SAMENVATTING NEUROFYSIOLOGIE
HOOFDSTUK 4: INLEIDING TOT DE NEUROFYSIOLOGIE
1. Doelstellingen van dit hoofdstuk
- Wat de structuur van ons zenuwstelsel is
- Hoe het zenuwstelsel zich ontwikkelt
- Wat neurogenese en neuroproliferatie is
- Wat synaptogenese is
- Wanneer de synaps – eliminatie begint
2. Structuren en functies van het zenuwstelsel
Neurofysiologie bestudeerd de werking en functies van het zenuwstelsel.
Het zenuwstelsel bestaat uit twee componenten
Centraal zenuwstelsel ( CZS)
- Hersenen Perifere zenuwstelsel ( PZS )
- De hersenstam - Zenuwen ( bundels van
- Het ruggenmerg axonen en gliacellen)
Wordt gezien als het - Zenuwknopen ( ganglia, een
commando- en groep zenuwcellen met een
controlecentrum van het onderling overeenkomende
zenuwstelsel functie )
( in het geel op de foto )
( in het paars op de foto )
Autonome zenuwstelsel ( onwillekeurige of visceraal zenuwstelsel
genoemd ) Somatische zenuwstelsel ( willekeurig of
Bestaat uit het : cerebrospinaal zenuwstelsel genoemd )
- ( ortho) sympatisch : bereidt het lichaam voor op actie “ = deel dat tot het perifere zenuwen/
fight or flight- reactie” door de bijnieren te stimuleren en zenuwstelsel behoort : zenuwen van het
adrenaline vrij te maken : bloed gaat weg van de hoofd, romp en ledematen
spijsverteringsstelsel en gaat meer naar de spieren - Sensorische input : informatie naar
( verhoging, ademhaling, hartslag, zweetproductie) CZS
- Parasympatisch zenuwstelsel : zorgt voor een toestand van - Motorische ouput : signaal van CZS
rust in het lichaam -> opbouw van weefsel en om naar spieren, klieren …
herstelmechanismen van het lichaam te bevorderen
( vertraagd de hartslag, gaat bloed terug naar
spijsverteringsstelsel brengen )
Betrokken bij lichaamsfuncties. De twee systemen werken
antagonistisch. ( werking organen, klieren, bloedvaten etc)
1
,De hersenen :
- vertegenwoordigen ongeveer 2% van ons lichaamgewicht
- verbruiken 20%- 25% van ons energie/ zuurstof tijdens het rustmetabolisme ( glucose )
- de hersenen produceren gedrag : waarnemening, gevoelens, emoties, herinneringen, dromen, ambities, aanpasbare en
complexe bewegingen
- verbruiken 20% zuurstof
- heeft 160.000 km aan bloedvaten
- heeft 100 billioen neuronen en cellen
- het slechts 4-6 min zonder zuurstof
- is een heel complex systeem
het zenuwstelsel bestaat uit
- neuronen
- gliacellen ( glia = lijm : ter ondersteuning + andere eigenschappen)
elk neuron is opgebouwd uit een cellichaam en uitlopers ( axonen en dendrieten )
3. Ontwikkeling van het zenuwstelsel
3.1 van neurale buis tot centraal zenuwstelsel
het centraal zenuwstelsel wordt gevormd vanuit een neurale plaat, die verder toegroeit tot een neurale buis. Aan beiden
uiteinden van de neurale buis zijn openingen ( sluiten op 23- 26 dag van de zwangerschap)
- anterieure opening afgesloten is : vormt de primitieve brein ( bestaande uit drie ruimtes / ventrikels ( voor, midden en
achter hersenen)). Door groei en flexie wordt de hersenschors die de subcorticale hersenstamstructuren omhult
gevormd
- posterieure opening ( achteraan) : een reeks herhaalde segmenten die het ruggenmerg vormen
indien deze openingen niet correct sluiten spreken we van : anencefalie ( = afwezigheid van een groot deel van de hersenen en
de schedel : indien anterieure opening niet correct sluit) of spina bifida ( open rug, uitblijven van enkele wervels : indien
posterieure opening niet goed sluit).
Follumzuur suplementen ( vitamine D) : tijdens de zwangerschap eerste 8 tot 12 weken beschermen tegen aangeboren
aandoeningen van de hersenen en het ruggenmerg.
