Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting leidraad economie €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting leidraad economie

2 revues
 56 vues  7 fois vendu

Deze samenvatting werd gemaakt in 2021_2022 voor de opleiding Sociaal Werk aan de Vives Hogeschool te Kortrijk. Wij gebruikten het handboek Leidraad economie. De samenvatting bevat alle info uit het handboek als ook uit de PowerPoints en is dus heel volledig. Ik scoorde met deze samenvatting ...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 82  pages

  • 26 novembre 2022
  • 82
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (23)

2  revues

review-writer-avatar

Par: caravanmolle • 2 mois de cela

Traduit par Google

does not include all chapters as described; if it says that the entire manual is covered, I also expect this to be the case.

review-writer-avatar

Par: colinlouwie • 8 mois de cela

avatar-seller
liesjke
H1: Wat is economie en hoe denken
economen?
1. De 2 betekenissen van het woord economie
Betekenis 1: Verwijst naar feiten of gebeurtenissen uit het maatschappelijk leven die zich op een bepaald
tijdstip of gedurende een bepaalde periode en op een bepaalde plaats voorgedaan hebben of voordoen. =
economische werkelijkheid. Deze maakt deel uit van de globale maatschappelijke werkelijkheid en heeft alles
te maken met het menselijk streven naar behoeftebevrediging. Dit streven vereist het produceren, verdelen en
aanwenden van middelen. => ECONOMY

Betekenis 2: Verwijst naar de economische wetenschap: de systematisch en kritisch verzamelen, ordenen en
doorgeven van kennis over economische gedragingen, verschijnselen en gebeurtenissen. In een moderne
maatschappij is jet feitelijk economisch gebeuren complex en verscheiden én het aandachtsgebied van de
economische wetenschap ruim. Economie als humane wetenschap => ECONOMICS

We kunnen afleiden dat economie te maken heeft met het streven naar behoeftebevrediging voor zover die
afhankelijk is van het omgaan met schaarse middelen. OF m.a.w. het streven van mensen naar welvaart.


Adam Smith (1723 – 1790): ‘An Inquiry into the nature and cause of the wealth of nations’

vader van de economische wetenschap en van het klassiek liberaal economisch denken.




1

, 2. De kern van het economisch probleem: schaarste verplicht
tot kiezen




Behoeften: betreft hoofdzakelijk materiële behoeften (in de ruime betekenis van het woord, bijv. ook
behoeften aan diensten zoals doktersconsults, vliegtuigreizen, bankrekeningen, … Materiële behoeften staan
hier tegenover psychologische en sociale en spirituele behoeften, die in principe niet ‘geproduceerd’ kunnen
worden, al worden die toch ook wel ten dele “geproduceerd” en “gecommercialiseerd”, en dus
“gematerialiseerd” of “ge-economiseerd”; bijv. therapie, facebook, het verkopen van kruisbeelden,
Boeddhabeelden, …, het aanbieden tegen betaling van een meditatiecursus, …


Middelen = economische goederen = goederen en diensten



2.1. Schaarste
Het economisch probleem volgt uit onze feitelijke bestaansomstandigheden. Ieder mens wil zijn leven – zo
aangenaam en kwaliteitsvol mogelijk – in stand houden. De middelen hiervoor zijn meestal niet allemaal in de
directe omgeving terug te vinden. De mens ervaart dus tekorten en die noemen we behoeften. Middelen die
zorgen voor behoeftebevrediging komen ook niet zonder inspanning tot stand. Ze moeten voortgebracht
worden en betaald worden.

Het voortbrengen van middelen tot behoeftebevrediging = productie.

Productie door het inzetten van productiefactoren: natuur, arbeid en kapitaal. De mogelijkheid om alles voort
te brengen en/of te betalen blijken beperkt in verhouding tot de behoeften. De spanning die ontstaat tussen
behoeften en middelen om deze te bevredigen wordt schaarste of welvaartstekort genoemd.

Schaarste is een relatief begrip dat in tijd en ruimte veranderd. Ook de perceptie van schaarste veranderd.

Aards paradijs = alles in overvloed = geen economisch probleem, geen schaarste.

Economisch probleem is dus onlosmakelijk verbonden aan ‘condition humaine’

! toename van middelen lost schaarsteprobleem niet op. -> bij toename middelen, stijgen de behoeften soms
zelfs nog sneller!




2

, 2.2. Economisch handelen is kiezen
We kunnen niet alles wat we wensen tegelijk verkrijgen dus moeten we kiezen. De schaarste van de
beschikbare middelen zorgt ervoor dat wij moeten kiezen, de alternatieve aanwendbaarheid maakt kiezen
mogelijk.

Alternatieve aanwendbaarheid = de beschikbare middelen (productiefactoren en geld) kunnen ingezet worden
voor de bevrediging uiteenlopende behoeften.

Kiezen doen wij op basis van voorkeuren, preferenties of prioriteiten. Bij elke keuze komen er baten en offers
kijken.

- Baten = opbrengst van de keuze = de behoeften die bevredigd worden/doelstellingen die gerealiseerd
worden
- Offers = de kosten van de keuze = de andere behoeftes die dan niet bevredigd kunnen worden

KIEZEN = VERLIEZEN -> meer van het ene is minder van het andere

Maar men kiest pas voor iets als de baten ervan groter worden geacht dan de offers!

Schaarste ≠ zeldzaamheid of absoluut te kort

In de supermarkten vinden we voedsel genoeg maar toch spreken economen van een voedselschaarste.

