INFECTIES
Septische Arthritis
o = directe invasie van een gewricht door pyogene bacteriën
o Oorzaken:
1) hematogene uitzaaiing
2) directe uitzaaiing vanuit omgevende besmette weke delen
3) uitbreiding van een osteomyelitis
4) iatrogene(= veroorzaakt door medische handelingen) contaminatie door
aspiratie/ punctie
5) contaminatie na trauma
o Risicofactoren:
oud letsel (30% !): osteoartrose, kristalartritis,..
chronische inflammatoire arthritis (50% !)
prothese
gecompromitteerde immuniteit (DM, alcoholabusus, maligniteit, RA, AIDS, …)
o Etiologie
Frequentste kiemen volgens leeftijdscategorie :
<2 jaar 2-16 jaar 16-30 jaar >30 jaar
H. Influenzae S. Aureus N. Gonorrhea S. Aureus
S. Aureus Strept. pyogenes S. Aureus Streptococci
=> NB: Haemophilus influenzae bij immuungecompromiteerde ptn
Enkele kiemen volgens risicofactoren:
Sexuele activiteit N. Gonorrhea
Sickle cell Streptococcus pneumoniae
UTI Gram-negatieve bacillen
mensenbeet Eikenella Corrodens
Kat / hondenbeet Pasteurella Multocida
teek Borrelia Burgdorferi
tuinieren Sporothrix Schenkii
marine Mycobacterium marinum
Trauma/steroid injecties Candida
=> Cave: TBC!!
,o Kliniek
meestal plotse aanvang
vaak concommitante nonarticulaire infectie (cellulitis, pneumonie, cystitis,
tandabces, …)
algemene aspecifieke constitutionele tekenen van infectie: koorts, malaise, …
zwelling, warmte, erythema, pijn, functieverlies
doorgaans monoarticulair
polyarticulair bij immunogecompromitteerden en RA
doorgaans grote gewichtsdragende gewrichten
- knie, enkel, schouder, elleboog, pols
o Diagnose
arthrocentese (repetitief): “ubi pus, ibi evacua”; “do not hesitate, aspirate”
- purulent synoviaal vocht (> 50 000 cellen/µL, > 80% PMN )
- [glucose]synoviaal vocht << [glucose]serum
- [proteïnen] synoviaal vocht > [proteïnen] serum
- kristallen?
- Gramkleuring
- Cultuur
Radiografie
- initieel normaal (eventueel weke delen zwelling, hydrops)
- periarticulaire osteopenie
- articulair gas (E. Coli, anaeroben)
- subluxatie (vb. heupen bij kinderen)
- kraakbeendestructie met gewrichtsspleetvernauwing (na weken)
- subchondrale botdestructie
- in begin niet waarneembaar, maar later versnelde, secundaire,
osteoartrose
botscan (osteomyelitis)
echografie
MRI
bloedculturen
o Differentieel Diagnose
periarticulaire aandoeningen (bursitis)
transiënte synovitis
chronisch reumatisch lijden, bv SpA
acute osteomyelitis
kristalarthropathie
traumatisch
,o Behandeling
Acute septische arthritis is een medische urgentie. Uitstel van behandeling
kan tot gewrichtsdestructie leiden.
- repititieve arthrocentese
- arthroscopische wash-out
- eventueel open drainage (vb. heup)
- rust (korte immobilisatie); snel passieve ROM : nutritie kraakbeen,
preventie adhesies
- initieel NWB
- IV antibiotica (+- 2 weken)
- perorale antibiotica (totale behandelingsduur +-6 weken)
1 jaar later is het gewricht volledig kapot
Osteomyelitis is een infectieus proces dat het bot en het merg aantast.
- Botinvasie :
1) hematogeen
2) vanuit omliggende weke delen
3) door een direct inoculum : open fractuur, penetrerende
wonde
, Juveniele idiopathische artritis
JIA is een groep van chronische inflammatoire arthritiden, voor de leeftijd van 16 jaar
(kinderreuma).
De oorzaak en pathogenese is niet bekend. Een genetische vatbaarheid, afhankelijk van HLA
wordt vermoed: het aantal T-cellen (CD4) is sterk toegenomen bij systemische JIA
Vroegere benamingen: juveniele reumatoïde arthritis; juveniele chronische arthritis
Differentieel diagnose
o Essentieel voor de diagnose van JIA is een chronische arthritis (> 6 weken) en de
exclusie van andere aandoeningen. Er zijn geen laboratorium criteria, tenzij ter
exclusie.
o Bij een kind met gewrichtspijn dient te worden gedacht aan :
infectie
maligniteit (kankers)
( “groeipijn” )
Kliniek
o Inflammatoire arthritis bij kinderen presenteert zich minder met klachten van pijn
zoals Reumatische artritisch. Destructieve botveranderingen met contracturen zijn
daarentegen wél vergelijkbaar met reumatische artitisch. Daarnaast ontwikkelen
kinderen meer ankylose (= volledige verbening van gewrichten), en zijn
vanzelfsprekend gevoeliger voor groeistoornissen. Reumatische fibromyalgie is
slechts bij 10 % à 20 % aanwezig.
o Pauciarticulaire vorm
50 % presenteert zich in de oligo-articulaire vorm: tot 5 gewrichten zijn
aangetast, doorgaans grote gewrichten, en op een asymmetrisch manier.
- Kunnen ook oogaantasting krijgen
Uveïtis ontwikkelt zich bij 25 % in de pauciarticulaire vorm, in
5 % in de polyarticulaire vorm, en bijna nooit in de
systemische vorm. Deze uveïtis verloopt doorgaans
nagenoeg symptoomloos en vereist bijgevolg regelmatig
oftalmologisch nazicht om tijdig blindheid te voorkomen.
50 % van de pauciarticulaire gevallen hebben slechts één aangetast gewricht,
doorgaans de knie.
Grote piek-incidentie : meisjes op 2 jaar.
Kleine piek : jongens van 10 à 15 jaar, waarvan veel HLA-B27 positief en
voorbeschikt om AS te ontwikkelen.
De symptomen zijn vaak mild en insidieus. Onbehandeld resulteert
pauciarticulaire JIA echter evenzeer in musculaire atrofie en contracturen,
vooral rond de knie.