Chronische hypertensie
Voor de ZS (preconceptioneel)
• Opsporen van:
− Onderliggende oorzaken (diabetes? Nierlijden? bindweefselziekte zoals systemisch
lupus erythematodus (SLE) ?)
− Effecten van de hypertensie op de organen
• Profylaxie met 0,4 mg foliumzuur per dag
• Antihypertensivum angiotensine converting enzyme (ACE)-inhibitoren en angiotensine II-
receptor (A2R)-antagonismen (sartanen) stopzetten en medicatie aanpassen.
− ACE-inhibitoren en sartanen zijn teratogeen (vermindering van hoeveelheid
vruchtwater met schade aan baby tot gevolg, IUGR, neonataal nierfalen en mors in
utero)
Tijdens de ZS
• Regelmatige opvolging van hypertensie (cardioloog)
• Geen gewichtsvermindering aanraden
• Geen zoutloos dieet, eventueel wel beperking natriuminname tot 4 g/d
• Antihypertensieve therapie enkel indien SBD > 160 mmHg en/of DBD > 110 mmHg owv risico
op maternale orgaanschade, met name hersenbloeding, doel is DBD < 100mmHg houden
• Diuretica niet aangewezen omdat bij pre-eclampsie het plasmavolume reeds verminderd is
• Controle van urine op proteïne: indien ontwikkeling van proteïnurie: verder onderzoek naar
PE (dipsticks mee naar huis geven)
• Li-zijligging
• Echografische bepaling vroeg in zwangerschapsduur
• Opvolging foetale groei
• Op 28-30 weken en op 32-34 weken:
• echo voor foetale biometrie en controle hoeveelheid vruchtwater
• Doppleronderzoek van navelstreng
• Indien afwijkingen (vb IUGR): extra controle
• Bij begin van zwangerschap bloedname: leverenzymen en serumcreatinine
• Belang van navragen KB
• BD goed op volgen (manuele controle)
• Waarschuw de zwangere dat ze onmiddellijk contact moet opnemen in de volgende situaties:
• ernstige hoofdpijn
• gestoord zicht (wazig zien, lichtflitsen)
• pijn net onder de ribben (vnl rechter hypochonder)
• braken
• plots zwellen van gelaat, handen of voeten
• Klinisch onderzoek: letten op oedeem, reflexen, tonus, levergevoeligheid, gewichtstoename
• Gewicht goed opvolgen (oedemen)
• Belangrijk risico is solutio placentae, erken deze symptomen (bloedverlies, verhoogde tonus
uterus, eventueel slechte FHT)
• Opname in geval van ernstige hypertensie:
• SBD: > 160mmHg
• DBD: > 100 mmHg
• En/of tenminste 1 kruisje positief op dipstick
• Zeker nooit inleiden voor 39 weken owv hypertensie, alleen indien BD > 160/110 mm Hg
• Indien inductie aangewezen < 39 weken: geef Celestone®/Aacedixam®
Intrapartum
• Partus in 2de lijn
, • Waakinfuus bij aanvang van arbeid
• Anamnese:
− BD navragen voor- en tijdens zwangerschap
− Vraag goed na: diabetes, nierlijden, SLE
• Continueer anti-hypertensieve therapie; streef een BD na van < 150/100 mmHg (indien BD
sterk te sterk daalt, dan geeft dit verminderde placentaire perfusie)
• Meet de BD om het uur (liefst manueel)
• Zijligging
• Indien BD >= 160/110 mmHg en geen effect van anti-hypertensieve therapie: sectio
aanbevolen
• Op medisch voorschrift: bloedname
• Goede opvolging van FHT (meer kans op foetale stress)
• Alert zijn voor tekens van solutio placentae
• Alert zijn voor tekens van pre-eclampsie (hoofdpijn, visusklachten, pijn onder ribben, braken,
tintelingen in vingers), extra waakzaam bij risicovrouwen (diabetes, nierlijden, > 40jaar, SLE..)
