Samenvatting Diëtistisch Handelen jaar 3, week 1 t/m 14. Een complete samenvatting met voorbeelden en uitleg. De literatuur en het lesmateriaal is meegenomen.
,Diabetes mellitus
Diabetes mellitus type 2
Leerdoelen
• Je bent bekend met de ketenzorg waar diëtistische behandeling onderdeel van
uitmaakt en kunt naar alle betrokken disciplines overdracht geven van jouw cliënt
• Je kunt met behulp van het nutritional assessment en andere parameters een oordeel
geven over de voedingstoestand van een patiënt en onderbouwen welke metingen
het meest geschikt zijn voor het dietistisch onderzoek Je kunt door de oorzaken,
symptomen, vormen, pathofysiologie, gevolgen en onderzoek bij een cliënt uiteen te
zetten een passende evidence based dieetbehandeling opstellen, uitvoeren en
evalueren (anamnese, voedingsanamnese, dietistische diagnose, doelen stellen,
uitvoeringsafspraken maken, evalueren, eventueel gebruik maken van hulpmiddelen,
afronden en rapporteren)**
**Diabetes mellitus, bariatrische chirurgie, metabool syndroom, dementie,
kinderdiëtetiek
In het kort:
Bij diabetes mellitus werkt de regulatie van de bloedglucoserspiegel niet goed. Het
mechanisme achter deze regulatie is complex en moet je als diëtist/voedingskundige goed
kunnen uitleggen aan de doelgroep omdat dit direct invloed heeft op je behandeling of advies
en de afstemming met de medicatie.
Oorzaak ligt in een combinatie van genetische en leefstijlfactoren. Insulinegevoeligheid hangt
sterk samen met het gewicht, waarbij de vetverdeling (buikomvang) bepalend is. Ook speelt
laaggradige ontsteking, geassocieerd met een te hoog gewicht, een rol bij de mate van
insulinegevoeligheid.
Diabetes type 2 krijg je als je lichaam niet meer gevoelig is voor insuline en je bètacellen
minder insuline aanmaken dan nodig is. De glucose wordt hierdoor moeilijker opgenomen in
je lichaamscellen en je bloedsuiker stijgt. Diabetes type 1 is een auto-immuun ziekte,
genetisch.
Socrative week 1
Vraag 1.
Truus Gaastra is 65 jaar. Ze is bij de huisarts en POH-er geweest omdat zij de laatste maanden
vaak last heeft van blaasontsteking. Ook heeft ze last van moeheid en kramp in haar benen,
een rusteloos gevoel en hoofdpijn. Ze plast ook vaker dan zij gewend is van zichzelf en heeft
vaak enorme dorst en een hongergevoel.
Welk van deze klachten zouden kunnen duiden op diabetes mellitus?
Blaasontsteking
Vermoeidheid
Kramp in de benen
Hoofdpijn
Rusteloos gevoel
Vaak plassen (polyurie)
Veel dorst (polydipsie)
Hongergevoel
,Vraag 2.
Vervolg Truus Gaastra. De huisarts vraagt eerst wat gegevens na en komt het volgende over
Truus te weten;
- 65 jaar
- Gewicht van 80 bij een lengte van 1.65 m
- Bekend met hypertensie
- Heeft een nicht die ook diabetes heeft
- Moeder van 2 kinderen
- Drinkt dagelijks 1 consumptie alcohol
Welke risicofactoren van DM 2 herken je?
- 65 jaar
- Gewicht van 80 bij een lengte van 1.65 m
- Bekend met hypertensie
- Heeft een nicht die ook diabetes heeft
- Moeder van 2 kinderen
- Drinkt dagelijks 1 consumptie alcohol
Vraag 3. Vervolg Truus;
De huisarts besluit vervolgonderzoek te doen en besluit bloedglucoseconcentratiebepaling te
doen. Er is 1 meting gedaan, en hier komt het volgende uit;
- Glucose nuchter; 8,5 mmol/l
- Glucose niet nuchter; 9,7 mmol/l
- HbA1c; 51 mmol/mol
Hba1c is een afkorting voor het hemoglobine van het type A1c in het bloed. Hemoglobine is
een onderdeel van de rode bloedcellen en vervoert zuurstof in ons lichaam. Daarnaast hecht
het zich aan de glucose in het bloed. Hoe meer glucose in het bloed, hoe hoger de HbA1c.
Heeft Truus diabetes?
a. Ja, want haar nuchter glucose is > 7,0 mmol/l en zij heeft hyperglykemische klachten
b. Ja, want haar niet nuchtere glucose is > 7,0 mmol/l en zij heeft hyperglykemische
klachten
c. Nee, de waarden zijn wel verhoogd, maar er is maar 1 meting gedaan, voor het stellen
van een diagnose moeten 2 metingen gedaan worden.
d. Nee, haar waarden zijn goed.
Vraag 4.
Vervolg; Truus Gaastra krijgt een verwijzing naar de diëtist en diabetes verpleegkundige. Wat
is stap 1 in de behandeling van een nieuwe diagnose diabetes type 2 patiënt?
a. Start metformine
b. Voorlichting, voedingsadviezen en het stimuleren van de lichamelijke activiteit
c. Start gliclazide
d. Start insuline
Vraag 5.
