Lawstudentatvub Lawstudentatvub@outlook.com 2022 – 2023
Familiaalvermogensrecht
Relatievormen, relatierecht en relatievermogensrecht
INLEIDING
1.Relatievormen
2.Relatierecht
3.Relatievermogensrecht
RELATIEVORMEN
Samenwoningsvormen als koppel (= twee of meerdere personen, ongeacht het geslacht, een affectieve
band met elkaar hebben en gezamenlijke huishouding voeren: onder hetzelfde dak leven en bepaalde
kosten samen delen)
• Drie wettelijke vormen van samenwonen
• Samenwonen?
• Koppel?
Huwelijk
1 • Enige vorm in 1804
• Dominante vorm tot eind 20ste eeuw => gereglementeerde relatievorm*
• Plechtige rechtshandeling betreffende het aangaan en het beëindigen van het huwelijk
• Verregaande rechtsgevolgen: gevolgen ten aanzien van derden => beperking op handelings-en
rechtsbekwaamheid: handelingsbekwaamheid om rechtshandelingen te sluiten en
rechtsbekwaamheid om in het recht op te treden.
• Ontwikkelingen: homohuwelijk, loskoppeling van verticale relaties (opvoedingskader)
• Enkel open voor mensen die seksueel affectieve band met elkaar hebben.
Wettelijke samenwoning
• Ingevoerd in 1998 als ‘minihuwelijk’ (toen was homohuwelijk een stap te ver).
• Veel minder ‘plechtig’, minder formaliteiten betreffende aangaan, maar wél formaliteiten ten
aanzien van het beëindigen van de wettelijke samenwoning (vandaag op morgen kan einde
gesteld worden aan wettelijke samenwoning).
• Sterke evolutie naar steeds meer gelijkstelling met gehuwden (op vermogensrechtelijk vlak), maar
die gelijkstelling is niet totalitair, dus toch blijven er zeer belangrijke verschillen => een tendens
naar gelijkschakeling tussen huwelijk en wettelijk samenwonenden op vlak van het vermogen,
echter is die gelijkschakeling niet totaal: GwH geeft de Wetgever gelijk, nl. gaat ervan uit dat
eenieder volledig geïnformeerd is, dus als bepaalde personen een relatie aangaan, dan zijn ze
bewust van de rechtsgevolgen van die keuze (nemo censetur ignorare legem). Als mensen een
bepaalde relatie aangaan die geformaliseerd is in de Wet, dan wordt iedere individu geacht de
rechtsgevolgen ervan te kennen.
, Lawstudentatvub Lawstudentatvub@outlook.com 2022 – 2023
• Opvallend: ook tussen nauwe verwanten (?): vb. tussen broers en zussen (geen vereiste van
seksueel affectieve band!). Het huwelijk enkel open voor mensen die seksueel affectieve band met
elkaar hebben, terwijl bij wettelijke samenwoning dat niet het geval is: je kan ook samenwonen
met uw broer of zus.
Feitelijke samenwoning
• Tot eind de jaren ’70 ongeoorloofd (“het concubinaat”), zelfs strijdig met openbare orde en goede
zeden bevonden. Men vond dat beetje eigenaardig, een soort vergoeding voor seksuele prestaties.
• Geen formele verbintenis, wel een feitelijke realiteit gebleven. Het is niet omdat de Wetgever
beslist heeft om bepaalde zaken niet exhaustief te regelen, dat het niet in de praktijk voorkomt.
• Soms wel rekening mee gehouden in het recht (aanknoping feitelijke realiteit, bv.
socialezekerheidsrecht: houdt rekening met feitelijke realiteit). Sommige rechtstakken verbinden
hieraan bepaalde rechtsgevolgen, dat heeft veelal te maken met de eigenheid van bepaalde
rechtstakken.
• Evolutie in familierechtelijke rechtspraak => Wetgever heeft bewust geen regeling uitgewerkt voor
feitelijke samenwoning want sommige mensen willen eenmaal afwijken van bepaalde plechtige
rechtsgevolgen. In de praktijk is dat niet altijd zo: niet iedereen is volledig geïnformeerd over de
verschillen tussen diverse relatievormen.
