Kennisclip 1;
Wetenschapsfilosofie probeert criteria op te stellen om te kunnen bepalen wat goede wetenschap is.
Het centrale vraagstuk in de wetenschapsfilosofie;
Demarcatievraagstuk afbakenen van de grens tussen wetenschap en niet wetenschap
- Wetenschap is een bepaalde kennis (zegt iets over algemeens, het gebeurt voor alle gevallen
(iedereen)), kennis waar we sluitend bewijs voor hebben
o Methode om kennis te vergaren
Demarcatie: hoe maken we onderscheid tussen ‘echte’ wetenschap en pseudowetenschap?
Dit is een normatieve vraag, geen descriptieve vraag.
- Niet: hoe werkt wetenschap in de praktijk?
- Maar: hoe zou wetenschap moeten werken?
Taak van wetenschapsfilosofen; Een karakterisering van wetenschappen te geven, te onderzoeken in hoeverre
de bijzondere aanspraken van de wetenschappen gerechtvaardigd zijn en in zicht te geven in de plaats van de
wetenschap in cultuur en samenleving
Wetenschap gaat over feiten en ware kennis en niet over praktijkervaring en intuïtie.
Kenmerken binnen de wetenschapsfilosofie;
- Ontologische vraag; Wat is de aard van het object? Wat bestaat er in de wereld? De studie van wat is
o Zintuigelijk waarneembaar of niet?
o Algemeen verschijnsel of unieke gebeurtenis?
o Constant door de tijd heen of veranderlijk?
- Epistemologische vraag; Hoe kunnen we het object onderzoeken of leren kennen? Onder welke
voorwaarden kunnen we tot geldige kennis komen? De studie van wat we kunnen weten
o Isoleren in laboratorium of in context bestuderen?
o Ingrijpen of observeren op afstand?
o Mee praten of allen meten?
- Methodologische vraag; Hoe gaan we daarbij te werk (praktische uitwerking van epistemologische
vraag)
o Praktische uitwerking/ concrete manier van werken
Verhouding natuurwetenschap en sociale wetenschap
- Is er sprake van universele criteria voor wetenschap?
- Eenheid van wetenschap of eigen criteria?
Beperkingen toepassen natuurwetenschappelijke methode binnen sociale wetenschap
- Aard van het object (betekenis gevend) Onderzoekers of participanten die interpreteren hun gedrag
op een bepaalde manier, wat dan reflecteert op het onderzoek. Dit hangt samen aan de betekenis die
we zelf geven aan ons handelen. Mensen zeggen vaak het een maar doen het ander maakt
natuurkundige wetenschappelijk benadering van validiteit onduidelijk. (pijn; wat voor de een
ondragelijk is, vindt de ander mee vallen)
- (Ethische bezwaren tegen bepaalde experimenten (bij sociaal geen isolatie bv))
- Complexiteit & veranderlijkheid (sociaal is heel veranderlijk, omstandigheden en daardoor resultaten
beïnvloeden) Hoe sociale praktijken veranderen. Veranderende omgeving
- Reflexiviteit; resultaten van wetenschap veranderen object van onderzoek (mensen gaan zich anders
gedragen als er onderzocht wordt) Mensen kunnen hun gedrag aanpassen als ze weten dat het om
een onderzoek gaat.
, Kennisclip 2;
Het standaardbeeld van wetenschap
- Wetenschap gericht op waarheidsbevindingen (achterhalen van de waarheid in tegenstelling tot
vooroordelen of intuïties)
- Waarheidsbevinding gebeurt op een specifieke manier;
o Identificeren van onderzoeksvraag
o Empirische en theoretische achtergrondinformatie verzamelen
o Achtergrondinformatie gebruiken om hypothese op te stellen (als dan stelling, als X gebeurt
dan Y)
o Toetsen van hypothese door middel van specifiek ontworpen experiment
- Goede wetenschap volgens het standaardbeeld
o Empirische achtergrondinformatie moet correct zijn
o Persoonlijke bias van onderzoeker mag geen rol spelen
o Experiment moet onberispelijk zijn
o Theoretische/ conceptuele uitgangspunten moeten deugen
Stroming 1; het logisch positivisme (Wiener Kreis)
- Logisch positivisme neemt standaardbeeld en ideaal natuurwetenschap als ijkpunt
o Antimetafysische houding (filosofische en religieuze beschouwingen die zich bezighouden
met het onderzoek naar zaken die de menselijke ervaringen omstijgen, zoals bv god) Het gaat
hierbij vaak om talig onderzoek. Volgens het logisch positivisme behoort dit niet tot de
wetenschap en daarom zijn ze ‘anti’) Analytisch stellingen; logische waarheden
o Empirische grondslag (alleen waarnemingen gelden als een legitieme bron van kennis, om
specifieke waarnemingen die voortkomen uit heel zorgvuldig opgezette experimenten die
een heldere hypothese kunnen toetsen) Synthetische stellingen; empirische waarheden
- Verificatiecriterium; manier om zinvolle (toetsbare) uitspraken te kunnen onderscheiden van zinloze
(niet toetsbare) uitspraken. Criterium om te bepalen welke uitspraken wetenschappelijk zijn en welke
niet. Goede wetenschap moet verifieerbaar (wat door feiten bewezen kan worden) zijn.
o Later is dit vervangen door confermatiecriterium. De mate waarin de theorie door gedane
observaties wordt bevestigd.
- Inductieve redeneervorm (inductie) wetenschap redeneert vanuit hypotheses toe naar universele
uitspraken. Een groot aantal ware observatie uitspraken kan een universele uitspraak wel aannemelijk
maken, maar niet logisch afdwingen
Eenheid van wetenschappen Alle disciplines die zich wetenschappelijk zouden willen noemen, zouden aan
dezelfde criteria en maatstaven moeten voldoen, ook de sociale wetenschappen. Een gemeenschappelijke taal;
één groot bouwwerk van kennis (geldt ook voor kritisch rationalisme)
Kortom het logisch positivisme
- Standaardbeeld van wetenschap
o Zintuigelijke waarnemingen als enige bron voor wetenschap
o Vanuit die waarnemingen wordt een theorie opgesteld
o Deze theorie wordt vervolgens getest door hypotheses te toetsen (d.m.v. een experiment)
o Verwerpen, bevestigen of bijstellen theorie
- Aanname; als bron van kennis (waarneming) zuiver is en de middelen waarmee we de informatie
verwerken (experiment) onberispelijk zijn, dan leidt dit tot gefundeerde ware kennis (‘rock-bottom of
knowledge’)
Positivisme; ‘’gaat uit van een positieve ontwikkeling in de wetenschap; wetenschap wordt gaandeweg
ontdaan van theologische, speculatieve en normatieve opvattingen en steeds meer gebaseerd op ‘harde’
kennis; feiten waarvan de juistheid kan worden nagegaan’’
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jyttelenssinck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.