Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Complete literatuursamenvatting week 1 t/m 7! €6,99   Ajouter au panier

Resume

Complete literatuursamenvatting week 1 t/m 7!

 32 vues  5 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Deze samenvatting bevat alle voorgeschreven literatuur voor het vak Internationaal Privaatrecht. Alle weken (1 t/m 7) zijn volledig opgenomen.

Aperçu 3 sur 24  pages

  • Oui
  • 15 décembre 2022
  • 24
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Literatuursamenvatting Internationaal Privaatrecht
Week 1
Hoofdstuk 1: inleiding
Internationale bevoegdheidsrecht: dit deelgebied bevat regels met betrekking tot de vraag
welke zaken met een internationaal karakter de nationale rechter mag berechten en welke
niet.

Conflictenrecht: dit deelgebied geeft aan door welke rechtsregels rechtsverhoudingen met
een internationaal karakter worden beheerst. Het geeft aan welke van de in een
internationaal geval samenlopende, conflicterende, nationale rechtsregels de internationale
rechtsverhouding beoordeeld en berecht dient te worden.

Het recht inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke
beslissingen: dit deelgebied bevat regels met betrekking tot de vraag onder welke
voorwaarden en in welke omvang de rechtskracht kan worden toegekend aan buitenlandse
rechterlijke beslissingen en onder welke voorwaarden en op welke wijze die buitenlandse
beslissingen kunnen worden ten uitvoer gelegd.

Commuun ipr: ipr regels die voortvloeien uit nationale bron, dus uit Nederlandse wet of uit
Nederlands ongeschreven recht.

Bij samenloop van een ipr-regel uit internationale bron en een ipr-regel uit nationale bron,
gaat de internationale regel in beginsel voor. Bij samenloop van ipr-regels uit verschillende
internationale bronnen wordt de onderlinge afbakening en rangorde bepaald door hetgeen
de desbetreffende internationale verdragen of regelingen daarover zelf aan voorzieningen
bevatten.

In de loop van de twintigste eeuw werd de opvatting algemeen dat een vreemd vonnis kan
worden erkend, mits aan een aantal minimumvereisten is voldaan, zoals het vereiste dat de
rechter die het vonnis heeft gewezen zich op een internationaal aanvaarde grond
internationaal bevoegd heeft geoordeeld, dat aan het vonnis een behoorlijke rechtspleging is
voorafgegaan, en dat de erkenning van het vonnis niet in strijd is met de openbare orde.

Hoofdstuk 2: internationaal bevoegdheidsrecht
Uitgangspunt is dat het internationaal bevoegdheidsrecht nationaal recht is. Elke staat heeft
zijn eigen regels van internationaal bevoegdheidsrecht en is in beginsel vrij deze regels naar
eigen goeddunken op te stellen.

De nationale regels van internationaal bevoegdheidsrecht hebben een eenzijdig karakter. Zij
bepalen wanneer de eigen nationale rechter bevoegd is in een internationale
privaatrechtelijke zaak te berechten en wanneer niet. Zij bakenen aldus de international
bevoegdheid van de nationale rechter eenzijdig af en laten zich over de internationale
bevoegdheid van de vreemde rechters niet uit.

In het algemeen is voor de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter
beslissend het tijdstip waarop de procedure in eerste aanleg aanhangig is gemaakt, dus het
tijdstip waarop de dagvaarding wordt betekend of het verzoekschrift bij het gerecht wordt
ingediend. Dit wordt het prepetuatio fori-beginsel genoemd.

Dit beginsel brengt in de eerste plaats mee dat een wijziging van de bevoegdheidsbepalende
feiten en omstandigheden na dit tijdstip in beginsel geen invloed heeft op de bevoegdheid. In
de tweede plaats brengt het mee dat de bevoegdheidsvraag dient te worden beoordeeld
naar het bevoegdheidsrecht zoals dat geldt op het tijdstip waarop de procedure in eerste
aanleg aanhangig is gemaakt.

