Deze samenvatting bevat de leerstof van sociaal recht 2. Zowel cursusmateriaal als notities met voorbeelden uit de les werden hierin opgenomen.
In de samenvatting staan grafieken en andere hulpmiddelen die je kunnen helpen bij het oplossen van de oefeningen.
De hoofstukken die hierin besproken ...
Hoofdstuk 1: sociale zekerheidsrecht
Afkortingenlijst
1. RSVZ: rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen
2. RSZ: rijksdienst voor sociale zekerheid
3. ZIV: ziekte- en invaliditeitsuitkering
Definitie sociale zekerheid
“geheel van maatregelen en instellingen die aan elke burger voldoende bestaansmiddelen
waarborgen wanneer zijn bestaanszekerheid wordt bedreigd ten gevolge van bepaalde
risico’s”
7 takken van sociale zekerheid
1. Ziekte- en invaliditeitsuitkering
2. Arbeidsongevallenverzekering
3. Beroepsziekteverzekering
4. Werkloosheid
5. Gezinsbijslag
6. Rust- en overlevingspensioen
7. Jaarlijkse vakantie
Sociale bijstand residuaire regelingen (2 e vangnet, restcategorie)
- Maatschappelijke integratie (leefloon)
- Inkomensgarantie voor ouderen (IGO = leefloon ouderen)
- Vlaamse sociale bescherming (zorgbudget)
- (Federale) tegemoetkomingen aan gehandicapten (IT en IVT)
Sociale risico’s kunnen de bestaanszekerheid van de burger aantasten door
- Het inkomen te verminderen
1. Sociale zekerheid vangt dan het inkomensverlies op
2. zwangerschap, ziekte,… (niet bij ontslag nemen of ontslag dringende
redenen want het beëindigen van de AO ligt aan jezelf)
- De uitgaven te vermeerderen
1. Sociale zekerheid zal deze kosten (gedeeltelijk) opvangen of terugbetalen
2. medische kosten, hospitalisatie, groeipakket bij kinderen krijgen
1
,De geschiedenis van de Belgische sociale zekerheid
1867
- Tot voorheen mochten we ons niet verenigen. In 1867 mochten we dit wel, maar
staken mocht niet. Hier waren sancties aan verbonden
1944
- Begin sociale zekerheid zoals wij die kennen
- "Ontwerp van Overeenkomst tot Sociale Solidariteit
1. = systeem van verplichte sociale verzekeringen voor alle WN’s
- Inning van WG- en WN-bijdragen door het nationaal repartitiefonds (nu: RSZ)
- Uitkeringen optrekken tot een ‘redelijk’ niveau
Ghent systeem (19e eeuw)
- Vakbond(achtige) instituties betalen de sociale uitkering uit (sociale maatregelen
na sociale onrust)
1994
- Invoering art. 23 GW (sociale grondrechten)
Coalitieverbod
- Verbod arbeidsverenigingen (maar owv veel armoede werden maatschappijen van
onderlinge bijstand gedoogd = private coalitie van arbeiders met ‘ziekenpot’)
- Nu: staken niet meer strafbaar, maar wel schorsingsgrond
Industriële revolutie
- Eerste vakbonden ontstaan
Naoorlogse periode
- Verandering visie op de taak van de sociale zekerheid
1. Vroeger = bestrijding armoede
2. Nu = behoud van het welvaartsniveau
- Sociale uitkeringen wijzigen
1. Vroeger = éénzelfde bedrag voor iedereen
2. Nu = percentage van het eigen loon (uitkeringen koppelen aan het loon dat
je verdiende)
- 1994: invoering art. 23 GW (sociale grondrechten, recht een menswaardig leven te
leiden) Houdt ‘stand still verplichting’ in: men mag niet zomaar het niveau van
2
, sociale zekerheid verlagen tov van wat dit niveau was in 1994 -> kan wel blijven
stilstaan of stijgen, maar niet dalen
Enkele kenmerken van sociale zekerheid
- Personen die het minder hebben gaan we accommoderen en zorgen dat ze een
menswaardig leven kunnen leiden (solidariteit)
- Financiering via bijdragen op het loon van WNs
1. Werkenden betalen bijdragen in verhouding tot hun loon
2. Financiering gebeurt door de gemeenschap
3. Sociale partners beslissen mee over het systeem
- Sociale verzekeringen zijn verplicht
1. Men heeft niet de keuze er al dan niet aan te willen deelnemen en enkel een
eigen persoonlijke verzekering te nemen
2. Men kan niet kiezen geen bijdragen te betalen voor takken van de sociale
zekerheid waar men geen belang bij zou hebben
Stelsels van sociale zekerheid
Stelsel van loontrekkenden
1. Algemeen stelsel (bescherming klassieke takken: vb. ziekte, werkloosheid)
2. Bijzondere stelsels (specifieke stelsels voor mijnwerkers en zeelieden)
3. Aanvullende sociale zekerheid of bestaanszekerheid (sectorale of
ondernemingsstelsels)
Stelsel voor zelfstandigen
- Verzekering voor 5 takken
1. Geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid en invaliditeit
2. Moederschapsverzekering
3. Gezinsbijslag
4. Pensioen
5. Faillissement
- Aansluiting en bijdragebetaling
o Zelfstandigen moeten ieder kwartaal een bijdrage betalen aan nationale
hulpkas
Stelsel voor ambtenaren
- Plaatselijke (gemeente) en provinciale overheden
o verzekerd via RSZ
- Andere ambtenaren
o rechtstreeks verzekerd via de tewerkstellende overheid zelf
- Zijn wel via algemeen stelsel van de loontrekkenden verzekerd voor de
gezondheidszorgen
3
, Structuur sociale zekerheid
- Sociale zekerheid wordt gefinancierd door bijdragen op het loon van de WN’s &
overheidssubsidiëring
- WG’s- en WN’s-bijdragen worden overgemaakt aan de RSZ (= inningsorganisatie)
- RSZ herverdeelt de bijdragen over de sociale parastatalen (= instellingen van
sociale zekerheid)
1. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) = ziekenfondsen
2. Federale Pensioendienst (FPD) = pensioenen
3. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) = werkloosheidsuitkeringen
4. Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) = vakantiekassen
5. FONS = diensten voor gezinsbijslag
6. Federaal agentschap voor Beroepsrisico’s (FEDRIS) = slachtoffer
beroepsziekte
7. Arbeidsongevallenverzekeraar = slachtoffer arbeidsongeval
Financiering sociale zekerheid
- Loontrekkenden:
1. WG’s-bijdrage en WN’s-Bijdrage (13.07% op het brutoloon)
2. Overheidssubsidiëring: tussenkomst van de staat via alternatieve
financiering
- Vermindering van sociale bijdragen: -> zo tewerkstelling aanmoedigen
1. Structurele vermindering
2. Doelgroepverminderingen (aanwerving van bepaalde doelgroepen
stimuleren)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur charlottekaes99. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,94. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.