Strategisch management voor de gezondheids- en welzijnssector
Raf De Rycke en Paul Gemmel
Voorwoord: Samenvatting
Gezondheidszorg en welzijnszorg – Management > Komt steeds vaker voor!
Gezondheidsvoorzieningen = ziekenhuizen, psychiatrische
verzorgingstehuizen, initiatieven voor beschut wonen, rust- en
verzorgingsinstellingen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, therapeutische
gemeenschappen, …
Welzijnsvoorzieningen = rustoorden, serviceflats, diensten kind en gezin,
voorzieningen voor bijzondere jeugdzorg, voorzieningen binnen de sector
gehandicaptenzorg (internaten, semi-internaten, tehuizen voor niet-werkenden,
tehuizen voor werkenden, dagcentra, centra voor ontwikkelingsstoornissen,
revalidatiecentra, thuisbegeleidingsdiensten, diensten begeleid wonen, diensten
zelfstandig wonen, beschutte en sociale werkplaatsen, consultatiebureaus, centra
voor beroepsopleiding …)
Veel tewerkstelling
Belangrijke toegevoegde waarde
RIWB = Regionale instituten beschermde woonvormen
RIAGG = Regionale instellingen voor ambulante geestelijke gezondheidszorg
Verzorgingshuizen > Voor de minder zwaar zorgbehoevende bejaarden
Verpleeghuizen > Zwaar zorgbehoevende bejaarden
Quartaire sector: Niet commerciële dienstverlening >Niet op winst gericht (‘not
for profit’) > meerderheid
Tertiaire sector: Commerciële rust- en ziekenhuizen met vennootschapsstatuut >
Winst nastreven (‘for profit’) > minderheid
Teveel low-profile op vlak van strategisch management
Enkel overgaan tot verandering bij acute interne situates/fundamentele
externe bedreiging
Foutieve/ontbrekende strategieën leiden tot missen van kanen/niet
afwenden van bedreigingen
Voortbestaan van voorzieningen meer en meer afhangen van principes van
strategisch management
o Doel: verantwoordelijken van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen
ervan te overtuigen dat strategisch management moet uitgroeien
tot een continu proces > belang van alle veranderingen van interne
en externe aard inschatten voor eigen voorziening.
Operationeel management = management van de onder zijn leiding staande
uitvoerende werkzaamheden vb. Hoofdverpleegkundige
Structurerend management = management op vlak van de uitvoering van de
begroting en het inzetten van personeel vb. directielid
Strategisch management = management van de doelstellingen van de
organisatie vb. bestuurder
1
, Plaats in de organisatie + vrijheidsgraad in instelling = van belang
Institutioneel management = resultaten van structurerend en
strategisch management moeten door de verschillende belanghebbenden
als voldoende legitiem worden ervaren.
2
, Deel 1: Soorten managementtaken en algemene trends in managementland (R.
De Rycke)
“Het begin van alle orde bestaat erin de woorden een juiste betekenis te geven” –
Confucius
Hoofdstuk 1: Soorten managementtaken
Alle activiteiten uitgeoefend in kader van de maatschappelijke bestaansreden =
primaire proces dat gemanaged moet worden > proces = input of invoer
omzetten in output of uitvoer.
Input = menselijke energie, financiële middelen, apparatuur, meubilair,
voedingswaren, medicatie, …
Output = patiënten die genezen, kinderen die opvang krijgen
De overeenkomstige punten op managementvlak met de profit-sector zijn
talrijker en belangrijker dan de verschilpunten.
Gezondheids- en welzijnsvoorzieningen (vanaf nu G&WV)
inputs met immaterieel karakter belangrijke plaats (vb. competentie en
inzet van de medewerkers)
professionele dienstverlenende organisaties die hun primaire proces
afstemmen op de unieke zorgbehoeften van hun individuele cliënten.
Managen van alle medewerkers verbonden aan de organisatie =
elementair
voor een optimaal functionerend primair proces = dienstverleningsproces
Kerntaken management binnen een dienstverlenende organisatie volgens
EMPSON
1) Scheppen en verspreiden van kennis binnen de organisatie
2) Het werven en motiveren van medewerkers die over deze kennis
beschikken
3) Het ontwikkelen van nauwe en op potentiële samenwerking gerichte
betrekkingen met cliënten
Belangrijkste functie G&WV:
Voorwaarden scheppen opdat vele medewerkers specialistische ‘kennis’
zouden kunnen samenbundelen om diensten te produceren.
Kennis = Ervaring, oordeel, intuïtie en waarden, …
Diensten kenmerken
- Ontastbaar karakter - Prestatie en gebruik vallen samen (in
principe)
- Heterogeniteit in processen en - Geen mogelijkheid om een voorraad
resultaten aan
te leggen
- Maatkarakter
Managementtaken binnen omzetting van INPUT naar OUTPUT
a. Plannen
3