Hoofdstuk 12
12.1 De kenmerken van autisme
Bij mensen met autisme zijn de volgende twee kenmerken altijd in een bepaalde vorm terug te
vinden:
- Moeite met sociale interacties
o Het onvermogen of beperkte vermogen om te begrijpen wat er gebeurt in het sociale
contact tussen mensen en hier passend op te reageren. Zowel bij talige al non-
verbale communicatie. Bij intelligente mensen met autisme lukt het om het
gedeeltelijke te begrijpen maar dit kost hun veel inspanning en is erg vermoeiend.
Bij uitgesproken gevallen van autisme komt dit al voeg naar voren. Bijvoorbeeld
wanneer een baby niet teruglacht naar zijn ouders, reageert op de stem. Bij ouderen
kinderen ontbreekt het fantasiespel.
Vriendschappen sluiten kan moeilijk zijn. Dit leidt tot het besef anders te zijn,
eenzaam en als gevolg depressief.
- Gehechtheid aan vaste patronen en stereotiep gedrag
o Gehechtheid aan vaste gewoonten, gedragingen en weerstand tegen veranderingen.
Kinderen met autisme kunnen urenlang opgaan in bepaalde handelingen en deze
blijven herhalen. Bijvoorbeeld een balletje heen en weer rollen, naar de draaiende
wasmachine blijven kijken, steeds iets moeten aan raken of met lopen altijd met het
rechterbeen beginnen.
Vaste gewoonten en rituelen zorgen voor rust. Hier vanaf wijken kan voor onrust en
panische angst zorgen. Dit kan zich uiten in huilen, schreeuwen en obstinaat gedrag.
Dit geld ook voor grote overgangen in het leven zoals een vervolgopleiding. Het is
belangrijk dat ze hierin goed begeleid worden.
De volgende kenmerken komen niet bij iedereen met autisme voor en niet in dezelfde mate:
- Oog voor detail, moeite met het geheel
o Veel mensen met autisme nemen heel gedetailleerd waar, maar zien niet het grote
geheel. Een voorbeeld is dat het kan dat ze zandkorreltjes interessanter vinden dan
wat je met het zand kunt doen. Maar er zijn ook mensen met autisme die goed
gehelen kunnen zien en hierin makkelijk patronen ontdekken.
- Gebruik van taal
o Bij ernstige vormen (bv met verstandelijke beperking) komt de taalontwikkeling soms
niet opgang. Dit wordt ook wel mutisme genoemd. Een andere vorm is dat ze de taal
wel snel leren maar moeite hebben met het gebruik. Soms praten ze je daarom
letterlijk na. Dit wordt papegaaispraak of echolatie genoemd. Een andere optie is dat
veel kinderen het wel leren maar moeite hebben met een passende reactie geven en
het mechanisch, monotoon en even hard/zacht klinkt.
Vaak vatten ze de taal van anderen letterlijk op en snappen ze beeldspraak,
metaforen en sarcasme niet. Echter kan het ook zijn dat ze juist heel taalgevoelig zijn
en dus metaforen en beeldspraak wel begrijpen.
- Motorische onhandigheid
o De motorische (spier gebruik + beheersing) ontwikkeling bij kinderen is vaak
vertraagd. De motoriek is vaak houterig. Hierdoor vallen ze soms op door hun
onhandigheid. Kinderen kunnen hierdoor merken dat ze anders zijn. Samen met de
sociale beperkingen kan het bijdragen aan een laag zelfbeeld.
1
,- Zintuigelijke verschijnselen
o De zintuigelijke waarnemingen verlopen anders bij vrijwel alle mensen met autisme.
Dit kan alle zintuigen betreffen. Voorbeelden hiervan zijn: sterke pijnprikkels kunnen
verdragen, gefascineerd door bepaald geluid en overgevoelig voor geluid of
aanraking. Mensen met autisme zijn vaak snel overprikkeld, dit zorgt voor stress. De
overgevoeligheid voor zintuigelijke prikkels kan toe- en afnemen met de toe- en
afname van stress die iemand ervaart.
Onderprikkeling kan ook voorkomen. De prikkels komen dan onvoldoende of niet
binnen. Dit kan ertoe leiden dat ze zelf prikkels gaan maken. bijvoorbeeld door harde
geluiden te maken of zichzelf te knijpen. Een ander gevolg is dat ze weinig tot actie
komen. Dit komt omdat ze ook in- of externe prikkels onvoldoende ervaren die je
normaal aanzetten tot initiatief.
De overgevoeligheid en ondergevoeligheid voor prikkels kan bij eenzelfde persoon
afwisselen.
- Talenten
o Omdat er moeilijk afgeweken kan worden van hoe dingen moeten zijn kunnen
mensen met autisme vaak moeilijk liegen. Hierdoor zijn ze rigide en betrouwbaar.
Een ander talent is hun oog voor details. Dit kan goed van pas komen in sommige
beroepen. Vaak zijn ze ook goed in techniek, cijfers, getallen en analyseren. Vaak
weten ze ook van een bepaald onderwerp veel af en zijn sommigen creatief.
- Autisme bij jongen en meisjes
o Autisme komt drie tot vier keer vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Er is een
vermoede naar onderdiagnose bij meisjes omdat het bij hun vaak minder volgens het
boekje gaat en ze het op sociaal gebied beter kunnen camoufleren. Ze komen dan
ook vaak bij de hulpverlenging met andere psychische klachten zoals angst, depressie
of een burn-out, als gevolg van op hun tenen lopen om mee te kunnen komen.