,Volkenrechtelijk zijn nationale rechters niet bevoegd om rechtsvorderingen tegen een
vreemde staat, diens ambtsdragers en staatsdiensten te berechten (artikel 13a Wet
Algemene Bepalingen).

De immuniteit van jurisdictie van vreemde staten heeft geen absoluut karakter. Zo kan de
vreemde staat afstand doen van de hem toekomende immuniteit. Dit kan uitdrukkelijk
geschieden, maar ook stilzwijgend door in de procedure te verschijnen en geen beroep te
doen op immuniteit.

Uitgangspunt is dat diplomaten en hun gezinsleden in beginsel volledige immuniteit bezitten,
derhalve ook voor handelingen buiten functie verricht, terwijl consuls en niet-diplomatiek
ambassadepersoneel slechts immuniteit bezitting voor handelingen ter uitoefening van hun
functie verricht.

Het belang van de staat vergt dat het internationaal bevoegdheidsrecht zo wordt ingericht dat
geschillen die hecht verbonden zijn met de forumstaat in de nationale rechter een bevoegde
rechter vinden en dat bij het ontbreken van relevante aanknopingspunten tussen geschil en
forumstaat de nationale rechter geen bevoegdheid toekomt.

Al te ruime internationale bevoegdheidsregelingen leiden tot overlappingen en daardoor tot
pluraliteit van bevoegde fora. Dit wordt algemeen als onwenselijk beschouwd, niet alleen
omdat daardoor zogeheten positieve internationale bevoegdheidsconflicten kunnen rijzen,
maar ook omdat ‘forumshopping’ of ‘forum-toerisme’ in de hand wordt gewerkt.

De gebruikelijke bevoegdheden worden gevonden in omstandigheden betreffende de
procespartijen, het onderwerp van geschil, of de verhaalsmogelijkheid. Naast deze
objectieve gronden voor rechtsmacht wordt in toenemende mate ook aan de wil van
procespartijen bevoegdheid scheppende betekenis toegekend.

De gronden voor bevoegdheid die betrekking hebben op de procespartijen betreffen
doorgaans de woon- of verblijfplaats van de procespartijen. De nationaliteit van partijen is
geen gangbare grond. Wonen procespartijen in verschillende landen, dan geldt de rechter
van het land van de woonplaats van gedaagde als de bevoegde rechter.

De bevoegdheidsgronden die betrekking hebben op het onderwerp van geschil betreffen de
ligging van de goederen waarover het geschil gaat, de plaats van de handelingen die
aanleiding geven tot het geschil, of de plaats waar de litigieuze rechtshandeling moet worden
verricht dan wel gevolgen heeft. Zo wordt ten aanzien van geschillen over zakelijke rechten
op onroerende zaken of over andere rechten wier vestiging of overdracht afhankelijk is van
publicatie in openbare registers de rechter van het land van ligging van het onroerend goed,
respectievelijk waar die registers worden gehouden internationaal bevoegd verklaard. En zo
wordt ten aanzien van geschillen over overeenkomsten en onrechtmatige daden de rechter
van het land waar de overeenkomst is of moet worden ten uitvoer gelegd, respectievelijk
waar de onrechtmatige daad heeft plaatsgevonden internationale bevoegdheid verleend.

De gronden van bevoegdheid die betrekking hebben op verhaalsmogelijkheid verlenen
bevoegdheid aan de rechter van het land waar het te wijzen vonnis kan worden
geëxecuteerd op daar aanwezige en beslagen verhaalsobjecten.

Naast deze objectieve gronden voor rechtsmacht wordt in de meeste rechtsstelsels
aanvaard dat de procespartijen bevoegd zijn om door een gezamenlijke keuze zelf de
internationale bevoegde rechter aan te wijzen.

