Dit is een uitgebreide samenvatting waarin het volgende besproken wordt:
- classificeren van planten
- classificeren van dieren
- Werking van ecosystemen
- Biodiversiteit
- Interacties tussen verschillende soorten
Het organisme is meercellig.
De cellen zijn eukaryoot.
De cellen zijn omgeven door een celwand met cellulose.
De cellen bezitten meestal een grote centrale vacuole.
In sommige cellen zijn bladgroenkorrels aanwezig voor het uitvoeren van de fotosynthese.
Het organisme leeft autotroof.
3.2. VERGELIJKEND ONDERZOEK VAN PLANTENGROEPEN
4 classificatiecriteria
Zijn er vaatbundels aanwezig?
Zijn er bij de vaatplanten sporen of zaden aanwezig?
Liggen de zaden naakt in een kegel of opgesloten in een vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat het zaad?
3.2.1. Zijn er vaatbundels aanwezig?
3.2.1.1. Bouw van een vaatbundel
Een vaatbundel is transportweefsel in de wortel, de stengel en de bladnerven van een plant,
dat instaat voor het transport van allerlei stoffen.
De houtvaten (GROOT) zorgen voor het transport van water en mineralen van de wortels
naar de bladeren. De zeefvaten (KLEIN) transporteren organisch sap, waarin
fotosyntheseproducten zoals suiker voorkomen, naar alle mogelijke plaatsen van de plant.
3.2.1.2. Vaatloze en vaatplanten
De aanwezigheid van vaatbundels is een belangrijk kenmerk om planten in
groepen onder te verdelen. Het is eigenlijk heel simpel; alle mossen zijn
vaatloze planten. Al de rest kan je in de groep vaatplanten plaatsen.
3.2.2. Gebeurt er sporenvorming of zaadvorming voor de verspreiding?
3.2.2.1. Sporenvorming
Een spore is een gespecialiseerde voortplantingscel waaruit een plantenlichaam ontstaat,
dat een welbepaalde fase is in de volledige ontwikkelingscyclus van de sporenvormende
plant. Bij soorten die hun sporen op het land verspreiden, zijn de sporen omgeven door een
stevige celwand, waardoor ze bestand zijn tegen uitdroging. Omdat er nooit versmelting
tussen sporen optreedt om tot een nieuw individu te komen, spreken we van
ongeslachtelijke voortplanting. Deze miljoenen sporen waaien overal heen en komen op
1
, Natalia Krystyna Listos Schoonvaere, 4LAT
een diversiteit van ondergronden terecht; ze bevatten geen reservevoedsel. Vanuit enkele
van die sporen groeien later nieuwe planten.
Alle mossen en varens doen aan sporenvorming; deze zijn dus zaadloze planten.
3.2.2.2. Zaadvorming
Een zaad bestaat uit een kiem, dat een meercellig embryo bevat, omgeven door een
beschermende zaadhuid. Als een zaad kiemt, ontwikkelt het embryo zich tot een nieuwe
plant. Zaden dienen dus ook om de soort te verspreiden. De verspreidingsstrategie van een
zaadplant bestaat erin een beperkt aantal zaden aan te maken. Deze zaden bevatten het
kiempje (nieuwe plantje) en heel wat reservevoedsel.
3.2.3. Liggen de zaden naakt in een kegel of opgesloten in een vrucht?
Bij de fijnspar liggen de zaden naakt tussen de houtige schubben van een kegel. Daarom behoort
de spar tot de afdeling van naaktzadigen. De meeste naaktzadigen vormen kegels en behoren
daarom tot de coniferen of kegeldragers. Meestal dragen ze naaldvormige bladeren en daarom
noemen we ze ook naaldbomen.
Bij grote zandkool, herderstasje en de andere zaadplanten liggen de zaden ingebed in een vrucht.
Daarom behoren ze tot de afdeling van de bedektzadigen. Deze groep van zaadplanten noemen
we ook bloemplanten.
3.2.4. Hoeveel zaadlobben komen er voor in zaden van bedektzadigen?
De afdeling van de bedektzadigen telt de meeste soorten in het plantenrijk. Deze planten
produceren bloemen waaruit zaden ontstaan die opgesloten zitten in vruchten. Daarom worden
ze zoals eerder aangegeven ook de ‘bloemplanten’ genoemd.
3.2.4.1. Zaden van tweezaadlobbigen
Uit het vorig onderzoek leerde je dat bij een boonzaad de zaadhuid de kiem omsluit. De
kiem bestaat uit het embryo en reservevoedsel dat opgeslagen zit in 2 duidelijk zichtbare
zaadlobben. Alle bedektzadigen waarvan de zaden 2 zaadlobben hebben, worden
ondergebracht in de klasse van de echte tweezaadlobbigen.
3.2.4.2. Zaden van eenzaadlobbigen
Wanneer je de zaadhuid van de geweekte maïskorrel probeert te verwijderen, stel je vast
dat dit heel moeilijk gaat. Dat komt doordat de zaadhuid sterk vergroeid is met de
vruchtwand (zie Fig. 3.19). Dit kenmerk treffen we aan bij alle graangewassen. Bij een
doorsnede van de maïskorrel stel je vast dat er geen twee zaadlobben zijn. Het
reservevoedsel is opgeslagen in 1 kleine zaadlob en in kiemwit, een meelachtige massa. Dit
tweede kenmerk van maïs geldt ook voor alle graangewassen. Beide kenmerken treffen we
eveneens aan bij alle grassen. Alle bedektzadigen, waarvan de zaden slechts 1 zaadlob
hebben, worden ondergebracht in de klasse van de eenzaadlobbigen.
3.2.4.3. Andere manieren om de zaadlobben uiteen te houden
2
, Natalia Krystyna Listos Schoonvaere, 4LAT
--> Uit het hoofd blokken!!
THEMA 4; CLASSIFICEREN VAN DIEREN
4.1. Basiskenmerken van dieren
Het eerste dierlijke leven ontstond ca. 550
miljoen jaar geleden en speelde zich
hoofdzakelijk in de oceanen af. Aangezien er nog
geen planten waren, bestond hun voedsel
voornamelijk uit micro-organismen en delen van
andere dieren.
4.2. VERGELIJKEND ONDERZOEK VAN DIERENSTAMMEN
Classificatie criteria
Welke lichaamssymmetrie vertoont het dier?
Is er een darmzak of een doorlopend darmkanaal?
Vertoont het dier segmentatie?
Draagt het dier gelede aanhangsels?
Welk skelet is er aanwezig?
Is er een chorda aanwezig?
4.2.1. Welke lichaamssymmetrie vertoont het dier?
We spreken van lichaamssymmetrie wanneer je met een denkbeeldig vlak (vlakken) een dier in
spiegelende helften kan verdelen. Volgens de aard van de lichaamssymmetrie onderscheiden we
bij dieren volgende mogelijkheden:
4.2.1.1. Niet-symmetrisch
Sommige dieren, zoals sponzen, zijn op geen enkele manier in twee spiegelende helften te
verdelen. Deze organismen zijn niet-symmetrisch.
4.2.1.2. Veelzijdig symmetrisch
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur natalialistos. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