- Lichamelijke, sociale en psychische problemen
o Lichamelijk: moeilijke eters. In het ergste geval heeft dit te korten als gevolg. Zeker
de helft heeft maag-/darmklachten zoals buikpijn, diarree of obstipatie. Dit komt o.a.
door ontstekingen in de darm en veranderde samenstelling van darmbacteriën. Ook
komen epilepsie en slaapproblemen geregeld voor.
o Sociaal: moeilijk contact maken, door hun autistische kenmerken worden ze als
vreemd ervaren. Dit leidt tot uitsluiting en pestgedrag. Wat zorgt voor psychische
klachten. Het aangaan van intieme en seksuele relaties is een moeilijke spannende
opgaven. Ook het voeren van een eigen huishouding kan moeilijk zijn.
o Psychisch: extreme onbegrepen angsten, gedragsproblemen. Sociale problemen
kunnen leiden tot depressie, zelfbeschadiging en suïcidaliteit.
Bij 40% worden in de loop van hun leven meer diagnoses gesteld zoals: ADHD,
angststoornis, dwangstoornis, persoonlijkheidsstoornis, depressie,
middelenafhankelijkheid, psychoses, PTSS, eetstoornis en ticstoornis. Dit komt
gedeeltelijk door genetische aanleg en emotionele en sociale gevolgen van autisme
en het lijden hierdoor.
- Genderidentiteit en seksuele voorkeur
o Hoog percentage heeft een genderidentiteit (gevoel bij eigen lichaam) die niet of
gedeeltelijk overeenkomst met hun biologische geslacht. (transgender, non-binair).
Homo-, bi- en aseksualiteit komt onder mensen met autisme vaker voor.
- Autisme en verstandelijke beperking
o Vermoedelijk heeft 25% van kinderen met ernstige autisme ook een verstandelijke
beperking.
2
, - Kenmerken in de loop van het leven
o Blijft het hele leven bestaan. Maar de last die ervan ervaren wordt verschilt in de
loop van het leven. Sommigen kenmerken kunnen ook met de tijd verminderen,
zoals stereotiepe gedrag. Ook lijkt het empathisch vermogen te verbeteren en de
zintuigelijke overgevoeligheid af te nemen. Ze blijven leren en zich ontwikkelen
hierdoor kunnen ze beter met hun autisme omgaan.
12.2 Theorieën die autisme proberen te verklaren
- Kanner (1943): Biologische, aangeboren conditie. Weinig warmte en hartelijkheid
(koelkastouders) KLOPT NIET.
- Tegenwoordig: Complexe samenstel van veel verschillende factoren.
➔ Biologische verklaringen
De biologische factoren liggen op het gebied van hersenontwikkeling en erfelijke aanleg.
De ontwikkeling van het brein
Autisme wordt gezien als een neurobiologische ontwikkelingsstoornis. Er zijn namelijk afwijkingen te
zien in de ontwikkeling van het brein. Dit beginnen al ver voor de geboorte en zet zich in de eerste
jaren van het leven voort. Verschillende afwijkingen die samen kunnen gaan met autisme hebben dit
ook.
De hersens van mensen met autisme in verschillende levensfasen:
- Eerste zes levensjaren: groei hersens gemiddeld sneller.
- Basisschool leeftijd en daarna: hersenvergroting neemt af
- Verschillende hersengebieden die dieper in het brein liggen zijn vergroot
- Het aantal en de kwaliteit van de synaptische verbindingen wijkt af. Meer dendrieten en
synaptische verbindingen.
Spiegelneuronen en het sociale brein
Spiegelneuronen zijn zenuwcellen die actief zijn wanneer we bepaalde handelingen uitvoeren en
wanneer we anderen handelingen zien uitvoeren. Ze spiegelen activiteiten en waarschijnlijk ook
emoties. Ze komen voor in het zogeheten ‘sociale brein’. Bij mensen met autisme is een verminderde
activiteit waar te nemen in verschillende onderdelen van het sociale brein wanneer hun een sociale
stimulatie wordt aangeboden. Dit is nooit met wetenschappelijk onderzoek bevestigd.
Erfelijke en omgevingsfactoren
Erfelijke aanleg speelt een rol bij autisme. Autisme komt familiair voor. 10% heeft tevens een andere
aandoening die een genetische of fragiele-X-syndroom oorzaak heeft.
Enkele bekende omgevingsfactoren zijn: virale infecties, medicijngebruik tijdens de zwangerschap,
vergiftiging door fijnstof vroeg in het leven, landbouwgif glyfosaat, hogere leeftijd moeder/vader en
een moeder met een voorgeschiedenis van mishandeling.
➔ (Ontwikkelings)psychologische verklaringen
Minder ontwikkelde theory of mind (ToM)
Beschikking over het vermogen waarmee ze emoties, intenties en gedrag van anderen kunnen
begrijpen. ToM is nodig om je te kunnen verplaatsen in anderen. Het is de basis van empathische of
inlevingsvermogen. Dit ontwikkelt zich in de vroege kinderjaren. Het is minder goed ontwikkelt bij
kinderen en volwassenen met autisme. Het is geen bewijs voor autisme, wel kan het de diagnose
ondersteunen.
Mentaliseren lijkt erop. Het vermogen om begrip te vormen van de eigen mentale toestand en de
intenties van anderen. Het besef dat je eigen binnen wereld kan verschillen met die van een ander
persoon. De neigingen om anderen automatisch allerlei intenties toe te schrijven, zoals dat wordt
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur 669375. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.