Indeling van levende wezens in verschillende groepen
Bv. Spel ‘wie is het’ bepaalde vragen gaan stellen, waardoor we levende wezens kunnen
uitsluiten en in groepen indelen
Hiërarchisch systeem: een aantal kenmerken die je levende wezens geeft, die bij een bepaalde
groep horen
Bijvoorbeeld:
Dieren die vliegen
Dieren die op het land leven
Dieren die in het water leven
Taxonomie:
Is de wetenschap die zich bezighoudt met het identificeren (vinden, beschrijven, tekenen), als je die
gevonden hebt ga je deze een naam geven (volgens de regels van de nomenclatuur), dan ga je gaan
nadenken over het classificeren en het ordenen van deze levende wezens
Fylogenie:
De wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoeken van de afstammingsgeschiedenis van een
groep (wat is de verwantschap tussen levende wezens)
Manieren van classificeren obv verwantschap = systematiek (taxonomie + fylogenie)
Schema hoort bij het taxonomische systeem
Cladogram of afstammingsschema
Wie is het nauwst verwant met de
krokodillen?
De vogels
Wie is het nauwst verwant met de vogels?
Nauwer verwant met de primaten dan met
de amfibieën
Verdieping:
In het cladogram zie je enkele belangrijke evolutionaire stappen. Je ziet dat het ontwikkelen van een
benig skelet een belangrijke stap is die beenvissen en alle andere vertebraten onderscheidt van de
haaien. De ontwikkeling van vier ledematen is een evolutie die ons onderscheidt van vissen. Een zeer
, belangrijke stap naar het leven op het lang is de ontwikkeling van het amniotische ei. Vissen en
amfibieën leggen hun eieren in het water, maar het amniotische ei maakt het mogelijk ook aan land
voort te planten. Het amniotische ei is een ei waarin het embryo in vruchtwater ligt en omhuld is
door een amnionvlies en een harde, leerachtige schaal waar geen water doorheen gaat, maar
waardoor wel gasuitwisseling mogelijk is. Dit heeft als gevolg dat er een vorm van inwendige
bevruchting moest ontstaan omdat het ei in een vroeg stadium bevrucht moest worden, voordat de
schaal ontwikkelt. Bij zoogdieren ontwikkelt zich natuurlijk geen schaal. Het amnionvlies is de
vruchtwaterzak rond de foetus
De basiseenheid in een taxonomisch systeem is de soort:
Soort: een groep van levende wezens onder natuurlijke omstandigheden onderling kunnen
gaan voortplanten, waarvan de nakomelingen zich ook kunnen voortplanten
Voorbeelden:
- Zomereik, wintereik 2 soorten waar we geen kruising van kunnen krijgen
- Witte en zwarte neushoorn (2 soorten): als zij zich proberen voort te planten komen hier
geen vruchtbare nakomelingen uit
- Muilezel: ezel + paard (ezel is een soort en paard is een soort, muilezel kan niet meer voort
planten)
Verdieping:
De nakomeling van een paardenhengst en een ezelin is een muilezel. Bij een paardenmerrie en een
ezelhengst is dit een muildier of muilpaard. Muilezel nog muildier kunnen zich echter voortplanten.
Daarom worden paarden en ezels als verschillende diersoorten gezien. De verklaring ligt in het aantal
chromosomen: een paard heeft 64 chromosomen, een ezel 62. Hun nageslacht heeft dus 63
chromosomen, waarvan 1 ongepaard chromosoom. Dit geeft problemen bij de verdere
voortplanting, waardoor muilezels en muildieren onvruchtbaar zijn.
Mens heeft 46 chromosomen
Wetenschappelijke naamgeving
Linnaeus: de soortnaam is tweeledig (altijd cursief geschreven)
1) Geslachtsnaam (met hoofdletter)
2) Specifiek voor elke soort (kleine letter)
Bijvoorbeeld: de huidige mens: Homo sapiens
voorouders: Homo habilis
Nomenclatuur: systeem van wetenschappelijke naamgeving dat wordt toegepast op organismen
De classificatie is hiërarchisch, elk niveau heeft eigen voorvoegsel
Rijk Animalia Dieren
Afdeling/stam Chordata Vertebraten
Klasse Mamalia Zoogdieren
Orde Primates Primaten
Familie Hominidae Mensachtigen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lottedewachter. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.