3.2 neurogenese, neurale proliferatie en migratie van corticale cellen
proliferatie is de eerste stap in de aanmaak van nieuwe
neuronen ( = neurogenese ) en gliacellen. Dit gebeurd tussen de
vijfde week en vijfde maand van de zwangerschap.
- Proliferatieve zones, naast de ventrikels van de zich
ontwikkelde hersenen -> neuronen die hersenen
vormen
- Subventiriculaire zone -> corticale neuronen vormen
- Ventriculaire zone -> andere gebieden van de hersenen
Steeds een laag precursorcellen bevinden zich in een bepaalde zone. De precursorcellen ( voorlopers) zijn ongedifferentieerde
cellen die ontstaan door celdeling en differentiatie.
Eerste 5 tot 6 weken van de zwangerschap delen de cellen zich in de subventriculaire zone zich symmetrisch ( = continu deling
van cellen )-> leidt tot een :exponentiele groei van de precursorcellen. Na 6 weken wanneer er een goede voorraad is van
precursorcellen begint de asymmetrische celdeling ( elke cel zal delen in twee gevormde cellen ).
Na elke celdeling hebben we telkens twee cellen ( asymmetrisch )
één cel blijft in de subventriculaire zone waar ze zich asymmetrisch blijft delen
2
, Andere cel migreert om deel uit te maken van een andere laag : de migrerende cellen verplaatsen zich vanuit
subventriculaire zone naar buiten door zich langs radiale gliacellen te bewegen. Deze strekken zich uit van de
subventriculaire zone naar het oppervlak van de zich ontwikkelende cortex.
Later stadium van zwangerschap : migrerende cellen nemen toe -> laminaire ( geslaagde ) cortex gevormd wordt.
De laminair georganiseerde cortex bestaat uit veel verschillende soorten neuronen. Welke type neuron gevormd wordt uit de
( identieke) precursorcellen, wordt bepaald door de timing van de neurogenese.
Celkern ( soma ) die migreren. De cellen zijn nog ongedifferentieerd op dit moment. Differentiatie begint wanneer de migratie
van de cel start. Tijdsgebonden tijdens de ontwikkeling. Alles wat gebeurd tijdens zwangerschap heeft invloed op de
ontwikkeling van het ZS.
Voorbeeld : foetaal alcoholsyndroom = chronisch alcoholmisbruik door de moeder wordt de neuronale migratie ernstig
verstoord en resulteert dit in een verstoorde cortex, wat leidt tot een overvloed aan cognitieve, emotionele en fysieke
handicaps.
( vertraagde groei : lagere geboortegewicht, kleine hoofdomtrek, gezichtsafwijkingen, neuologische afwijkingen slechte
psiercoördinatie, hyperactiviteit of autistisch gedrag )
Wanneer er experimenteel wordt voorgekomen dat cellen gaan migreren, door ze bloot te stellen aan energetische
röntgenstralen dan zien we dat hoewel de gemanipuleerde neuronen in de ventriculaire zone zouden kunnen achterblijven,
vertonen ze toch onderlinge verbindingen met andere neuronen die normaal zouden zijn moesten ze toch naar de corticale laag
waren gemigreerd.
3.3 de verdere groei van het centraal zenuwstelsel
bijna alle neuronen worden prenataal gegenereerd tijdens het middelste derde deel van de zwangerschap. Axonale myelinisatie
doet zich wel nog een tijdje postnataal voor.
Pasgeboren bezit het volledige patroon van grove en cellulaire neurale anatomische kenmerken, en een goed ontwikkelde
cortex die de corticale lagen en gebieden omvat die bij volwassen worden waargenomen.
Het groter worden van de hersenen komt niet door een toename van het aantal neuronen maar door :
- synaptogenese ( vorming van synapssen )
- groei van dendrieten
- proliferatie van gliacellen
- myelinisatie van de axonen
dus : synaptogenese en synaps eliminatie
eerste synapsen vormen zich voor 27weken van de geboorte, maar bereiken een piek tijdens de eerste 15 maanden van hun
leven. Synaptogenese is vroeg uitgesproken in de diepere lagen, later ook meer in de oppervlakkige lagen.
Op hetzelfde moment van synaptogenese vergroten neuronen van de hersenen hun omvang van hun dendrieten, breiden ze
hun axonen uit en ondergaan ze myelinisatie.
