Een samenvatting van de werkcolleges van klinisch redeneren 1.1 waarbij de leerdoelen zijn uitgewerkt. De lessen die aan bod komen zijn:
Bijeenkomst 1: Wat is klinisch redeneren en hoe stel je een diagnose?
Bijeenkomst 2: Diagnostisch redeneren
Bijeenkomst 3: Etiologisch redeneren
Bijeenkomst 4...
Wat is klinisch redeneren en hoe
stel je een diagnose?
Leerdoelen, de student kan:
1. het begrip klinisch redeneren uitleggen;
Verpleegkundigen nemen tijdens hun werk voortdurend besluiten. Dat kan een besluit zijn omdat
een patiënt een vraag stelt ‘is het veilig om mijn baby op zijn buik in bed te leggen?’ Een ander
voorbeeld is de beoordeling van de gezondheidsconditie van patiënten: ‘is de bloeddruk van deze
patiënt gewoon hoog of gevaarlijk hoog?’ De antwoorden die verpleegkundigen hierop geven zijn
conclusies en gebruikt deze om een besluit te nemen. Besluiten worden dus genomen wanneer de
verpleegkundige zichzelf (onbewust) een vraag stelt of wanneer de patiënt een vraag stelt. Klinisch
redeneren is dus een doelgerichte, op denkregels gebaseerde denkwijze om een patiënten situatie te
beoordelen. Hierbij wordt bewust en weloverwogen informatie over een situatie verkregen. Deze
informatie wordt vervolgens bewust gewogen en beoordeeld. Het woord ‘klinisch’ verwijst naar de
zorgverlening aan patiënten en het woord ‘redeneren’ verwijst naar kritisch denken
2. de vier soorten basisvragen bij klinisch redeneren toelichten;
De vragen die de verpleegkundigen aan zichzelf stellen of van patiënten krijgen, zijn in vier soorten
basisvragen te verdelen:
Diagnostische vraag wat is er aan de hand? Gaat over het heden. Wat is er nu aan de hand?
Etiologische vraag waar komt het gezondheidsprobleem door? Gaat over het verleden.
Prognostische vraag wat is het verloop als we hier invloed op uit proberen te oefenen? Gaat over
het verloop.
Therapeutische vraag wat is de meest effectieve interventie? Gaat over de toekomst.
Een diagnostische vraag is dus die erop gericht is een betere inschatting te maken van de
gezondheidstoestand van de patiënt en gaan over de aan- of afwezigheid van (kenmerkende)
verschijnselen, symptomen, klachten en gedragingen van de patiënt. Een etiologische vraag is erop
gericht te ontdekken wat de oorzaak of oorzaken zijn van het gezondheidsprobleem van de patiënt.
Daarnaast kunnen etiologische vragen gericht zijn op het ontdekken van gerelateerde factoren. Een
prognostische vraag is een vraag die erop gericht is factoren te ontdekken die het verdere verloop
van het gezondheidsprobleem van de patiënt beïnvloeden (prognostische factoren). Daarnaast
kunnen prognostische vragen erop gericht zijn vast te stellen wat een realistische doelstelling is voor
de zorg die aan deze patiënt verleend zal worden. Therapeutische vragen zijn vragen die erop gericht
zijn vast te stellen welke interventies het beste uitgevoerd kunnen worden bij deze patiënt, met dit
gezondheidsprobleem/deze gezondheidsproblemen.
3. verklaren waarom klinisch redeneren een belangrijke vaardigheid is voor verpleegkundigen;
Klinisch redeneren gaat dus over het bedenken en ontwerpen van zorgverlening. Omdat er vaak
verschillende besluiten mogelijk zijn is het in veel gevallen niet meteen duidelijk welk besluit het
beste is voor de individuele patiënt. Daarom is klinisch redeneren een belangrijke verpleegkundige
vaardigheid. Klinisch redeneren zorgt ervoor dat de patiënt de beste verpleegkundige zorgverlening
krijgt die gegeven de omstandigheden mogelijk is. Hoe vaardiger de verpleegkundige is in klinisch
redeneren, hoe beter de zorgverlening. Maar goede klinische redeneringen zijn geen garantie voor
, het voorkomen van fouten in de zorgverlening. Er kunnen immers ook in de uitvoering van de zorg
fouten worden gemaakt.
Het gaat bij klinisch redeneren om denken en besluiten nemen, en dus om het omgaan met
informatie en het zichzelf de juiste vragen stellen. Daarom bestaat de competentie tot klinisch
redeneren uit het gebruik van een bepaalde denk- en handelwijze, waarbij de verpleegkundige
verschillende soorten situaties herkent. Klinisch redeneren vergt van de verpleegkundige een
bepaalde manier van denken en tot conclusies komen.
4. uitleggen waarom het bij klinisch redeneren belangrijk is om achtergrondkennis te hebben van
ziektebeelden;
Basiskennis is noodzakelijk om met voldoende diepgang over patiënten en hun conditie te kunnen
redeneren. Voldoende achtergrondkennis over een bepaald onderwerp is ook een voorwaarde om
de voorgrondkennis over dat onderwerp te begrijpen. Naast basiskennis heeft de verpleegkundige
een verdieping nodig in specifieke verpleegkundige achtergrondkennis over de patiëntengroep waar
de verpleegkundige mee werkt. Deze verdieping verhoogt in grote mate de kwaliteit van de klinische
redeneringen. Het stelt verpleegkundigen in staat hun klinische redenering diepgang te geven.
Naast achtergrondkennis bestaat er ook voorgrondkennis. Voorgrondkennis is kennis over manieren
om een specifieke diagnose vast te stellen ( diagnostische test ) of kennis over interventies: Wat is de
beste interventie voor deze patiënt in deze situatie? Via wetenschappelijk onderzoek ontstaat er
voortdurend nieuwe kennis die bij het beantwoorden van de voorgrondvragen betrokken moet
worden. Voorgrondkennis veroudert dus snel.
5. het ICF-model aan medestudenten uitleggen en kunnen redeneren met dit model;
De International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) helpt om te begrijpen welke
problemen een patiënt fysiek, psychisch en sociaal kan hebben, en hoe deze problemen met elkaar
samenhangen. Via het ICF-schema wordt systematisch in kaart gebracht wat de gevolgen zijn van de
aandoening, van de bijbehorende behandeling voor het functioneren van de patiënt en van de
leefstijl van de patiënt. Het ICF-schema helpt bij het nadenken over de problemen in de context van
gezondheid, de oorzaken van die problemen, de gevolgen ervan, hoe ze tot uiting komen en de
betekenis ervan voor de patiënt.
Functies Stoornissen
Fysiologische en mentale eigenschappen van Afwijkingen in of verlies van functies of
het menselijk organisme. Voorbeelden: anatomische eigenschappen. Voorbeelden:
bewustzijn, slaap, reuk, handhaving stoornis in pijngewaarwording, in opname van
lichaamsgewicht, spiersterkte voedsel
Anatomische eigenschappen Stoornissen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dagneymackaaij. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.