Postpartum
• Streef naar een BD 140/90mmHg
• Meet de BD dagelijks
• Waakinfuus verwijderen indien BD stabiel
• Continueer anti-hypertensieve medicatie (eventueel overschakelen op medicatie van voor de
zwangerschap)
• Wees alert voor tekens pre-eclampsie (kan nog ontstaan, grootste risico eerste 48u)
• Indien BV: vraag na of medicatie aangewezen is bij BV
• Na 2 weken: consult huisarts voor verdere opvolging van hypertensie
Pre-eclampsie
Preventie
• Risicozwangeren nauw opvolgen
− Primiparae (x 2à3)
− Pre-eclampsie (x 8), eclampsie (x 27) in anamnese
− Pre-eclampsie bij moeder of zus (x 5)
− Gemelli (x 2)
− Leeftijd > 40j (x 2) en < 19 jaar (x 1,3)
− Obesitas met BMI ≥ 35
− Diabetes
− Chronische hypertensie
− Nierziekten, bindweefselziekten, erfelijke thrombofilie
− Auto-immuunziekte
• PE tijdig opsporen prognose moeder en kind verbetert
• Lage dosis aspirine:
− Geeft bij meeste vrouwen geen voordeel
− Wel te overwegen bij hoog risicogroepen (70 tot 100 mg acetylsalicylzuur per dag
vanaf 12 weken)
− 16 vrouwen behandelen om 1 pre-eclampsie te voorkomen
• Preventief calcium:
− Een hoge dosis (minstens 2gram) vermindert de frequentie van pre-eclampsie
• Belang van regelmatige BD controle
Behandeling:
• Enige efficiënte therapie = zwangerschap beëindigen
, • Vaak meer afwachtend beleid tgv risico’s van prematuriteit
• Goede foetale en maternele bewaking!
• Foetale bewaking
o CTG en KB (trappelkaart)
o Echografie: opvolgen foetale groei en hoeveelheid VW
o Biofysisch profiel (BFP): controle van 5 variabelen: KB – AH – tonus -hoeveelheid VW
- FHT (0 of 2 punten per variabele, vanaf score 8 is goed)
o Doppleronderzoek van navelstrengarterie en uterus-arterie
Maternale bewaking
o Doel:
Verergering zo snel mogelijk opsporen
Voorkomen van levensbedreigende complicaties
o Snelle gewichtstoename en gelaatsoedeem:
Niet specifiek voor PE
Wel frequentere controle BD en urine
o Aanleren van alarmsymptomen (wijzen op dreigende eclampsie)
− Hoofdpijn
− Visusstoornissen
− Pijn in de rechter hypochonder of epigastrisch
− Misselijkheid en braken
o Aandacht voor klinische tekens solutio placentae (abdominale pijn, uteriene
hypertonie, bloedverlies, late/variabele deceleraties)
o Nota: PE kan acuut verergeren (tot 48u posptaprtum)
o Rust: niet bewezen effectief, in praktijk relatieve bedrust in linker zijligging wordt
aanbevolen
o Labobepalingen op bloed:
o PET-labo
o 24-uurs urineonderzoek: proteïne
o Wanneer hospitalisatie:
o Maternele reden:
BD 160/110 mmHg
Proteïnurie > 300 mg/24u
Ernstige subjectieve klachten: hoofdpijn, scotomen, wazig zicht,
epigastrische pijn
Gestoorde labotesten: stolling, leverenzymen of nierfunctie
o foetale reden:
Verminderde KB
Afwijkend CTG
Laag biofysisch profiel of IUGR
Doppler: afwezigheid einddiastolische flow in a. umbilicalis
Frequente bloeddrukcontrole
Tijdens observatie 2 tot 3x/d,(ook manuele controle 1x/d)
Tijdens arbeid: om het uur
CTG: meer kans op foetale nood
Foetale biometrie, biofysisch profiel, Doppler a. umbilicalis
Tekens bevragen van ernstige pre-eclampsie (hoofdpijn, epigastrische pijnen, braken)
24 uurscollectie urine voor proteïne en creatinine-klaring; urinekweek afnemen
Bloedonderzoek: PET-labo
− Hb, Ht, RBC, WBC (ook formule), Thrombocyten,
− Stolling en hemolyse-markers: haptoglobine, PTT, APTT, LDH, D-dimeren (=FDP,
normaal niet aanwezig, stijgen bij verhoogde stolling), fibrinogeen