De regels van het internationaal bevoegdheidsrecht zijn onderworpen aan een aantal
algemene uitzonderingen:

, - Forum non conveniens  de rechter is vrij, hoewel hij in een bepaalde zaak bevoegd
is krachtens een regel van internationaal bevoegdheidsrecht, zich als ongeschikte
rechter onbevoegd te verklaren, indien de zaak onvoldoende aanknopingspunten
heeft met de rechtssfeer van zijn land.
- Forum conveniens  volgens deze regel is de rechter, ook al kan hij niet aan enige
bevoegdheidsregel bevoegdheid ontlenen, toch bevoegd indien de zaak voldoende
met de rechtssfeer van zijn land is verbonden.
- Forum necessitatis  de rechter, hoewel geen regel van internationaal
bevoegdheidsrecht hem bevoegd verklaart, zich toch bevoegd mag achten, indien
een effectieve rechtsingang bij een buitenlandse rechter ontbreekt.
- Litispendentie  als de bevoegde rechter constateert dat de zaak in een andere
staat reeds aanhangig is gemaakt.

De Brussel I bis-verordening kan de belangrijke ipr regeling voor Nederland worden
genoemd. In welke gevallen is de bevoegdheidsregeling van hoofdstuk II van de Brussel I
verordening van toepassing?
- Materieel toepassingsgebied  artikel 1 lid 1 bepaalt dat de verordening toepasselijk
is ‘in burgerlijke en handelszaken, ongeacht de aard van het gerecht’. Zij is met name
niet van toepassing op fiscale zaken, zaken van douane en administratiefrechtelijke
zaken. Ongeacht aard van het gerecht wil zeggen dat ook de strafrechter en
bestuursrechter mogelijk is. In het tweede lid van artikel 1 wordt een aantal met name
genoemde onderwerpen buiten het materiële toepassingsgebied gesteld.
- Formeel toepassingsgebied  de hoofdregel van het formele toepassingsgebied van
de bevoegdheidsregeling moet worden afgeleid uit artikel 4, gelezen in samenhang
met artikel 5 en 6. Daaruit volgt dat de woonplaats van de verweerder, ongeacht
diens nationaliteit, beslissend is voor de vraag naar de formele toepasselijkheid van
de bevoegdheidsregeling. Heeft de verweerder woonplaats op het grondgebied vna
een lidstaat van de EU, dan is de bevoegdheidsregeling van de Brussel I bis
verordening toepasselijk. Een uitzondering is artikel 18 lid 1 en houdt in dat een
consument zijn wederpartij kan dagvaarden voor het gerecht van de plaats waar de
consument zijn woonplaats heeft. De tweede uitzondering is gelegen in artikel 21 lid 1
sub b en houdt in dat een werknemer zijn werkgever kan dagvaarden voor het
gerecht van de plaats waar hij gewoonlijk werkt. De derde uitzondering is te vinden in
artikel 25 en betreft het geval van een forumkeuze.
- Temporeel toepassingsgebied  de Brussel I verordening is van toepassing op
rechtsvorderingen die zijn ingesteld op of na 10 januari 2015. Is de vordering voor die
datum ingesteld, dan is de oude Brussel I verordening van toepassing.
- Samenloop  artikel 67 bepaalt dat de verordening wijkt voor
bevoegdheidsregelingen voor bijzondere onderwerpen die zijn opgenomen in andere
Europese regelgeving.

In artikel 4 is de algemene hoofdregel neergelegd. Artikel 7, 8 en 9 bieden ter aanvulling op
de hoofdregel een aantal alternatieve bevoegdheidsregels. Deze alternatieve regels sluiten
de hoofdregel niet uit, maar bieden de aanlegger van de procedure de mogelijkheid, in de
gevallen en onder de voorwaarden als in die artikelen nader aangegeven, de vordering te
zijner keuze bij een andere rechter aan te brengen dan die krachtens artikel 4 bevoegd is.

De rechter moet ambtshalve toetsen of de bevoegdheidsregeling van de Brussel I bis
verordening van toepassing is, en deze ambtshalve toepassen.

Artikel 4 regelt alleen de internationale bevoegdheid, en niet de interne relatieve
bevoegdheid.

Is de verweerder een rechtspersoon dan geldt als woonplaats de plaats van haar statutaire
zetel, haar hoofdbestuur of haar hoofdvestiging (art 63 lid 1).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Jordyf18. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  5x  vendu
  • (0)
  Ajouter