Samenvatting 1e en 2e wereldoorlog+ thema Duitsland van Historische Contexten-vwo 2022. ISBN: 9789462493612
0 vue 0 fois vendu
Cours
Geschiedenis
Type
VWO / Gymnasium
Book
Examenkatern-Training voor het Examen met Historische Contexten-vwo vanaf 2022
Deze samenvatting geeft duidelijk het verloop van de 1e en 2e wereldoorlog weer. Het gaat in op hoofdstuk 7 en 8 + thema Duitsland van het boek Historische Contexten vwo 2022. Elk begrip wordt afzonderlijk uitgelegd en toegelicht.
Hoofdstuk 7 & 8 + thema de geschiedenis van duitsland
6 décembre 2022
12
2021/2022
Resume
Sujets
duitse eenheid
otto van bismarck
alliantiepolitiek
conferentie van berlijn
rijkskanselier
militarisme
imperialisme
nationalisme
bewapeningswedloop
bondgenootschappen
triple alliantie
triple entente
oo
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
Plus de résumés pour
HC Duitsland samenvatting
HC Verlichting
Samenvatting Historische Context 2 Steden en Burgers in de Lage Landen 1050-1700
Tout pour ce livre (119)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Geschiedenis
6
Tous les documents sur ce sujet (4833)
Vendeur
S'abonner
timsmits1
Aperçu du contenu
Samenvatting Geschiedenis
Proefwerk stof: H.7 De Eerste Wereldoorlog - Oorzaken,
verloop, gevolgen + H.8 De Tweede Wereldoorlog (1939-
1945) - Oorzaken, verloop, gevolgen + Thema: de
geschiedenis van Duitsland (tijdvak 9, KA's 37 t/m 44)
Hoofdstuk 7 De Eerste Wereldoorlog
7.1 De Duitse eenheid komt tot stand
Otto van Bismarck was Rijkskanselier van Pruisen zorgde door de Frans-Duitse oorlog dat de Duitse
staatjes een grote staat werden. In 1871 werd het Duitser keizerrijk uitgeroepen in Versailles. Wilhelm I
werd de eerste keizer van het Duitse rijk en Bismarck werd rijkskanselier.
Staatsinrichting met grote macht van de keizer
In Duitsland kwamen kiesdistricten die elk een afgevaardigde kozen voor de Rijksdag. De keizer had de meeste
macht want hij mocht de rijkskanselier ontslaan. De rijkskanselier mocht de minister aanstellen en de rijksdag
had het minste macht. De bondsraad bestond uit afgevaardigden van de deelstaten die over wetten,
begrotingen en verdragen mochten beslissen.
Politieke stromingen
Conservatieven= zij hadden vooral aanhang bovenlaag bevolking
Centrumpartij= vooral aanhang katholieke bevolking, vaak grootste partij
Socialisten= vooral aanhang onder industriearbeiders
Gelaagdheid van de bevolking
Adel, officieren en hoge ambtenaren: beheersten openbare mening en hadden aanzien en
grootgrondbezit.
Grote fabrikanten en bankiers: zij verkeerden in de hoogste kringen en trouwden vaak met adel,
hadden alleen wel minder aanzien.
Werknemers in de dienstensector: had niet veel aanzien zat een beetje tussen de hoge lagen en de
lage lagen in.
Boeren en arbeiders in de landbouw of industrie: stonden onderaan in de samenleving. Deze groepen
merkten weinig van de toenemende welvaart.
Duitsland gaat een rol spelen in de wereldpolitiek
, Alliantiepolitiek van Bismarck= Bismarck merkte dat Duitsland was omsingeld door sterke mogendheden en
ging dus een Alliantiepolitiek handhaven. Hij ging allianties sluiten met andere landen om hun positie te
versterken. Bismarck wilde ook in Afrika de macht en ging dus op het Conferentie van Berlijn Afrika verdelen
over 15 Europese landen.
Weltpolitik van Wilhelm II = Bismarck werd in 1980 ontslagen. Dit kwam omdat Duitsland niet meer tevreden
was met de Alliantiepolitiek. Ze wilden liever de Welpolitik. Deze Weltpolitik was eerst gericht op overzeese
imperialisme dus de macht over de koloniën. Na de vlootwet ging Duitsland het opnemen tegen Groot-
Brittannië met een oorlogsvloot. Groot-Brittannië en Frankrijk waren te sterk voor Duitsland dus gingen ze
maar op Europa focussen.
7.2 Dieperliggende oorzaken
Militarisme= oorlog werd gezien als een middel om macht en invloed veilig te stellen. Het Franse en
Duitse leger vonden allebei een sterk leger noodzakelijk en zagen oorlog als een middel om conflicten
op te lossen.
Imperialisme= Door toenemend imperialisme ontstonden er conflicten tussen Duitsland, Frankrijk en
Engeland. Ze wilden alle drie de meeste macht over de Afrikaanse koloniën. De Duitsers gingen veel
landen in Afrika helpen zodat ze betere contacten kregen. Tussen Engeland en Frankrijk kwam het nog
wel goed maar tussen Duitsland en hen niet.
Nationalisme= sommige bevolkingsgroepen wilden zich losmaken van de staat. Bijvoorbeeld de
Slaven, dat was een bevolkingsgroep die verspreid leefde over de Balkan. Landen als Servië en Rusland
steunden de nationalistische slaven die onafhankelijk wilden worden.
Bewapeningswedloop= Als men een sterk leger had stond men ook bij vreedzame onderhandelingen
sterk. Dit was de gedachte van de landen in die tijd. Dus gingen ze zichzelf steeds meer bewapenen.
Bondgenootschappen vergroten de kans op conflicten= Door al deze vier punten van hiervoor
werden landen bang voor elkaar en gingen bondgenootschappen zoeken. Zodat als andere landen een
oorlog wilden beginnen, ze tenminste steun hadden van hun bondgenoot. Deze bondgenootschappen
konden ook voor velen conflicten zorgen.
Weltpolitik= het streven naar een belangrijkere plaats voor Duitsland op het wereldtoneel.
Triple Alliantie= Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië
Triple Entente= Engeland, Frankrijk en Rusland.
Aanleiding (directe oorzaak) van de Eerste Wereldoorlog: moordaanslag in Sarajevo
Oostenrijk-Hongarije had de Turken verdreven uit Bosnië en lijfde Bosnië in als provincie bij hun staat. Hiermee
waren de Serviërs het niet eens. Want de Serviërs streefden naar onafhankelijkheid voor de Slavische
bevolking. Dus toen Frans Ferdinand en zijn vrouw een autorit maakten werden ze neergeschoten door de
nationalistische groep ‘de zwarte hand’.
De moord leidt tot een wereldoorlog
Oostenrijk-Hongarije wilde dat Servië niet meer de Slavische nationalisten steunde. Maar als Servië dit niet zou
doen zou de grote Slavische Staat Rusland dit wel doen. Dus ging Oostenrijk-Hongarije naar Duitsland voor
steun. Deze steun kreeg Oostenrijk-Hongarije en ze stuurden dus een ultimatum naar Servië waarin harde eisen
stonden. Servië verwierp een deel van dit ultimatum omdat ze toch de steun van Rusland hadden. Daardoor
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur timsmits1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
