Constructie technieken - Vastgoed
Inleiding
Wat is van belang voor VGM?
⟶ Installatie herkennen
⟶ Regelgeving en normring
⟶ Keuringen
⟶ Onderhoud
⟶ Ook binnen EPC komen heel wat installaties voor
Wie inschakelen voor verplichte keuring
⟶ BTV: betrouwbare, technische, vriendelijke controles
⟶ Externe Diensten voor Technische Controle op werkplaats
= erkenning die men krijgt voor bepaalde controles
Begrippen
Verbranding
= verbrandingsprocessen hebben brandstof en zuurstof nodig (zuurstof wordt meestal uit
omgevingslucht betrokken), maar brandstof zal bij kamertemperatuur niet spontaan ontbranden, er
is ontstekingsenergie nodig om de verbrandingsreactie te starten
⟶ Factoren om tot verbranding te bekomen
- Brandstof
- Zuurstof
- Ontsteking
⟶ Bij verbranding komen energie en warmte vrij die kan benut worden maar ook rookgassen
Gevaar van CO
= zeer giftig, dodelijk, kleurloos en reukloos gas dat gevormd wordt bij onvolledige verbranding van
koolstofhoudende stoffen: steenkool, olie, benzine, stookolie, gas, hout
⟶ Grootste oorzaak van accidentele sterfte binnenshuis
⟶ CO gaat altijd gepaard met verbrandingsbron
⟶ Onvolledige verbranding
= brandstof kan niet volledig omgezet worden en er wordt koolstofmonoxide gevormd (CO),
indien er zelfs geen verbranding optreedt is er roetvorming ( C)
⟶ Wanneer doet dit zich voor? Onvoldoende lucht (zuurstof) aanwezig voor volledige
verbranding
o Kan ook bij slechte werking toestel
⟶ Bij inademing hecht het zich snel en makkelijk aan de hemoglobine van het bloed ipv
zuurstof en zo ontstaat vergiftiging
⟶ Symptomen:
- Hoofdpijn
- Misselijk
- Braken
- Duizeligheid
- Bij lange blootstelling: bewustzijnsverlies, coma en sterven
Calorische waarde/verbrandingswaarde
,= energie die vrijkomt van warmte (maximale warmte die vrijkomt per liter, kilo… brandstof)
⟶ Hoeveel warmte er vrij komt is afh van soort brandstof
⟶ Uitdrukkingseenheid voor warmte = joule
Inleiding
Meeste brandstoffen zijn fossiel
= afkomstig van organische materie die honderden miljoenen jaren afgestorven is (planten en dieren)
⟶ Zijn eindig
⟶ Terwijl men nu duurzame/hernieuwbare energie gebruikt
o Men kan hierover voor onbeperkte tijd beschikken en brengt leefmilieu niet in gevaar
Fossiele (3/4 van bevolking gebruikt deze nog)
⟶ Vast
o Turf, bruinkool, steenkool, petroleum coke
⟶ Vloeibaar
o Benzine, kerosine, diesel, zware stookolie
⟶
Gas o Aardgas, propaan, butaan en LPG, staalgas, synthesegas
Hernieuwbare
⟶ Vast
o Houtchips, pellets, olijfresidu
⟶ Vloeibare
o Alcoholen, olie
⟶
Gas o Biogas, synthesegas, RWZI
LPG
= Liquefied Petroleum Gas
Aardgas is niet giftig
⟶ Vergiftiging kan wel optreden door CO-vorming bij onvolledige verbranding, en door
gebrek aan zuurstof
⟶ Aardgas is lichter dan lucht, dus als aardgas ontsnapt in niet geventileerde ruimte zal aardgas
zich altijd verzamelen aan bovenzijde van lokaal
⟶ Bij aardgaslek, gas verspreidt zich naar boven -> snelle evacuatie van ruimte door
openingen zo hoog mogelijk aan te brengen (= bovenverluchting)
,LPG
= mengeling van waterstofgassen die oa gebruikt wordt als brandstof en afkomstig is van raffinage
van ruwe olie