• Vrije keuze (wetgever) <=> realiteit en wilsgebrek van de liefde
RELATIERECHT
2 Civiele gevolgen samenwoningsvorm
• Aangaan en voorwaarden
• Rechtsgevolgen
• Beëindiging
• Vermogensrechtelijke aspecten
Aanpak handboek
Feitelijk samenwonen
• Een louter feit ingeschreven in het bevolkingsregister (administratieve aangelegenheid) => men
moet kunnen aantonen dat men met die persoon/personen onder hetzelfde dak woont en met
wie men een gezamenlijke huishouding voert.
• Geen civielrechtelijk statuut, wel ad hoc verwijzingen, vb. in de fiscaliteit wordt een feitelijk
samenwonende weleens gelijkgesteld met huwelijk of wettelijk samenwonenden op
vermogensrechtelijk vlak wanneer ze een voldoende duurzame samenwoning kunnen aantonen.
• Zelf regelingen treffen, bv. contract of testament
• Ook beëindiging is een feit dat wordt geregistreerd in bevolkingsregisters => formaliteiten die
gelden voor het aangaan, gelden onverkort voor het beëindigen! In het bevolkingsregister wordt
men als het ware geschrapt uit datzelfde adres.
• Geen wettelijke alimentatie, ev. conventioneel of schadevergoeding/natuurlijke verbintenis. Dit
wordt louter conventioneel geregeld. In de rechtspraak worden constructies geregeld om het
feitelijk samenwonen toch op een zekere mate te beschermen, vb. wanneer iemand
, Lawstudentatvub Lawstudentatvub@outlook.com 2022 – 2023
professioneel/beroepsactiever is dan de andere samenwoner, gevolgen op de
vermogensrechtelijke gevolgen. Familierechtbank komt tussen: hebben bepaalde concepten
ontwikkeld om feitelijke samenwoner tegen de andere te beschermen.
LET OP: Het beëindigen van de feitelijke samenwoning mag niet foutief zijn, zo ja, dan recht op
een schadevergoeding. Daarvoor juridische stappen ondernomen worden.
LET OP: Natuurlijke verbintenis is een moreel engagement waarbij de rechter juridische gevolgen
gaat treffen om de ene samenwonende toch financieel te laten steunen door de andere
samenwonende. Sommige rechters gaan hiermee akkoord, sommige niet.
Wettelijk samenwonen
• Verklaring voor ABS (art. 1475 oud BW) gebeurt samen.
• Melding in het bevolkingsregister, geen akte burgerlijke stand (dus niet formeel). Die verklaring
moet voor de ABS gebeuren, maar dat is een loutere registratie. Er wordt dus geen akte van
burgerlijke stand opgemaakt.
• Raakt staat van de persoon? Eigenlijk niet, maar toch zekere beperking op
rechtsbekwaamheid/handelingsbekwaamheid, vb. met betrekking tot de gezinswoning.
• <=> samenwoningscontract (vgl. huwelijkscontract) om bepaalde aspecten van hun samenwonen
nader te regelen, vermogensrechtelijk dan wel persoonsrechtelijk:
o Wettelijke samenwoners: via notaris.
o Feitelijke samenwoners: onderhands.
• Gevolgen wat de persoon betreft?
3 o Wettelijk: geen (zelfs geen plicht tot samenwonen!). Dit is geen juridisch afdwingbare
verplichting.
o Conventioneel? Geen aantasting of beperking persoonlijke vrijheid mogelijk. Er kunnen geen
persoonlijke plichten bedongen worden.
Vb. geen getrouwheidsverplichting (= men kan elkaar niet verplichten om voor altijd
“getrouwd” te blijven).
Vb. geen bijstandsverplichting (moreel en affectieve dimensie)
• Gevolgen wat de vermogens betreft?
o Conventioneel: verplichting tot materiële of financiële hulp tijdens en na de relatie (“geldelijke
verplichting”) wanneer men in het vaarwater komt op persoonsrechtelijk vlak. De relatie kan
niet foutief of ontijdig gebeuren. Er kan geen concreet geldbedrag gekoppeld worden aan de
beëindiging van de wettelijke samenwoning, maar er kan wél onder meer verwezen worden
naar de foutaansprakelijkheid, op zijn minst de andere wettelijke samenwoner ervan op de
hoogte houden om de wettelijke samenwoning te willen beëindigen.
o Opgelet wat beëindiging betreft:
▪ Geen geldelijke sanctie gekoppeld aan verplichting tot voortzetting
▪ Wel verbintenis om relatie niet abrupt te beëindigen en levensgenoot in financiële
moeilijkheden te brengen
• Primair samenwoningsstelsel (art. 1477 oud BW)
o Vgl. primair huwelijksstelsel. Basiszaken die onverkort gelden en waarvan niet kan worden
afgeweken.
o Bij wet vastgelegde regels over gezinslasten, gezinswoning en gezinsbescherming.
