2022-2023
Ziekteleer Grote Huisdieren
Tine Haesebrouck
2e master Diergeneeskunde UGent
2022-2023
,INHOUDSTAFEL
Inhoudstafel 1
H1: Inleiding 4
H2: Cardiovasculair stelsel 5
1. Auscultatie en bijgeruisen 5
2. Aritmie 11
2.1. Basis info 11
2.2. Frequent voorkomend 14
2.2.1. Fysiologische aritmie 14
Sinusaritmie 14
2e graads atrioventriculaire block 14
2.2.2. Pathologische aritmie 15
Atriale fibrillatie 15
Atriale of ventriculaire extrasystole 17
Pathologische rariteiten 17
HOOFDPUNTEN: 17
3. Endocarditis -pericarditis 18
3.1. Endocarditis 18
3.2. Pericarditis 19
4. Vaatziekten 20
H3: Ademhalingsstelsel 21
1. Inleiding 21
Overzicht: 21
Differentiaallijsten voor veel voorkomende klachten (propedeutiva) 21
2. Bovenste luchtwegen 23
2.1. Neus 23
2.1.1. Overzicht 23
2.1.2. Rhinitis = neusontsteking 23
2.1.3. Andere aandoeningen 24
2.2. Sinussen 26
2.2.1. Sinusitis 26
2.3. Farynx of keel 27
2.3.1. Aandoeningen farynx en larynx 27
2.3.2. Infectieuze faryngitis 27
...bij het paard: 27
1. Griep (viraal) 27
1
, 2. Equine herpesvirus (rhinopneumonie) 28
3. Droes (bacterieel) 28
4. Monitoring respiratoire infecties paard (door EFPB) 30
5. PLH = pharyngeale lymfoïde hyperplasie 30
… bij het rund 30
2.3.3. Farynxparalyse 31
2.3.4. Farynxoedeem 31
Aandoeningen met betrekking tot de larynx en zachte gehemelte 31
2.3.5. Hypoplasie zachte gehemelte 32
2.3.6. IDDSP = intermitterende dorsale verplaatsing zacht gehemelte 32
2.3.7. Entrapment van de epiglottis 33
2.3.8. Epiglottiscyste 33
2.4. Larynx of strottenhoofd 34
2.4.1. Laryngitis / larynxoedeem 34
2.4.2. Chondritis 35
2.4.3. Cornage (hemiplegie) / stembandverlamming 35
2.4.4. 4e branchiaalboogdefect 36
2.5. Luchtzak (Eq.) 37
2.5.1. Luchtzaktympanie 37
2.5.2. Luchtzakdiverticulitis (luchtzakempyeem) = ontsteking 38
2.5.3. Luchtzakmycose 38
2.6. Trachea 39
2.6.1. Tracheïtis 39
2.6.2. Trachearuptuur 39
2.6.3. Tracheastenose / collaps 39
3. Diepe luchtwegen 40
Herhaling propedeutica 40
Overzicht: 41
3.1 Longoedeem 41
3.2 Pneumonie 43
3.2.1. Infectieuze bronchopneumonie bij het paard 45
3.2.1.1. bij het paard 45
3.2.1.2. bij veulens: Rhodococcus equi 46
3.2.1.3. bij het rund = BRD = bovine respiratory disease 48
3.2.2. Aspiratiepneumonie 53
Chronische problemen 54
3.2.3. Interstitiële pneumonie 55
3.2.4. Interstitiële metastatische pneumonie 56
2
,3.2’ Longfibrose 56
3.3 Pleurale effusie 57
3.4 Pleuritis 57
3.5 Longbloeden / EIPH 58
3.6 Luchtweginflammatie 59
3.6.1. ‘Equine asthma’ 60
1. Mild to moderate asthma = vroegere IAD (inflammatory airway disease) 61
2. Severe equine asthma = RAO = recurrent airway obstruction 63
3. SPAOPD = Summer pasture associated obstructive pulmonary disease 67
4. COPD 67
Equine asthma: therapie en controle/preventie 67
3.6.2. Niet-infectieuze luchtweginflammatie bij runderen? 70
3.7 Pulmonaire hypertensie (PH) 70
3.8 Pneumothorax 72
3.9 Long, pleura en mediastinale tumoren 72
3.10 Probleem gebaseerde benaderingen (belangrijk) 73
3.10.1. Inspiratoire dyspnee 73
3.10.2. Expiratoire dyspnee 73
3.10.3. Tachypnee 73
3
,H1: INLEIDING
● IN TOTAAL ZIJN ER 24 LESUREN VOOR DEZE CURSUS
● Deels on campus, deels via lesopnames: deze komen online en er zal een online contactmoment
hiervoor voorzien worden tegen het einde van de lessenreeks.
● Kliniek pathologie valt ook onder dit vak
● Inwendige ziekten grote huisdieren, doelen:
○ Etiologie
○ Pathogenese
○ Symptomen
○ Diagnose
○ DDX en hoofddiagnose vs bijdiagnose
○ Behandeling / preventie
○ Probeer zelf de dingen nu te integreren: hoestend paard kan virale, bacteriële,... oorzaak
hebben. Vanuit klinisch beeld koppelen naar mogelijke oorzaken.
● Slides > cursus
● Examen:
○ 40 meerkeuzevragen met verhoogde cesuur (4 keuzes met 1 juist)
○ Kunnen interpreteren van symptomen, stellen van diagnose, DDx, behandeling =>
feitenkennis belangrijk. ONDERSCHEID maken tss verschillende etiologie, pathogenese,
….
