Ik ben naar alle lessen geweest en heb alles getypt wat er in de les is verteld. Ook aangegeven wat erg belangrijk is en wat niet gekend moet zijn.
Gegeven door Dirk Meuleman.
,Algemene inleiding
1.1 4 delen ondernemingsrecht
1.1.1 Ondernemingsrecht
4 deelgebieden
o Ondernemingsrecht
Wat is een onderneming
Verplichtingen van een onderneming
Het opstarten van een onderneming
Vormen
Natuurlijk persoon: éénmanszaak
Rechtspersoon: vennootschap
o Bewijsrecht
2 bewijsregimes
In burgerlijke zaken
Algemeen verbintenissenrecht
Vanaf bepaald bedrag is een geschrift nodig
In ondernemingszaken
Veel soepeler
Ondernemingsrechtbank
o Handelszaak
Wat is een handelszaak?
3 soorten contracten
Verkoop van een handelszaak
Vestiging van een pand op een handelszaak
Huurcontract voor het OR waarin de handelszaak wordt uitgebaat – handelshuur
2 regimes
o Klassieke handelshuur van 9 jaar of meer
federale handelshuurwet
o Handelshuur van korte duur (1 jaar of minder)
Vlaamse POP-UP decreet
o Mogelijk voor ondernemer (natuurlijke persoon) om woning (hoofdverblijfplaats) af te schermen voor zijn
professionele schuldeisers
Vennootschapsrecht
1.1.2 Vennootschapsrecht
Wat is een vennootschap en hoe oprichten
Regels die gelden voor alle vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
Specifieke regels bij een NV en BV (en CV)
(BVBA: besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid bestaat niet meer, is BV geworden)
1.1.3 Economisch recht – marktrecht – consumentenrecht
3 wetten
o Wet op de marktpraktijken/Wet op de handelspraktijken
Relatie ondernemers – burgers (consument)
Leer van de onrechtmatige bedingen
o Wet verkoop aan de consument
Beschermt consument die bij een onderneming goederen koopt
o Wet op het consumentenkrediet
Krediet op RG en bepaalde diensten
2
, 1.1.4 Insolventie
= Ondernemingen in moeilijkheden/kan niet meer aan betalingen voldoen en kunnen geen krediet meer krijgen
2 mogelijkheden:
Gerechtelijke reorganisatie
o Redden van onderneming
Faillissement
o Activa verkopen/ activa ten gelde maken
o Met opbrengst schuldeiser proberen te bepalen
1.2 Wat vooraf ging:
2 wetboeken onder gezag van Napoleon:
Burgerlijk Wetboek (gefaseerd aan het moderniseren)
Wetboek van koophandel
o Toepassingsgebied:
handelaars natuurlijke personen = kooplieden
= 1 of meer objectieve daden van koophandel stelden
o Objectieve daden van koophandel – opgelijst
Vrije beroepen waren geen handelaars
vb. dokters, advocaat, architect…
Landbouwers natuurlijke personen waren geen handelaars
Dienstverlenende intellectuele beroepen waren geen handelaars
vb. boekhouder, landmeter
Wetboek van koophandel bestaat niet meer en begrip ‘handelaar’ ook niet meer. Handelsrecht is nu ondernemingsrecht.
In ons recht wordt als ondernemer aangemerkt ‘alle natuurlijke en rechtspersonen die op zelfstandige basis beroepshalve een
economische activiteit uitvoeren’. Een regelmatige economische activiteit als zelfstandige. Economische activiteit is zeer ruim
omschreven. Alle zelfstandige beroepsbeoefenaars vallen nu onder ondernemingsrecht.
3
, DEEL I FUNDAMENTELE ELEMENTEN VAN HET ECONOMISCH
RECHT
1 De bronnen van het economisch recht
1.1 De wetgever
1.1.1 Het internationale recht – internationale verdragen
Gelden enkel als België zich bij een internationaal verdrag heeft aangesloten.
Ratificeren van een verdrag = het goedkeuren van een verdrag
Door federaal parlement
Vb. Weens Koopverdrag: internationale koopovereenkomsten van onroerende goederen.
1.1.2 Het recht van de Europese Unie – supra internationaal recht
Wrm supranationaal recht? EU heeft eigen instellingen en eigen mechanisme om eigen Europese wetgevingen te
maken.
Nodig om Europese wet tot stand te doen komen
o Europese commissie
o Europees parlement
o Europese Raad
4 types Europese wetten
o Verordeningen
Bindend karakter
Algemene draagwijdte
Volledig uitgewerkte regeling die moet overgenomen worden
Moeten NIET omgezet worden in nationaal recht
o Richtlijnen
Bindend karakter
Doel is bindend
Algemene draagwijdte
Moet omgezet worden naar nationaal recht
Het doel moet bekregen worden maar een stuk vrijheid voor de middelen
o Besluiten/beschikkingen
Bindend karakter
Geen algemene draagwijdte: Bevatten dringende regels voor wie ze geschikt zijn. (uitdrukkelijke
bestemmelingen)
o Aanbevelingen
Vb. Het verdag van Lissabon.
1.1.3 Nationale wetgeving – federale wetgeving
= wetgeving die geldt voor volledige Belgische grondgebied
Staat in 2 wetboeken
o Wetboek van Economisch recht (WER)
Alles wat zuiver met ondernemingsrecht te maken heeft
Het economisch recht
Kredietrecht
Insolventierecht
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ImmoStudent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
