TAB 2.2 HEELKUNDIGE
PATHOLOGIE
DR. MISTEANS
1. DE HEELKUNDIGE PATIËNT: ALGEMENE PRINCIPES
1.1 PREOPERATIEF RISICO OP VERHOOGDE POSTOPERATIEVE MORTALITEIT (STERFTE)
Postoperatieve mortaliteit = belangrijkste parameters van het bepalen van de kwaliteit van
heelkundige zorgen
Naast de ernst van de aandoening zijn er ook andere factoren
o Leeftijd, geslacht, gewicht, allergie, levensstijl (roken, drinken)
o wordt door anamnese gekend
o Bloedonderzoek moet ook gebeuren voor operatie alles goed nakijken
o Essentieel dat de anamnese en het klinisch onderzoek goed uitgevoerd worden
1.2 TECHNIEKEN OM HET OPERATIERISICO TE VERMINDEREN
Goede voorbereiding
Minimale invasieve technieken doormiddel van een scoop (minder bloeding, kleiner litteken, sneller
herstel & ontslag)
Endoscopische benadering (da Vinci robot) (heel precies)
Voor orthopedische ingrepen via de arthroscoop wordt de gewrichtsholte gevuld met een
fysiologische oplossing
1.3 POSTOPERATIEVE COMPLICATIES
Bij oudere patiënten is dit risico hoger dan bij jonge patiënten (hebben sneller bijkomende
aandoeningen)
Shock en hypotensie
o Gevolg van bloedverlies(zeker als bloedvaten niet meer zo elastisch zijn)
Diep veneuze trombose DVT
o Patiënten met een verhoogde stollingsneiging (soms erfelijk)
o Oorzaken uitdroging, tumoren, immobilisme, trauma
Atelectase
o =samenvallen van een longsegment, een kwab of zelfs een hele long als de bijhorende
bronchus is afgesloten door een mucusprop
o Irritatie van de luchtwegen ophoesten doet pijn
Aspiratiepneumonie
o Ontstaat door aspiratie van de maaginhoud in de trachea risico hoger als de maag niet
leeg is
o Patiënt moet nuchter zijn om dit te voorkomen
o Oppassen patiënten met slikstoornissen als gevolg van CVA
Verwardheid en delirium
o Kunnen op elke leeftijd optreden maar vaker bij ouderen
o Bij hartoperaties = risico is groter
Decubitus
1
, o Langdurige bedlegerigheid botontkalking
2. HEELKUNDE VAN BEENDEREN EN GEWRICHTEN
2.1 TRAUMATOLOGIE: FRACTUREN
2.1.1 SYMPTOMEN, TEKENS EN DIAGNOSTIEK VAN FRACTUREN
Fractuur = breuk in het bot vaak gekenmerkt door pijn, vervorming, abnormale beweeglijkheid,
botcrepitaties en functieverlies
Meestal door de bloeding ook zwelling
Goede radiografie = essentieel
Osteoporose belangrijk risicofactor van fracturen
o Sterkte bot is verminderd
o Risicofactoren (ouderdom, alcohol, roken ,vrouwelijk geslacht)
o Preventie vitaminen D, calcium en beweging
Diagnose gesteld door meting van de dichtheid van het bot of beenderdensitometrie door absorptie
van gammastralen
2.1.2 CLASSIFICATIE VAN FRACTUREN
Onderverdeeld worden naar
o De richting (dwars, schuin, spiraalvormig)
o Open VS gesloten
o Anatomische plaats
Sommige beenderen hebben bijzondere fracturen die vaak voorkomen
o Heup, knie, enkel, schouder
2.1.3 DE HELING VAN EEN FRACTUUR
Bloedvatvoorziening speelt hier een bijzondere rol
o Bij een fractuur scheuren de vaten hematoom, bloedcollectie ontstaan
Fractuur meestal na 6 weken vast gipsverband verwijderen en mobilisatie oef
Bij kinderen herstellen fracturen zich sneller
Aantal factoren die een heling remmen
o Fragement bewegelijk
o Fragementen geen contact met elkaar maken (weke delen er tussen)
o Infectie risico hoog bij open fractuur
2.1.4 BEHANDELING VAN FRACTUREN: ALGEMEEN
Behandeling hangt van de plaats, de ernst, betrokkenheid van een gewricht, toestand patiënt (coma,
shock…)
Pijnstilling en een relatieve immobilisatie
o Bij vingers en tenen kunnen de delen ernaast dienen als natuurlijke spalk
o Andere fracturen striktere immobilisatie
Gipsverband delen kunnen niet bewegen
Sommige fracturen heelkundig behandelen
o Vereist vrijwel altijd narcose
Complicaties ouderen
2
, o Verwardheid, luchtwegen en urineweginfectie, risico DVT
2.1.5 COMPLICATIES VAN FRACTUREN
De heling (ontstaan van callus)
Na de heling kan een Südeck atrofie ontstaan
Septische artritis
o Een open trauma of operatie en hematogeen
2.1.6 BEHANDELING VAN VEEL VOORKOMENDE FRACTUREN
Wervels
o Gevolg ernstig trauma
o Ruggenmerg beschermd houden
o Stabiele wervelfracturen behandeld met rust gedurende enige weken
o Instabiele fracturen terrein neurochirurgie of een orthopedisch chirurg
Schedel
o Kan aanleiding geven tot langdurige hoofdpijn
o Kan aanleiding geven tot onomkeerbare neurologische gevolgen met zware invaliditeit
o Epiduraal hematoom epidurale bloeding
o Subdurale bloeding bij oudere epiduraal hematoom maar vertraagd ontwikkeld zich in
weken verwardheid is een teken
Ribben
o Pijnlijk maar meestal niet ernstig
o Verband kan helpen maar belet de ademhaling
o Letten op achterliggende organen
Clavicula
o Gevolg van een val op de schouder tijdens sporten
o Behandeld met cijfer 8 verband of met een draagdoek
Ulna
o Veel voorkomende fractuur
o Gipsverband +/- 6 weken
Radius
o Kan mogelijk de radiuskop breken
o Gips meestal niet nodig draagdoek volstaat
Pols
o Reductie onder lokale anesthesie met gipsverband volstaat
Scaphoid
o Val op de pols
o Zwelling en pijn minder dan bij een klassiek polsfractuur
o Moet goed onderzocht worden kan tot 12weken worden geïmmobiliseerd
Duim
o Ski-duim
Metacarpalen
o Gevolg van rechtstreeks impact (boksen)
o Weinig functieverlies
Vingers
o Vinger spalken aan vinger er naast
o Mallet vingers is de aanhechting van de strekpees aan het distale kootje afgebroken
3