Dit is een samenvatting van het vak psychologie en pedagogie, gegeven door dhr. Van Bunder (OLOD: basiswetenschappen ifv therapeutisch handelen 1). Dit vak wordt gegeven in de opleiding Logopedie en audiologie in het eerste jaar (sem 1). zowel notities, slides als de syllabus zijn verwerkt.
PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGIE
Jaar: 2022-2023, semester 1
Studiepunten: 9
Lector:
OLOD: basiswetenschappen i.f.v. therapeutisch handelen 1
Examen:
- Deel 1: algemene anatomie, fysiologie, pathologie en genetica -> 100% -> 3SP
- Deel 2: psychologie en pedagogie -> 100% -> 3SP
o 40% Meerkeuzevragen met giscorrectie
o Leerstof: syllabus, teksten op chamilo, leerpaden en slides
- Deel 3: fonetiek en psycholinguïstiek -> 100% -> 3SP
Hoofdstuk 1: psychologie? (notities les 1)
1.1 inleiding
- Psychologie = een wetenschappelijke discipline dat bevindingen objectief weergeeft
en geen voorspellingen doet.
- Sinds de jaren 60 bestudeert de psychologie
o De interne geestelijke processen (= niet zichtbaar)
o De externe gedragingen (=zichtbaar)
- Experiment van Milgram
o Schocks toegediend
o Onderzoekers worden getest op hoe ver ze zouden gaan als persoon met
autoriteit zegt dat ze dit moeten doen
o Veel kritiek -> scène gezet (mensen leven niet in labo’s, maar in een echte
wereld), niet realistisch
1.2 soorten psychologie
Experimenteel Onderzoeken, experimenteren
Artificiële situaties opzetten en zoveel mogelijk variabelen
onder controle houden
Klinisch (ab)normaal functioneren van mensen
(bv. welke factoren hebben een invloed op depressie?)
- vaak observationeel te werk in natuurlijke omgeving
(geen artificiële situatie)
Arbeidspsychologie Kijkt naar het functioneren van mensen op het werk (= hoe
mensen samenwerken)
Ontwikkelingspsychol Hoe psychisch functioneren verandert naar mate je ouder
ogie wordt (sociale vaardigheden, emotionele vaardigheden)
Persoonlijkheidspsych Zijn mensjes in hokjes verdeeld o.b.v. persoonlijkheid
ologie (karakter)
Sociale psychologie Wat is de invloed van mensen/omgeving op een persoon
1.3 psychologie versus psychiatrie
- Psychologie = bestudeerd gedragingen van mensen en mentale processen
- Psychiatrie = onderdeel van de geneeskunde en weerlegt de klinische psychologie
o medicatie mag voorgeschreven worden (niet bij psychologie)
1.4 perspectieven
- een perspectief = manier van denken en je standpunten
o biologische psychologie = een poging om psychisch functioneren te verklaren
vanuit biologisch standpunt
o cognitieve psychologie = gevolg van betekenis die eraan geef (mensen
verwerken en bewerken info dominant)
gaat over het innerlijke
, o psychodynamische psychologie = ingewikkelde opbouw van de mens
engeltje en duiveltje op onze schouders -> maken voortdurend ruzie ->
vandaar mentale problemen
o humanistische psychologie = we willen als mens de best mogelijke versie van
onszelf worden (interpretatie vanuit persoonlijke groei)
o behaviorisme (gedragspsychologie)
enkel rekening houden met gedrag > iets wat je kan observeren
bv. bezorgdheid > niet waarneembaar -> dingen die je kan doen wel
1.5 actuele vraagstukken (notities les 2)
1.5.1 actuele vraagstukken – herhaling
