Recht en onderneming
INLEIDING TOT HET RECHT
DEEL 1
HOOFDSTUK 1: Wat is recht?
- Recht beheert ons heel bestaan, iedereen wordt er mee geconfronteerd.
Alles heeft te maken met recht.
- Recht bestaat uit 3 componenten:
1. Het gedrag van de mensen ordenen. Als er geen juridische ordening
is, zullen er veel juridische conflicten zijn.
2. Het moet afdwingbaar is. Als het niet afdwingbaar is, is het ook geen
recht.
3. Bestaande regeling moet aanpasbaar zijn. Het recht evolueert zich
altijd.
Definitie: Recht is het geheel van bindende regels tot ordening van de
samenleving in beginsel opgelegd, minstens bekrachtigd door de
maatschappij en als zodanig afdwingbaar gesteld.
- Men maakt een onderscheid tussen 2 verschillende soorten rechten:
1. Objectief recht
-Recht zoals het bestaat, de regels die door het Federaal Parlement
worden uitgevaard. Regering die maatregelen neemt na het Koninklijk
Besluit. Het objectief recht bepaalt het subjectief recht.
2. Subjectief recht
- Rechten die u ontleend aan het objectief recht. Het recht op vrije
meningsuiting (= grondwet, objectief recht.) Het subjectief recht is dat
u, als individu, de mening uit.
HOOFDSTUK 2: Indeling van het nationaal recht
1. Privaat Recht
- Het recht dat de relaties regelt tussen private perso nen, de burgers
onderling. Ook de overheden onderling, of burger in verhouding met de
overheid.
1.1. Het Burgerlijk Recht
- Het regelt de fundamentele regels voor iedere burger dus ons hele
functionering: bijvoorbeeld de geboorte, het volwassen worden op
de 18e, nalatenschappen enzovoort. Terug te vinden in het Burgerlijk
Wetboek.
- Wetgevende evolutie: het BV dateert uit de 19 e eeuw. Vorige
minister van Justitie wou het BW aanpassen aan onze tijd. Het Nieuw
Burgerlijk Wetboek, het NBW = een structuur, herschrijving van het
vorige BW, men haalt uit het oude stukken en herschrijft men en zo
worden deze in het Nieuwe Burgerlijk Wetboek geplaatst. Het
Bewijsrecht (hoe je iets bewijst) is reeds vernieuwd. Begin
, september ging het over het nieuwe goederenrecht: over iemands
eigendom wandelen om je eigen goed te halen.
1.2. Het Ondernemingsrecht
- Dit recht bepaalt het hele functionering van een onderneming. Er
zijn regels omtrent wie een onderneming is. Bevat ook regels in
vermand met technieken zoals het Vennootschapsrecht. Het
Bewijsrecht is hier soepeler.
- Wetboek van Economisch Recht, het WER.
1.3. Het Privaatrechtelijke procesrecht
- Dit recht bepaalt welken hoven en rechtbanken we hebben, voor
welke materie er naar welke rechtbank naar toe moet gegaan. Hoe
verloopt de procedure? Op beroep gaan?
- Het Gerechtelijk Wetboek, het GW
2. Publiek recht
- Het recht dat de relaties tussen burger en overheid regelt. Bijvoorbeeld
het betalen van de belastingen. Ook de handelingen tussen
verschillende overheden. Wij zijn een federaal land, dus we hebben
een Federale Regering die dan relaties hebben met het Vlaams
Parlement.
2.1. Grondwettelijk Recht
- Onze staatstructuur bepaalt dat we in België gewesten, provincies
en zo voort hebben.
- Beginselen waarvan wij achten dat ze fundamenteel zijn voor onze
democratische samenleving, bijvoorbeeld de scheiding van de
machten.
- Rechten en vrijheden, bijvoorbeeld. Het recht om onderwijs te
organiseren.
2.2. Strafrecht
- Er zijn een aantal handeling die wij niet kunnen handelen, gaat in
tegen een goed organisatie, bijvoorbeeld het handelen in drugs of
mensen vermoorden. De overheid zal de “crimineel” aanklagen.
- In het Strafwetboek vinden we de straffen terug voor elke slechte
handelingen. In andere wetten zijn er ook nog straffen te vinden.
2.3. Het Strafproces Recht.
- Het vervolg van het Strafrecht, sanctioneert zaken maar ook
veroordelen door het rechtbank. Tegenhanger van het Strafrecht.