,Truus Gaastra is bij de diëtist geweest. De diëtist heeft een anamnese afgenomen en een
diëtistische diagnose opgesteld;
“ Mw. Gaastra, 65 jaar oud, verwezen door de huisarts i.v.m. DM type 2 (Glucose nuchter; 8,5
mmol/l; Glucose niet nuchter; 9,7 mmol/l; Hba1c 51 mmol/mol), waarbij polydipsie, polyurie,
moeheid, hongergevoel, blaasontsteking. Tevens bekend met hypertensie, waarvoor zij
metoprolol gebruikt. Gewicht van mw. is 80 kg bij een lengte van 1,65m, bij verminderde
lichaamsbeweging (2x per week wandeling 15 minuten); intake is ruim in kcal (120% t.o.v.
behoefte), intake is hoog in koolhydraten (70 en%) en in verzadigd vet (15 en%) bij een
onregelmatig eetpatroon door veelvuldig gebruik van cola en koek en snacks. Roken -, alcohol
1xdd. Mw. is gemotiveerd en wil graag middels dieet voorkomen medicatie nodig te hebben
voor haar DM2. Mw. is getrouwd, 2 kinderen (18 en 25 jaar) en werkzaam als receptionist in
een hotel, waarbij zij wisselende werkuren heeft”
Welke essentiële gegevens ontbreken in deze dietistische diagnose?
A. Geen, deze dietistische diagnose is volledig
B. Vocht inname; deze zijn van belang bij dit ziektebeeld
C. Het oordeel voedingstoestand
Hypo en hyper:
• Hypo: bloedsuikerspiegel onder de 4 mmol/L. Snel iets zoets eten of drinken.
• Hyper: bloedsuikerspiegel boven de 10 mmol/L. Het lichaam wil zelf het teveel aan
suiker in het bloed kwijtraken, door veel plassen. Veel blijven drinken (maar niets
zoets!) helpt daarbij. Ook beweging is goed, dan verbranden de spieren bloedsuiker.
Als je insuline gebruikt, moet je op dat moment extra insuline bijspuiten.
Veel voorkomende klachten:
• Hyperglykemie: polydipsie, veel drinken, polyurie, vermoeidheid, hongergevoel, jeuk
en infecties, blaasontsteking, verminderd gezichtsvermogen, slechte wondgenezing en
gewichtsverlies
• Hypoglykemie: trillen, transpireren, angst, hartbonzen, honger, bleek zien,
concentratieverlies, onscherp zien, verwardheid, afname reactievermogen,
rusteloosheid, hoofdpijn, irritatie en agressie, moeite met spreken, stuiptrekkingen
Referentiewaarden
Diagnose wordt vastgesteld door bepaling van bloedglucosewaarden en het HbA1c.
• Bloedglucose ≥ 7,0 mmol/l in nuchtere toestand of;
• Bloedglucose ≥ 11,1 mmol/l in niet-nuchtere toestand of;
• Bloedglucose ≥ 11,1 mmol/l twee uur na een 75 grams orale glucosetolerantietest; of
• Hba1c ≥ 48 mmol/mol (20 – 48 is de normaalwaarde)
Deze metingen moet je twee keer doen.
, Behandeling
Stap 1: dieet en lichaamsbeweging
- Voldoende beweging
- Gezonde voeding
- Gewichtsverlies bij BMI > 25
- Stoppen met roken
Geef voorlichting over de ziekte en de situaties waarin maatregelen nodig zijn. Ga naar stap 2
indien de HbA1c-streefwaarde niet wordt bereikt.
Stap 2: behandeling met metformine (max. 3 keer per dag 500 mg)
De patiënt gaat ondertussen wel door met de leefstijladviezen. De hoeveelheid metformine
wordt bepaald op basis van de nuchtere bloedglucosewaarde. Ga naar stap 3 als het HbA1c
boven de individuele streefwaarde ligt.
Stap 3: orale combinatietherapie: voeg gliclazide toe.
Voorkeur bij deze stap is gliclazide. Dit komt door het gebruiksgemak. Ga naar stap 4 als het
HbA1c boven de individuele streefwaarde ligt.
Stap 4: voeg insuline (alternatief: DPP4-remmer of GLP1-agonist) + metformine
Voorkeur 1 maal daags insuline
Stap 5: intensiveer insulinebehandeling (alternatief: DPP4-remmer of GLP1-agonist)
Schakel over naar meermaal daags insuline.
Medicatie
Onderstaande medicijnen zijn allemaal bloedverlagende medicatie. Deze pas je toe indien
geen goede bloedglucoseregulatie wordt bereikt met het aanpassen van de leefstijl.
• Biguaniden (metformine)
Eerste keus als patiënten geen zeer hoog risico op hart- en vaatziekten hebben.
• Gliclazide
Bij onvoldoende resultaat met metformine wordt gliclazide toegevoegd.
• GLP-1agonistenen en DPP-4remmers
Alternatief voor insuline.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur myra2002. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.