- psychologie heeft probleem met de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek
- vals – positief: verband tss X en Y terwijl er geen verband is
- nudging: mensen beïnvloeden zonder dat ze het beseffen
- bv. experiment: restaurant (bv. serviet op benen -> je eet meer)
o link tss alle prentjes -> Wansink
wetenschap -> je hebt een hypothese -> voert de hypothese uit (kijkt of
het (niet)klopt)
Wansink -> geen hypothese -> match op toeval
- Zombietheorieen: ideeën blijven verteld worden (= ze leven niet meer, maar gaan ook
niet dood)
- Stapel: vergelijkbare wetenschapper met Wansink, maar zijn onderzoek klopte niet
o Zelf alle data gevonden en gemanipuleerd tot het statistisch significant was
(ging niet zelf naar een station)
1.5.2 publicatiebias
- feit dat tijdschriften heel vaak weigeren nulstudies te publiceren
o nulstudies = studie die geen resultaat heeft
1.5.3 nulhypothesetoetsing/significantie
- data verzamelen + nagaan wat effectief is
- nulhypothese = methode om na te gaan wat betekenisvol is in de data
o minst betrouwbare manier van onderzoeken
o gaan ervan uit dat hypothese niet klopt en je moet bewijzen dat deze fout is
o eerst van hypothese -> nulhypothese maken
proberen aantonen dat het fout is -> dus daar klopt de hypothese
o perfect mogelijk dat hypothese fout is, maar de data juist
feit dat er zoveel ondode theorieën zijn is het resultaat van het blind
toepassen van nulhypothesetoetsing
o hypothese = dingen die je wilt bewijzen
nulhypothese is makkelijk te verwerken dan te bewijzen
o data = dingen die je gaat verzamelen
- statisch significant
o data zou vrij onwaarschijnlijk zijn indien de hypothese waar is, kans dat ik deze
data vind als de hypothese waar is, is heel groot
o p-waarden berekenen
< 0,05 -> wel significant: je hebt iets gevonden
> 0,05 -> niet significant: je hebt niets gevonden
Hoe meer dat je verzamelt, hoe meer kans op een juiste hypothese -> p-
hacking
- Nulhypothesetoetsing: geeft antwoord op vraag ‘als hypothese waar is, hoe groot is
kans dat ik data vind’.
o = het heeft letterlijk geen effect, het gaat geen verschil maken
o Voorbeeld van nulhypothese: studenten logopedie zijn even snel getrouwd als
studenten audiologie
o Voorbeeld hypothese: mijn pil werkt tegen depressie
, Nulhypothese: mijn pil werkt niet tegen depressie
o Data verzamelen
o Zien dat dit soms waar is, soms niet, soms hetzelfde -> geen eenduidig
antwoord
o Statisch significant -> hoe waarschijnlijk is het dat ik deze data vind in een
onderzoek
1.5.4 Replicatie
- Het toetsen v/h resultaat v/h oorspronkelijke experiment via ander onderzoeksopzet
Hoofdstuk 2: De hersenen
2.1 inleiding
De hersenen
- Alle psychische processen hebben lichamelijk correlaat
- Centraal zenuwstelsel = ruggenmerg + hersenen -> opgebouwd uit zenuwcellen
- Zenuwcellen (functie) = doorgeven van signalen/prikkels
- Verband hersenen-psychische processen (Broca, Wernicke
o Clinico – anatomische methode
Clinico = gedetailleerde observaties van PT
Anatomisch = hoe het met de hersenen zit
= via klinisch onderzoek te kijken welke psychische functies bij iemand
verstoord waren om vervolgens, eens de persoon in kwestie overleden, na
te gaan welke delen van de hersenen beschadigd waren.