Bepaalt de procedure van strafrechtelijke zaken. Het stelt de dader
tegenover de gemeenschap, vertegenwoordigd door het Openbaar
Ministerie.
- Wetboek van Strafvordering.
, 2.4. Waarom onderscheid tussen privaat en publiekrecht?
- Eigen aan het privaat recht, zijn van het aanvullend recht oftewel
het subjectief recht. Deze regels bestaan maar er kan afgeweken
van worden. Belang? Als u niks voorzien hebt, dan zal het privaat
recht spelen.
- Voorbeeld: het huwelijksvermogensrecht: welke goederen blijven
van u en welke gemeenschappelijk? De overheid voorzien een elke
stelsels, bijvoorbeeld scheiding van goederen.
Dwingend recht: beginselen van openbare belang maar beschermen
private belangen. Bijvoorbeeld regels ter bescherming van de
consument. Kan in sommige omstandigheden afgeweken van worden.
Eigen aan het publiek recht, veel regels over openbare orde dan het
privaatrecht. Kan niet van afgeweken worden.
2.5. Relativering van het onderscheid
- Ondernemingsrecht is onderdeel van het economisch recht. De
overheid regelt enkele regels zoals het controleren van de prijs,
mededing recht etc.
behoort eerder tot het publiek recht.
- Het sociaal recht bestaat uit:
het individueel arbeidsrecht (verhouding wn-wg privaatrecht)
het collectief arbeidsrecht (relatie wn-wg niet zuiver
privaatrecht)
het socialezekerheidsrecht
- Het Europees Recht kent geen onderscheid tussen privaat en publiek
recht.
- Het gebruik van privaatrechtelijke, ook onderneming maakt meer
gebruik van dit. Voorbeelden: werknemers, vroeger werd men
ambtenaar, nu maakt de overheid contracten aan maar maakt deze
werkers geen ambtenaars.
HOOFDSTUK 3: Indeling van het internationaal recht
1. Het Internationaal Privaatrecht
- Dit recht bepaalt welk nationaal recht van toepassing is in het
buitenland.
- Het Wetboek van Internationaal Privaatrecht
2. Het Internationaal Publiekrecht (= het Volkerenrecht)
- Recht dat de relaties tussen landen bepaalt. Of door internationale
organisaties zoals de VN.
3. Het Europees Recht
- Oprichting EU overdragen van bevoegdheden.
- Europees Recht voorrang op de Belgsiche Wetgeving, als de BW
of GW in strijd is met het ER moet het BW gewijzigd worden.
- De directe werking van het Europese recht werd door het Hof van
Justitie vastgesteld in het arrest Van Gend en Loos van 5 februari
1963. In dat arrest stelt het Hof dat het Europese recht niet alleen
, verplicht is voor de EU-landen, maar ook rechten voor particulieren
met zich meeb rengt. Particulieren kunnen dan ook van deze
rechten gebruik maken en zich ten overstaan van nationale en
Europese rechters rechtstreeks op Europese rechtsregels beroepen.
De EU-landen hoeven in dat geval de betrokken Europese
rechtsregel niet in hun nationale rechtsorde te hebben opgenomen.
DEEL 2
HOOFDSTUK 1: Grondprincipes van de staatsorde
1. De Rechtstaat
- Het heeft als functie de fundamentele rechten van de burger te
beschermen: recht op leven, persoonlijke vrijheid...
- De rechtstaat houdt in dat de staat er niet is om zichtzelf te
beschermen maar de burger.
- Turkije is bijvoorbeeld lid van de Raad van Europa
EVRM: Fundamentele rechten en vrijheden van de burgers
2. De Wetstaat
- Wetgeving maken zodanig iedereen kan genieten van deze rechten
en vrijheden.
- Bijvoorbeeld het beschermen van zwakke burgers of het recht dat
iedereen mag gaan stemmen. Meer en meer regels uitvaardigen van
dwingend recht.
3. De drie staatsmachten
3.1. De wetgevende macht (het Parlement en Koning)
- het maken van wetten
- het controleren van de uitvoerende macht
- recht van onderzoek
3.2. De uitvoerende macht (de Koning en de Regering)
- het land dagelijks leiden
- de wetten uitvoeren
- rechters benoemen
3.3. Rechterlijke macht (de hoven en rechtbanken)
- geschillen beslechten
- wetgevende en uitvoerende macht controleren