Aangepaste voeding voor de zuigeling
Voedselovergevoeligheden
- Voedselovergevoeligheid: individuele, ongewenste reactie op bepaalde
voedselbestanddelen of voedingsmiddelen
- Voedselallergie: immuunsysteem speelt een rol
- Intolerantie: niet-allergische voedselovergevoeligheid
- Risico voedselallergie het grootst bij zuigelingen: darm is nog goed doorlaatbaar voor
grote moleculen zodat kind makkelijk gesensibiliseerd kan worden + IgA-productie is
nog gering
- BV beschermt tegen allergiën
Type-I-allergie
Anafylactische of onmiddellijke overgevoeligheidsreactie = atopie (familair)
Meest frequent
Antistof IgE aanmaak op voedseleiwitten = voedselallergeen => allergeen + IgE:
uiteenvallen mestcellen => vrijkomen mediatoren vb histamine => gevolg: allergische
reactie
Kan een uur tot enkele dagen duren
Vb: loemelk, ei (kippenei), vis, schaal- en schelpdieren, pinda’s, noten, soja en
tarwe
Symptomen:
o MDkanaal: bv aantasting maagdarmslijmvlies, diarree, malabsorptie,
buikkrampen, misselijkheid, braken, obstipatie
o Luchtwegen: bv loopneus, chronische verkoudheid, niezen, oorontsteking,
astma, bronchitis, glottisoedeem, Quinckesoedeem (opzwelling gelaat /keel)
o Huid: bv roodheid, zwelling, eczeem, urticaria, jeuk, conjunctivitis, angio-
oedeem
o Minder voorkomend = anafylactische shock
Type-IV-allergie
Vertraagde of cellulair gemedieerde allergie
T-lymfocyten
Symptomen veel later (24 – 72u na contact)
Huidreacties: eczeem, jeuk
Vb: knoflook, ui, kruiden, citrusfruit, bakverbeteraars, essences, azokleurstoffen,
geur- en smaakstoffen, conserveringsmiddelen
Sensibilisatie (type I en IV-allergie)
- Kenmerk van immunologisch proces
- Lichaam niet bij eerste contact reactie, pas bij tweede
- Wel sensibilisatieperiode = periode waarin IgE of T-lymfocyten gevormd worden
- Na sensibilisatie: ‘spoortje’ kan reactie uitlokken
- Reactie is niet dosisafhankelijk
,Intoleranties
Niet-allergische reactie: immuunsysteem komt niet tussen
Geen sensibilisatie
Reacties = wel dosisafhankelijk
Trigger = VM dat reactie uitlokt
Verschillende mechanismen:
o Enzymetekort vb lactose-intolerantie
o Farmacologische reactie = abnormale reactie op stoffen die van nature in
voeding voorkomen, vb methylxantines, biogene aminen
o Niet-gedefinieerde reactie, vb sulfiet, glutaminaat, additieven
Koemelkeiwitallergie (type-I-allergie)
Allergische verschijnselen
o Maag-darmkanaal (braken, diarree, kolieken, malabsorptie)
o Luchtwegen (astma, bronchitis, chronische verkoudheid, oorontsteking)
o Huid (dauwworm, urticaria, oedeem)
Vooral bij zuigelingen en peuters
Eliminatiedieet = volledig koemelkeiwitvrij
Dieet wordt ook gebruikt voor stellen van de diagnose!
Jonge zuigeling: BV is beste keuze, niet altijd nodig dat moeder strikt koemelkeiwitvrij
dieet volgt (soms wel)
FV: doorgedreven hydrolysaat (eiwitten zijn gesplitst in kleinere moleculen)
Flesvoeding obv soja = geen alternatief! Deel kinderen reageren ook op soja
Bijvoeding vanaf 4-6 maanden:
o Nieuwe VM in opklimmende hoeveelheden, 3 dagen achter elkaar
o Introductie sterk allergene VM: niet uitstellen
o Indien kind allergisch reageert: gebruik van VM 3 tot 6 maanden uitstellen.
Nadien herintroductie desnoods onder begeleiding van arts.
o Koemelk herintroduceren vanaf 9 – 12 maanden
o Indien allergische reactie: herintroductie elke 6 maanden
o Vanaf 1 jaar vaak mogelijk om sojamelk te geven (verrijkt met Ca en vit B2)
Coeliakie
Ziekte van de dunne darm waarbij het darmslijmvlies en de darmvlokken zijn
aangetast
Ontstaat door glutenintolerantie
Eliminatie van gluten = herstel van de darm strikt glutenvrij dieet!!
Onbehandelde coeliakie: deficiënties en groeistoornissen bij kinderen en
ijzergebreksanemie bij volwassenen + meer kans op maligniteiten in maag-
darmkanaal
Graansoorten die gluten bevatten: tarwe, rogge, gerst, haver, spelt,
kamut of triticale
o Dus: geen gewoon brood, gebak, allerlei graanvlokken, muesli, koekjes,
deegwaren, couscous, bulgur, bier, ...
o WEL: boekweit, rijst, maïs, quinoa, teff, aardappelzetmeel, tapioca, gelatine
Preventie
o Glutenbevattende voeding opstarten vanaf 4 à 6 maanden
, o Best geleidelijk starten, ongeacht BV of FV
Aangeboren stofwisselingsziekten
- In België: via hielprik opsporing van 12 metabole ziekten bv PKU, hypothyroïdie,
muco (screening van alle pasgeborenen)
- Screening van pasgeborenen at risk (in de familie)
- Selectieve screening bij onverklaarbare failure to thrive (komen niet goed bij in
gewicht en lengte)
Fenylketonurie
1/14.000 geboorten (4 per jaar)
Stoornis in stofwisseling van fenylalanine
Ontbreken leverenzyme fenylalaninehydroxylase
Fenylalanine ----> tyrosine
Gevolgen:
o Opstapeling phe in bloed, in urine
o Tekort tyrosine
Klinsche verschijnselen van onbehandelde personen
o Mentale retardatie en gedragsstoornissen
o Hypotonie, convulsies, afwijkend EEG
o Microcefalie, pigmentstoornissen, eczeem
Behandeling: dieettherapie
o Mits strikt dieet is normale ontwikkeling mogelijk
o Vooral eerste levensjaren belangrijk: ontwikkeling van de hersenen!
Maatregelen
o fenylalanine-arm dieet (= essentieel AZ)
o Mate beperking: doel is normale conc in bloed
o Concreet= eiwitbeperkt dieet of eiwitten waaruit Phe artificeel w verwijderd
o Aanvullen met synthetische AZ-mengsels
o Voldoende energie (afkomstig van koolhydraten) en vetten om afbraak
lichaamseiwitten te voorkomen
Praktische adviezen
o alle eetwaren die veel eiwitten bevatten zoals vlees, vis, eieren,
melk en kaas zijn streng beperkt waardoor eiwitarme dieetproducten
noodzakelijk worden en het dieet enigszins lijkt op een vegetarische
voeding
o Graanproducten, aardappelen en andere eiwitbronnen moeten steeds
gewogen worden
o Het is soms moeilijk om voldoende variatie en smaak in de voeding
te brengen (men kan werken met variatielijsten waarin het gehalte
aan eiwit wordt aangegeven)
o Het is aan te raden de hoeveelheid Phe en aminozuurmengsels over
de dag te verdelen voor een optimale fysiologische benutting
o Zuigelingen krijgen de toegestane hoeveelheid Phe via de gewone
borst- (afgekolfd) of flesvoeding, de rest van de behoeften wordt
dan aangevuld met een speciale zuigelingenvoeding