2de helft van 19de eeuw
In deze periode ging men ervan uit dat psychische functies in
onderscheiden hersenstructuren gelokaliseerd konden worden
Broca en Wernicke
Broca (frontale kwab) = letsel op specifieke plaats voor in de
hersenen -> spraakarticulatie verstoord
o Articulatie gelokaliseerd op specifieke plaats
o Er was nog intonatie, maar kwam geen klank uit
o Afasie van Broca = mensen hebben moeilijkheden met
spreken door schade in het centrum van Broca
Wernicke = ontdekt dat taalbegrip op een specifieke plaats ligt
o Hield geen steek wat de persoon zei, sprak niet
samenhangend
o Afasie van Wernicke = taalstoornis, bij problemen met het
begrip van taal
o Dynamische clinico-anatomische methode
Grondlegger= Luria
Lokalisatie theorie klopt niet volledig
Rekening houdend met de complexe structuur van psychische functies
= delen van psychische functies kunnen wel gelokaliseerd worden, maar
dat uit het samenwerken van ≠ hersenregio’s nieuwe functies ontstaan
die eigenschappen hebben welke niet door de eigenschappen v/d ≠
regio’s op zich verklaard kunnen worden
Dynamisch -> samenwerking
2.2 zenuwcellen of neuronen
= basiseenheid v/d hersenen, type cel met eigen structuur en functie
- Functie = overdracht van signalen of info
- Bij geboorte: 100 miljard neuronen -> neemt af naarmate we ouder worden
- Opbouw: cellichaam en dendrieten
o Dendrieten = ontvangen info van andere neuronen
, o Axon = deel v/h neuron dat info doorgeeft naar andere cellen
o Synaps = plaats waar neuron info doorgeeft aan elkaar
Activerende synaps = geven info door die activiteit veroorzaakt in andere
neuronen
Inhiberende synaps = geven info door die activiteit doet afnemen in
andere neuronen
- Stappen: hoe geven neuronen info door
o Stap 1: informatie doorgeven van cellichaam -> synaps
D.m.v elektrische lading -> presynaptisch potentiaal
o Stap 2: potentiaal verstuurd -> neuronen vuren (alles of niets actie)
Neuron werkt op volle kracht of niet
o Stap 3: elektrisch signaal bereikt synaps
o Stap 4: elektrisch signaal wordt omgezet in chemisch signaal
o Stap 5: aan het uiteinde v/h axon-> vesikels (met NT)
o Stap 6: NT worden vrijgelaten in de synaps (als gevolg van gewijzigde elektrische
lading)
o Stap 7: neurotransmitter (NT) = moleculen die info over synaps overdragen
v/d ene cel naar de andere
o Stap 8: NT binnen aan de andere kant op receptor -> hierdoor in dendriet v/d
volgende cel elektrische lading veroorzaakt dat doorgestuurd wordt naar
cellichaam = post synaptisch potentiaal
o Stap 9: myeline = vetachtige stof (= geleider), actiepotentiaal sneller
verspreiden
2.3 het ruggenmerg
- = functioneert als doorgeefluik van info van en naar de hersenen en de periferie v/h
lichaam
o Sensorische info (zintuigen)-> hersenen
o Motorische info -> spieren
o Zorgt ervoor dat motorische commando’s die in de hersenen ontstaan onze
spieren bereiken
2.4 structuur v/d hersenen
- 3 grote delen
o Achterbrein (oudste structuur) = lichamelijke functies
o Middenbrein = algemene activatietoestand v/d hersenen
o Voorbrein (jongste structuur)= complexere psychische functies
- Organisatie
o Nuclei = cellichamen v/d neuronen in hersenstam groeperen zich in bolletjes
Grijze materie = nuclei
Witte materie = connecties tussen axonen en dendriet
o Cortex = cellichamen v/d neuronen in voorbrein organiseren zich in lagen
o Grote connectiesschema’s, basisstructuur ligt vast
o Specifieke connecties zijn afh. van ervaringsgegevens
-> psychisch beleven kan structuur van hersenen wijzigen
- Achterbrein
o Medulla oblongata
1ste hersenstructuur = aan het uiteinde v/d ruggengraat
Functie: Verbindt ruggengraat met hersenen + controleert vitale functies
Staat in verbinding met pons
Pons staat in verbinding met het cerebellum
Functie cerebellum = staat in voor gecoördineerde bewegingen
- Middenbrein
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ronnadeconinck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.