Zowel Data (empirische gegevens) als Theorie (meer abstracte kennis over sociale leven/
empirische wereld) zijn noodzakelijk hierbij.
- Conflict-mapping: Organiseren van data, conflict openbreken in sleutelonderdelen.
- Wie zijn de partijen? Hoe relateren ze tot elkaar? Hoe organiseren ze zich?
⇒ Om zo data te verkrijgen
- Theorie: Verklaren en begrijpen van gewelddadig conflict
- Wat zit er achter op een meer abstract niveau?
Essentieel hierbij is het begrijpen van ontologische en epistemologische assumpties die
deze theorieën informeren.
- Ontologie: Wat is er? Wat beweegt mensen tot gewelddadig conflict?
- Structuralisme: De structuren die de actie van mensen bepalen.
= De bron van gewelddadig conflict ligt in de structuren van de SL of het
systeem.
- Individualisme: Acties van individuen maken de structuur.
- Epistemologie: Hoe te weten?
- Positivistische epistemologie: De sociale wereld bestuderen van buitenaf.
→ Door middel van causale verbanden te leggen, oorzaken zoeken,
hypotheses opstellen,...
→ Determinisme: Als A dan B ⇒ Objectief
→ Doel is ‘Theory Building’: Verklaring zoeken voor gewelddadige
conflicten.
- Interpretatieve epistemologie: De sociale wereld bestuderen van binnenuit.
→ Zoekt naar betekenissen (niet naar oorzaken!)
→ historisch, cultureel en context-specifiek: De (inter)subjectieve
perspectieven van informanten betrekken.
→ ‘Theory building’: gaat hier over het begrijpen van gewelddadige
conflicten.
2. Hollis Matrix
Ontologie: Hier vormt dit de scheidingslijn tussen structuralisme (~holism) en individualisme
Epistemologie: Hier vormt dit de scheidingslijn tussen positivisme (~explanation) en
interpretatief (~understanding)
1
,Ontologie Y Verklaren/positivisme Begrijpen/interpretatief
Epistemologie X
Structuralisme Sociale stucturen zijn systemen, extern Sociale systemen zijn sets van betekenis die
en voorafgaand aan acties. De sociale mensen vertellen hoe hun sociale leven te
structuur determineert de acties leiden.
volledig. (Vb: Taal, religie, neo-liberalisme)
(Vb: Etniciteit als natuurlijk gegeven) ~ Marxisme, Politieke economie, discours
~ Primordialisme, sociaal darwinisme,
realisme, fascisme
Individualisme Actoren zijn opzichzelf staande Actoren zijn ingebed in de samenleving maar
eenheden en bron van actie. Ze ageren hebben ‘agency’ (= wilsbeschikking). Ze
op individuele wetten van kunnen handelen, veranderingen teweeg
nutsmaximalisatie, natuurlijek brengen. Ze hebben ruimte voor reflexieve
voorkeuren en psychologische wetten. zelfsturing.
~ Rational choice, collective action ~ Discours, collective action
2
, Hoofdstuk 1: Identiteit
1. Identiteit
= Containerbegrip dat door mensen gebruikt wordt om zowel zichzelf als de andere te
categoriseren.
→ Identiteit wordt gebruikt om te omschrijven, te labelen en categoriseren, maar ook om te
handelen: drijvend element in gedrag van een individu en een groep.
Mary Kaldor:
- Gebruikte identiteit en globalisering als kernconcepten om de ‘nieuwe oorlogen’ te
verklaren. (Post-Koude Oorlog)
- De oude ‘Politiek van ideeën’ heeft plaats gemaakt voor → ‘Politiek van identiteit’.
Arjun Appudurai:
- Legt de link tussen identiteit en etnisch conflict.
- Door het groeiende aantal aan identiteiten die aanwezig zijn, leidt dit tot gevoel van
radicale sociale onzekerheid, wat op zijn beurt weer kan leiden tot angst en geweld.
Erikson:
- 1 van de eerste onderzoekers die de rol van identiteitsprocessen in de sociale
realiteit bestudeert.
- Introduceerde de term: Identiteitscrisis
- Praat over ‘Veelheid aan identiteiten’
- Identiteit gevestigd in kern van het individu (~ James) + in kern van de groep.
(~ Freud)
- James: Identiteit is een uniek gevoel van eigenwaarde.
→ Identiteit is een volkomen privé en alleenstaande ervaring.
⇒ MAAR: sluiten elkaar niet uit
→ Verkuyten: ‘Identiteit gaat niet over het individu als zodanig, noch over de
maatschappij als zodanig, het gaat over de relatie tussen die twee.’
Identiteit binnen sociale wetenschappen:
⇒ Traditie van opdeling in 2 dimensies:
1) Level van het individuele: UNIEK
→ Identiteit als een zeldzaam en uniek ‘zelfgevoel’ (privé-ervaring)
2) Level van de samenleving: GELIJKHEID
→ Gemeenschappelijke dimensie van identiteit (erbij horen, gemeenschappelijke
mentale constructie delen)
1.1 Sociale identiteit
= Gaat over de relatie tussen het individuele en de sociale omgeving.
→ Vertelt ons meer over de categorische kenmerken die mensen lokaliseren in de sociale
omgeving. (Vb: Etniciteit, gender, nationaliteit,...)
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur KB2000. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.