TAAL EN COGNITIE:
SOCIOCOGNITIEVE
BETEKENISLEER
Communicatiemodellen
- Twee concurrerende modellen over wat communicatie is: product-driven en process-driven
Product-driven communicatiemodellen
- Taal is een systeem
- Taalvermogen is aangeboren
• We zijn in staat om dieptestructuren om te zetten in oppervlaktestructuren
• Geboren met beperkte set van grammaticale regels (aangeboren, neurologische neerslag
in hersenen): aangeboren grammaticale kennis die ons in staat stellen om een eindeloze
reeks van zinnen te produceren
• Zin bestaat uit noun en verb phrase: we worden ermee geboren, we kunnen het al en we
vullen het in met de taal die we spreken
- Geïnspireerd door idee van Universele Grammatica (Chomsky)
- Taal = woordenboek + grammatica
• Als men beide combineert, dan kent men heel de taal
- Parallel met ‘taal als systeem’: klassieke communicatiemodellen (Jakobson 1960: 353, Shannon &
Weaver 1949: 381)
• Zender heeft een bepaalde boodschap (wilt iets communiceren)
, • Zender gaat boodschap coderen
• Zender gebruikt medium om boodschap te versturen naar ontvanger
• Ontvanger decodeert boodschap
➔ Transfer
- Zender en ontvanger werken consecutief
• Lineair proces
• Het ene gebeurt na het andere
• Eerst coderen, dan overbrengen en dan decoderen
- Coderen, overbrengen en decoderen van een boodschap (impliceert één-opéén relatie tussen
vorm en betekenis)
- MAAR: problemen bij klassieke communicatiemodellen/taal als systeem:
• Vanuit onomasiologisch perspectief: de naam die we gebruiken om bepaald concept
vorm te geven
❖ Heel veel verschillende mogelijke namen voor één concept
❖ Heel veel verschillende manieren om taal vorm te geven
❖ Geen één-op-één verhouding tussen vorm en betekenis
❖ Probleem voor product gedreven communicatiemodel: hoe kan je er nog zeker
van zijn dat coderen en decoderen goed gaat verlopen (kan zowel aan de codeer
als decodeer kant fout lopen)
• Vanuit semasiologisch perspectief: betekenis voor eentalige vorm
❖ Een woord als "ja” heeft oneindig veel betekenissen: het kan iets bevestigen, het
kan misschien/nee/weet ik veel betekenen
❖ Foto: mensen krijgen net te horen dat hun trein vertraging heeft en de ene zegt
tegen de andere “ja”
o In dat ene woordje “ja” zit een rijke betekenis die niet in het
woordenboek te vinden is
o Je zal nooit in het woordenboek vinden dat ja ook nee kan betekenen
, ❖ Ook oké kan enorm veel betekenissen en functies hebben
o Kan bevestigend antwoord zijn, kan een nieuw topic aangeven, kan
verwarring aangeven
o Eindeloos veel contexten waarin oké telkens net iets anders betekent
• Wat met niet-correctheid?
❖ Interview met Sam Gooris: Nee nee na verschiete een beke he. Ga got da nie in
maan schoene stoempe zelle copain. Nee nee nee ma oek al gekneusde ribben
die ziet eruit zelle blaa plekke over heel her lijf.
❖ Onafgewerkte zinnen, grammaticale fouten, herhalingen, enz.: ruis is moeilijk
voor mensen die universele grammatica nastreven
❖ Wat met sociale betekenis? De manier waarop Gooris spreekt, geeft een signaal
en zorgt ervoor dat men een bepaalde attitude krijgen tegenover de persoon die
spreekt
❖ Men geeft een signaal door de taalvormen die men gebruikt
❖ In communicatie is dat signaal onwezenlijk belangrijk
❖ Sociale betekenis die vastkleeft aan de taalvormen die men gebruikt, zal men
niet vinden in een universeel grammaticamodel/in een lexicum/in de algemeen
Nederlandse spraakkunst (er gaat niet bijstaan “door dit woord te gebruiken ga
je heel suf klinken”)
• Wat met (abstracte) idiomen?
❖ Een X van een Y: Y bevat kenmerken van X
o Dat is een schat van een kind
o Wat een reus van een vent
o Hij speelde een dijk van een wedstrijd
o [Det - N1 - van - (een) N2]
o N2 die kenmerkende eigenschappen vertoont van N1
❖ Deze constructie is niet terug te vinden in een woordenboek of lexicum
, Process-driven communicatiemodellen
- Taal niet als systeem maar als gecoördineerde actie
- Geïnspireerd door notie van ‘joint action’ (Clark 1996)
• Bijna alles wat we doen is een vorm van joint action (iets dat je samen met iemand
anders doet)
• Taal is een middel om een gemeenschappelijk doel te bereiken
• Taal en betekenis ontstaat ter plekke
• Betekenis zit niet in een woordenboek, maar dient zich telkens opnieuw aan op het
moment dat mensen met elkaar in interactie gaan
• Interactionele visie op taal
• Taal is gedrag coördineren met elkaar
• Het resultaat van herhaalde ervaringen
• We zijn er goed in omdat we het een hele dag doen
• We zoeken en vinden structuren die telkens opnieuw terugkomen en lijken te werken
- Voorbeeld van hoe betekenis niet in het woord/in de vorm zit: “bitch”
• Het woordenboek is niet de primaire plek waar betekenis staat
• Woord zou sowieso negatief zijn in het woordenboek
• Bitch kan ook positief of ten minste neutraal zijn
• Negatieve betekenis is niet de enige mogelijke betekenis die er is
- Betekenis is emergent: ontstaat in interactie/ontstaat ter plekke
• “Lekker chillen met mijn bitch …”: vriendin weet dat bitch iets positiefs betekent
• Bitch is niet iets generiek dat opgenomen is in een woordenboek, maar het is iets lokaal
• “De pornoschuif”: schuif waarin er vroeger pornoboekjes lagen maar nu niet meer, maar
schuif blijft zo noemen
- Betekenis is ook emergent op basis van non-verbaal gedrag
• Iemand een hand geven kan een expressie van beleefdheid zijn of net niet, het kan een
daad van rebellie in coronatijden, enz.
• Grote culturele verschillen
• Voorbeeld toegepast onderzoek: bouwvakkers die vrouwen op straat nafluiten of
scheldwoorden roepen naar voorbijgangers (gewenst onbeleefd (Holmes & Schnurr
2017)) → onderzoek naar kleine groepjes die gemeenschappelijk doel hebben
(community of practice) → negatieve betekenis voor diegenen die nagefloten worden,
maar positieve betekenis voor diegenen die nafluiten, het is iets groepsversterkend voor
hen (nieuwkomers hebben moeilijkheden om in de groep aanvaard te worden als ze niet
meedoen, wordt als iets negatiefs gezien)
- Conclusie: betekenis ontstaat tussen mensen, het zit niet in de vorm: het is met andere woorden
emergent
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elinesilverans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.