Na de synaptogenese spreken we van een synaps- ellimiinatie ( rond 2-6 jaar )-> middel waarmee het zenuwstelsel de neurale
connectiviteit nauwkeurig afstemt, waarbij vermoedelijk deze onderlinge verbindingen tussen neuronen wordt geëlimineerd die
overtollig, ongebruikt of niet functioneel zijn.
Neurotrophines ( zie verder hf in de cursus ) promoten de neuronale groei en overleving. Begeleiden axonen en stimuleren de
synaptogenese. 40-75% van de neuronen zal afsterven nadat ze geëlimineerd zijn.
3.4 neurogenese in de volwassen mens ?
onderzoek heeft aangetoond dat er wel degelijk neurogenese mogelijk is bij volwassenen in teminste twee hersenregio’s :
hippocampus( = vooral een rol bij leren en geheugen) en de bulbus olfactorius.
Het aantal nieuw gevormde neuronen correleert positief met leren of verrijkte ervaringen en correleert negatief met stress.
Onderzocht of neurogenese ook bij volwassen voorkwam in een groep van terminaal zieke kankerpatiënten. De patiënten
kregen BrdU, een synthetische vorm van thymidine die wordt gebruikt als label om neurogenese te identificeren.
3
, Onderzoek heeft uiteindelijk aangetoond dat nieuwe neuronen worden geproduceerd in het volwassenen menselijk brein en dat
onze hersenen zichzelf gedurende het hele leven kunnen vernieuwen.
Een manier om de hersenen aan te zetten tot neurogenese en neuroplasticiteit is door het beoefenen van fysieke activiteit en in
te zetten op verrrijkte omgevingen ( enriched environments). ( 2 aspecten die een invloed hebben )
HOOFDSTUK 5: DE CELLEN VAN HUN NEUROLOGISCHE SYSTEEM EN HUN FUNCTIES
1. doelstellingen
- de 4 grote componenten van een neuron beschrijven
- een gliacel met zijn functies bespreken
- motorneuronen, sensorische neuronen en interneuronen beschrijven volgens de twee classificaties die gevonden
worden in gewervelde diersoorten.
- Afferente en efferente banen definiëren en sensorische en motorneuronen als afferent en efferente categoriseren.
2. Inleiding
Het zenuwstelsel bestaat uit twee hoofdklassen van cellen : neuronen en gliacellen
- Neuronen = zijn de basissignaleringseenheden die informatie door het zenuwstelsel verzenden.
ze variëren in : vorm, locatie en onderlinge connectiviteit binnen het zenuwstelsel -> variaties hangen nauw samen met
hun functies
- Gliacellen = zijn niet- neurale cellen die verschillende functies in het zenuwstelsel vervullen.
functies : bieden van structurele ondersteuning, elektrische isolatie van neuronen, muduleren
van neuronale activiteit => spelen dus een rol in de neuroplasticiteit
3. Neuronen
3.1 structuur van neuronen
neuronen ontvangen informatie, verwerken deze en genereren een output. Neuronen bevatten organellen.
In het cellichaam van de neuron : De kern, het golgi- aparaat en het ruw endoplasmatisch reticulum
Verspreid doorheen het neuron : Het glad endoplasmatisch reticulum, mitochondriën
Functie membraan : omgeeft de cel en scheidt de extracellulaire omgeving van de inhoud van de cel.
Neuronen bestaan uit lange eiwitstrengen bestaande uit : microtubuli, microfilamenten en
neurofilamenten, vormen het cytoskelet in de cel en zijn verantwoordelijk voor het behoud van de
unieke neuronale vorm.
Neuron heeft 4 componenten:
- cellichaam ( = soma -> maken een grote verscheidenheid aan van proteinen aan die
gebruikt worden als neurotransmitters
- dendrieten
- axon met of zonder myelineschede
- presynaptische terminal
uit het cellichaam vertrekken de dendrieten.
Dendrieten :
- korte uitlopers van het cellichaam
- betrokken bij ontvangen van signalen van andere neuronen
- bijzonder rijke diversiteit aan morfologie :
o piramidale neuronen in de hersenschors : één lange apicale dendriet en talrijke
kortere basale dendrieten
o multipolaire neuronen : vele dendrieten afkomsig van het cellichaam, dat rondom het cellichaam ontspringen
en één enkele axon
- champignon vormige uitstekende filamenten over de lengte van de dendriet
verder ontspringt eveneens een axon vanuit het cellichaam. Deze strekt zich uit tot aan de ‘ target cel ‘.
4