaateconomie
- Stabiele oplossing?
Niet evident in bipolaire structuur
Sinds 1970 elk decennium een staatshervorming
- Wenselijk?
Tegenstanders: betonneert de tegenstellingen, risico op blokkering
Voorstanders: het is het enige dat werkt
Doel: vrede brengen
- Staatsstructuur: aanvankelijk ‘unitair’
- Spanning NL+FR leidde tot groepsautonomie door federalisme
Heeft geleid tot België= federale staat
Uitoefening soevereniteit door nationale overheid en deelstaten
Centripetaal= verschillende deelgebieden worden een nieuwe staat
Centrifugaal= van één staat naar verschillende deelgebieden
Bv. België
Labels zijn relatief
De Vlaamse en andere deelstaten
- Pacificatie en ontwikkeling federalisme doorheen 6 staatshervormingen
- 1970: 1e staatshervorming
Oprichting 3 cultuurgemeenschappen (Vlaams, Frans, Duitstalig):
Vlaamse verzuchting voor meer culturele autonomie
- België= verdeeld in taalgebieden
Vlaamse gemeenschap= eigen rechtspersoonlijkheid
Oefent bevoegdheden in Vlaams taalgebied
3
, Taalgrens vastgelegd in 1963
Voor wijziging van grenzen: bijzondere meerderheidswet
- 1980: 2e staatshervorming
Inrichting Vlaamse en Waalse Gewest: verzuchting van Fr. voor meer economische
autonomie
Cultuurgemeenschappen worden gemeenschappen
Krijgen persoonsgebonden bevoegdheden (bv. welzijn en gezondheidszorg)
- 1988: 3e staatshervorming
Onderwijs naar gemeenschappen
Oprichting Brussels-Hoofdstedelijke Gewest
̶ Voor sommige bevoegdheden in Brussel: oprichting van ‘gemeenschapscommissies’
- 1993: 4e staatshervorming (= Sint-Michielsakkoord)
Rechtstreekse verkiezing deelstaatparlementen
Splitsing provincie Brabant
Internationale bevoegdheden voor deelstaten
- 2001: 5e staatshervorming (= Lambermontakkoord)
Overdracht diverse bevoegdheden
- 2011-2014: 6e staatshervorming (= Vlinderakkoord)
Splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde
Europees niveau
- De Europese Unie
Supranationale organisatie
Doelstelling: oorspronkelijk: economische integratie, nu: veel meer
Integratie en samenwerking doorheen verschillende Europese verdragen
Bv. EGKS: samenwerking in sect. Van kool en staal, EEG: basis interne makrt
Meer dan louter ‘internationale’ organisatie
- ! 1986: Europese Akte
Voltooiing interne markt
̶ Vrijhandelszone (geen import of exportheffing bij grensoversteking) + douane-unie
(zelfde heffing+ zelfde tarief bij handelen)
̶ Vrijheid van goederen, personen, diensten en kapitaal
Zie ook verdrag van Schengen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur manondebie2002. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.