⟶ Door samenpersen onder hoge druk worden ze vloeibaar, zodat ze opgeslagen kunnen
worden in gasflessen/reservoirs
⟶ Populaire soorten: butaan en propaan
⟶ Reukloos maar worden verrijkt met reukstoffen om lekdetectie te vergemakkelijken
⟶ Niet giftig, maar bij hoge concentraties kunnen ze verstikking veroorzaken door gebrek aan
zuurstof in de lucht
⟶ Is zwaarder dan lucht -> hoopt zich op in lager gelegen plaatsen (kelders)
⟶ Andere veiligheidsmaatregelen en gevaren dan bij aardgas
⟶ Bij lek -> geen evacuatie door natuurlijke bovenverluchting, afzuiging op laagste punten is
enigste mogelijkheid
⟶ Geen lege gasflessen in kelder opstapelen
Propaan in tank
⟶ Aangevoerd door tankwagen + in tank opgeslagen
⟶ Er is plaats nodig om tank te installeren (kan ook ondergronds)
⟶ Geven hogere CO2 uitstoot vergeleken met aardgas
⟶ Gekozen als alternatief in huizen die niet kunnen worden aangesloten op aardgas
⟶ 1 gasfles in reserve per installatie (meerdere zijn verboden)
⟶ Luchtballonnen, terrasverwarmers, bbq
Verschil tussen propaan en butaan
⟶ Kookpunt is verschillend (punt waarop vloeistof overgaat in gas en andersom)
⟶ Butaan is onbruikbaar als temperatuur onder vriespunt komt, propaan kan tot -42 graden
⟶ Butaan gas kan overal gevuld worden, propaan niet zomaar in ieder land
Vroeger hoofdzakelijk fossiele brandstofgassen
⟶ Akkoorden van Parijs moesten vermindering van broeikasgassen stimuleren
⟶ Energietransitie
= overgang van oude naar nieuwe energie (we zetten minder in op fossiele en gebruiken
meer hernieuwbare)
• We worden meer onafhankelijk van wat in buitenland geproduceerd wordt
• Streven naar decentralisatie -> men gaat in verschillende regio’s productie-
eenheden opstarten
• Kenmerken nieuwe systeem
o Minder afh van fossiele brandstoffen
o Meer gebruik van hernieuwbare energie
o Grotere energie-efficiëntie en minder verspilling
o Flexibeler zijn
o Gebaseerd zijn op nieuwe, digitale technologieën
o Grotere bevoorradingszekerheid en niet langer afh van energie die
in buitenland wordt geproduceerd
• Doelstellingen 2050
o Vlaanderen wil dat elke woning even energiezuinig is als een nieuwbouw
o Europa wil klimaatneutraal zijn
1. Individuele verwarming
1.1 Ruimteverwarming
, 1.1.i Inleiding
Verwarmingsinstallatie
⟶ Gekenmerkt door:
• verwekker (gasketel, warmtepomp)
• afgiftesysteem (radiator, vloerverwarming, kachel)
1.1.i Gegevens
Indeling
⟶ Individuele centrale verwarming
• Warmte wordt centraal opgewekt (in aparte stookplaats bijvoorbeeld)
en gedistribueerd naar elke kamer in de woning
• Gasketels en ketels op gasvormige brandstoffen, warmtepompen
⟶ Individuele decentrale verwarming
• Warmte wordt decentraal opgewekt en niet gedistribueerd
• Niet-elektrische kachels of elektrische verwarming
⟶ Collectieve verwarming
• Opwekking van warmte staat in voor verwarming van meerdere woon-eenheden
• Warmtenetten
1.1.i Individuele centrale verwarming
Individuele centrale verwarming
⟶ Types:
• Stookolieketel
o Condenserend
o Niet-condenserend
• Gasketel
o Atmosferisch zonder ventilator
o Condenserend
o Overige
o Label, fabricagedatum en type ketel moeten vastgesteld worden!