Bv. Productie van brood legt beslag op productiefactoren en sluit elk ander gebruik van die productiemiddelen
uit. + geld dat uitgegeven wordt aan brood, kan niet voor andere zaken gebruikt worden.

Brood produceren:

- Natuur: grond – en hulpstoffen
- Arbeid: menselijke arbeidskracht
- Kapitaal: plaatsing van de juiste machines

Schaarste situeert zich niet enkel op individueel niveau maar ook op gezinnen, groepen, organisaties en van de
samenleving op zijn geheel. bv. Als een onderneming beslist van de lonen te verhogen kan dit geld niet meer
gebruikt worden om opleidingen aan te bieden, de regering moet kiezen tussen verschillende beleidsdomeinen
bij opmaak van begroting, …

Economen zijn niet enkel geïnteresseerd in situaties waarbij offers/baten in geld worden uitgedrukt, maar ook
in niet-monetaire factoren:

- tijd: als je naar een fuif gaat, kun je in die tijd niet studeren
- sociaal: als je studeert, kun je in die tijd niet fuiven en ontspannen, mensen leren kennen, de vrouw of
man van je leven ontmoeten, …
- brood: grondstoffen, machines, arbeidstijd, ...: telkens kunnen de middelen of de tijd daardoor niet
elders aan besteed worden
- mobiliteit: vervoermiddel, tijd, ruimte!: idem
- veiligheid: geld om een stadspleintje op te knappen kan niet meer gebruikt worden om een extra
buurtwerker aan te stellen
- oorlog: geld, grondstoffen, tijd, …: idem (von Bismarck: “Boter of kanonnen”)

bv. Kiezen tussen veeleisende, goedbetaalde job of job met veel psychologische en sociale voldoening en
minder hoog loon.

 kunnen ook deel uitmaken van keuzevraagstuk en bijdragen tot welvaart en welzijn.

Het inzetten van tijd en middelen voor het bevredigen van behoeften en het realiseren van doelstellingen,
beperkt de aanwending van andere behoeften en doelstellingen. Men spreekt in dit verband van: alternatieve
kosten of opportuniteitskosten.

3

, Opportuniteitskosten = de waarde van de gederfde baten van het ‘beste alternatief’ dat men niet heeft kunnen
realiseren, nadat een bepaalde keuze gemaakt werd.

Bv. Leegstaand pand = geen huur

Bv. Minder werken om voor de kinderen te zorgen -> opportuniteitskosten: minder loon, verlies van voldoening
die buitenhuisarbeid kan geven.

Samenstellende componenten van het schaarsteverschijnsel:

- behoeften
- economische goederen
- productiefactoren

3. Behoeften
Economie is dus de wetenschap die het menselijk handelen bestudeert in zijn streven naar
behoeftebevrediging voor zover die afhankelijk is van het omgaan met schaarse middelen of m.a.w. met het
streven van mensen naar welvaart.

In de psychologie wordt onderzocht hoe behoeften ontstaan, hoe ze beïnvloed worden, hoe ze opgewekt
kunnen worden door anderen,…

In de economie worden ze enkel onderzocht vanuit hun relevantie voor de economie.

Behoeften zijn en blijven uitgangspunt van en aanleiding tot economische bedrijvigheid.

Zowel soorten behoeften als kenmerken van behoeften zijn bepalend voor aard en omvang van economische
activiteit en werkgelegenheid.

3.1. Soorten behoeften
We hebben 2 soorten behoeften:

1. individuele behoeften: de primaire behoeften deze houden verband met het behoud van het leven
zelf: water, voedsel, kleren, onderdak, verwarming, elementaire zorgen,… Op dit niveau vinden we
ook de behoefte aan zekerheid terug. Bescherming tegen gevaar, geweld,… -> Als we in de economie
bijna alle beschikbare middelen hierop moeten inzetten spreken we van een overlevingseconomie.
2. Collectieve behoefte: als de behoefte van de mens afhankelijk is van een collectieve beslissing en
inspanning. De gemeenschap bepaalt hoeveel middelen er ingezet worden en wie er voor betaald.
Deze kosten worden deels of geheel gedragen door de gemeenschap. (bv. Behoefte aan
rechtszekerheid, landsverdediging, binnenlandse orde, cultuur, onderwijs, wegen, sociale
bescherming, …)

Westerse landen laatste 60 jaar: relatief sterk toegenomen collectieve behoeftes t.o.v. individuele behoeften ->
hierdoor relatief groter deel van schaarse middelen ingezet voor collectieve behoeften dan vroeger.

3.2. Kenmerken van behoeften
Elke behoefte kan min of meer verzadigd worden maar keert terug in de tijd. Behoeften zijn herhalend. Dat
vergt continuïteit in de economische bedrijvigheid. -> er moet blijvend voedsel geproduceerd worden +
constant deel van inkomen wordt besteed aan voedsel. Of auto’s: markt verzadigd = productie richten op
vervangen van oudere modellen

Als er een behoefte bevredigd wordt, duikt er al snel een andere op. -> mens is bodemloos vat qua behoeften.
Behoeften zijn veelvuldig en vermenigvuldigbaar. Niet elke behoefte is daarnaast, op elk ogenblik, even
belangrijk. Er bestaat een rangorde in de belangrijkheid (cfr. Behoeftenpiramide Maslow) en bovendien
verschilt deze van persoon tot persoon én is ze afhankelijk van je individuele voorkeuren. De aard van de
behoeften en de rangorde tussen de verschillende behoeften zijn dynamische gegevens, ze zijn veranderlijk in
tijd en ruimte.


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur liesjke. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  7x  vendu
  • (2)
  Ajouter