, Lawstudentatvub Lawstudentatvub@outlook.com 2022 – 2023
• Erfrecht ten voordele van langstlevende WS (sinds 2007). Vanaf 2008 stijgende tendens naar het
aangaan van wettelijke samenwoning. Echter is het precairder dan voor huwelijkspartners.
• Fiscaal en socialezekerheidsrechtelijk
o Fiscaal: ver doorgevoerde = huwelijk (bv. directe belastingen, schenkbelastingen...).
Huwelijkspartners en wettelijk samenwonenden grosso modo gelijk. Tarieven zijn identiek
voor beide relatievormen.
o Socialezekerheidsrechtelijk: = feitelijke samenwoners, met enkele belangrijke uitzonderingen
zoals in pensioenvoorzieningen en arbeidsongevallen- en beroepsziektenverzekering.
Rekening houden met feitelijke samenwoners, ook wettelijke samenwoners! Wettelijke
samenwoners kunnen in hun samenwoningscontract een wederzijdse hulp-en
bijstandsverplichting bedingen, vb. wanneer er een arbeidsongeval/beroepsziekte
plaatsvindt, dat de vergoeding ervan toekomt aan de andere wettelijk samenwonende
partner. Enkel wettelijke samenwoners kunnen dat doen!
• Beëindiging relatie van wettelijke samenwoning (art. 1476, § 2 oud BW)
o Formele beëindiging is vereist bij ABS
o Door een gezamenlijke verklaring of op initiatief van één van beide naar de ABS gaan en de
beëindiging laten registeren, maar moet niet persé samen gebeuren. Wet voorziet in een
bescherming, vb. erfrecht, zowel bij het aangaan als bij het beëindigen, maar dat geldt voor
zover de wettelijke samenwoning voortduurt!!! Een van beide kan op eigen initiatief kan
langsgaan bij de ABS en zeggen dat het niet meer hoeft.
o Eenzijdige beëindiging? => verklaring wordt door deurwaarder betekend via een
4 deurwaardersexploot + geen opzeggingsperiode. De deurwaarder komt langs de beëindiging
betekenen, en zeker geen recht op een opzeggingstermijn. De wet voorziet daar niet in.
o Andere gronden van tenietgaan? Overlijden en huwen. Als dat erfrecht niet testamentair is
ontnomen, dan kan de langstlevende WS partner ook erven.
• Gevolgen van beëindiging
o Geen, tenzij bedongen in een samenwoningscontract. Men kan dus bedingen dat bepaalde
maanden of zekere vastgelegde periode na de beëindiging dat er een alimentatie is voorzien.
Dat raakt niet aan de persoonlijke vrijheid van een van beide voormalige wettelijke
samenwoners.
o Geen wettelijke alimentatie voorzien
o Vgl. feitelijke samenwoning: poging om via rechter iets te verkrijgen.
Huwelijks samenwonen
• Aangaan: zeer formeel (aangifte – wachttermijn – voltrekking in het openbaar): zie de artt. 164/1
e.v. oud BW. Aangifte samen bij de ABS van de intentie om te willen trouwen. Men moet daarna
eventjes wachten (“wachttermijn” minstens 14 dagen maximum 6 maanden: ergens daartussen
in huwelijk te zijn getreden). Binnen die termijn wordt het huwelijk voltrokken: in het openbaar,
eventueel in vertegenwoordiging van de getuigen. Dat is een plechtige aangelegenheid.
• Primair huwelijksstelsel (basis/kern van het huwelijk, NOOIT AFWIJKEN, zo ja, dan
nietigheidsregeling).
o Dwingende wettelijke gevolgen (art. 212-224 oud BW): enerzijds gelijkheid en autonomie van
elk van beide echtgenoten, anderzijds een zekere solidariteit (infra).
o Primordiaal: geen afwijking van mogelijk (art. 212 oud BW)