○ Vragen over nadrukken in de les (hoofd vs bijzaken)
● Verschillende stelsels worden opeenvolgend besproken
● ‘Equine internal medicine’ (boek) allemaal cases die echt in de praktijk voorkomen
● BEVA lidmaatschap => interessant jaarlijks congres
4
,H2: CARDIOVASCULAIR STELSEL
Rund is hierbij minder belangrijk dan paard
Consensus statement
= document dat gemaakt wordt door dierenartsen in het veld waarin ook de aanpak wordt besproken
=> nuttig in de praktijk. Opgelet, er wordt verondersteld dat je deze consensussen kent als dierenarts
(belang bij rechtszaken).
Examenvragen voorbeelden:
1. AUSCULTATIE EN BIJGERUISEN
Dit moet je oefenen op kliniek!
Normale auscultatie
● Voelen = palpatie van apex beat (links) => Daar start je met auscultatie:
○ mitralis regio waar je vnl de eerste harttoon S1 hoort (LUB - dub).
Je kan ook 3 of 4 harttonen horen
○ ‘Inching’: enkele centimeters naar opzij of boven/onder zonder over de haren te verschuiven
● Dorsaal en craniaal: aortaklep hoorbaar, S1 en S2 zijn ongeveer gelijk qua hoorbaarheid
● Ventraal en craniaal: pulmonalisklep: S2 wordt duidelijker (lub - DUB)
● Rechts:
○ Palpatie
○ Moeilijker te horen, zachter dan links
○ Tricuspidalisklep hoorbaar (tss olecranon, schouder)
5
,Hartcyclus en auscultatie: wie, wat, wanneer?
● Weet waar de klepjes staan en hoe het hart functioneert. Denk hierover na en zoek de logica ipv
van buiten te leren!
● Systole
○ = ventriculaire contractie. Je hoort een ejectiegeruis tijdens de systole wnr het bloed vanuit
het ventrikel in de aorta wordt gestuwd, vnl vroeg (vroeg-mid systolisch)
○ Ventrikelseptumdefect (VSD): je hoort dit vnl rechts goed omdat het bloed van links naar
rechts gaat (hoge naar lage druk)
links rechts
■ Fysiologisch: ejectie (ejectie)
■ Pathologisch: mitralis tricuspidalis en VSD (ventrikel septum defect)
■ Dit verschil kan je horen met stethoscoop, oefenen!
● Diastole
○ = ventriculaire relaxatie
○ Atriumkleppen openen en bloed valt in het ventrikel, kan klinken als lub - dub - whoop en de
whoop is een fysiologische bijgeruis, vormt geen probleem! De whoop is eigenlijk hetzelfde als
de derde harttoon
○ Aorta en pulmonalisklep sluiten slecht? Maar pulmonalisklep-geruis komt zeer weinig
voor bij paard en rund omdat de druk laag is. Soms zien we dus op echo dat er een lek is maar
hoor je dit niet. Dus in 95% van de gevallen is het de aortaklep die lekt; hoorbaar als
decrescendo (=omlaag) holodiastolisch bijgeruis
links rechts
○ Fysiologisch: whoop (‘whoop’)
○ Pathologisch: aorta! (AP)
6
, Hartruis
Onderscheid kunnen maken is erg belangrijk, met stethoscoop kan je dit wel waarnemen maar je kan
moeilijker de ernst van het probleem inschatten.
● Beschrijving:
○ Intensiteit
■ 1/6 licht, hoorbaar over beperkt gebied
■ 2/6 licht, direct hoorbaar bij horen plaatsen stethoscoop
■ 3/6 luid en gelokaliseerd bijgeruis
■ 4/6 luid, hoorbaar over groter gebied
■ 5/6 luid en voelbaar getril
■ 6/6 luid en hoorbaar zonder stethoscoop
○ Karakter
■ Schurend, muzikaal, blazend,...
■ Crescendo (omhoog), decrescendo (omlaag, =zoals aortakleplek), plateau
■ Holo/pan
○ Waar ligt het punctum maximum? Geruis kan bvb van 2 kanten hoorbaar zijn maar luider bvb
aan links of aan aortaklep, bvb VSD zit meer naar onder toe dan tricuspidaaldefect
● Systolisch links
○ Wat gebeurt tijdens de systole?
■ ejectie bloed
■ aorta en pulmonalis openen
■ Mitralis en tricuspidalis toe
■ Enkel bij trage pols is systole 1/3 en diastole 2/3
● Aan de lengte kan je onderscheiden of het systolisch of diastolisch bijgeruis is.
Systolisch bijgeruis zal ongeveer even lang duren wanneer de hartslag verhoogt.
MAAR een diastolisch geruis zal korter worden wanneer de hartslag verhoogt. Bij
aritmie is dit ook zo!
● Atriale fibrillatie: onregelmatige onregelmatigheid
○ Fysiologisch: ejectiegeruis = normaal KENNEN!!
■ Aorta regio
■ Vroeg-midden systolisch
■ Begint heel vroeg maar stopt al voor S2 (!!!) => wss ejectiegeruis
■ Cresc-decresc
■ Groot verschil in intensiteit = verandert, 1-3 (4)/6
■ => Bij 60% van de normale paarden , KOERSpaarden!
● Ook bij anemie, koliekpaard in slechte toestand en veulens
7