Geschiedenis van het moderne theater
INTRO
Nooit vragen over wie-wat-wanneer, maar wel meer inzichtvragen die de politieke-sociale-culturele-
economische-intellectuele veranderingen en hoe deze invloed hebben op hun kunstmedium. Het
destijdse wereldbeeld heeft dus een enorme invloed op het soort theater, maar ook de inhoud,
mening en houding van de makers
Check een van de dia’s met de info ‘doelstelling’
De foto’s getoond op de les ppts zijn belangrijk, een hiervan is zeker en vast een examenvraag! In het
handboek staat een gedetailleerde aanvulling op de les die de kritische blik die nodig is voor de
inzichtvragen van het examen te beantwoorden volgens je ‘eigen’ kritische manier. Ook de filmpjes
die worden getoond in de les kunnen terug komen op het examen, hou tijd vrij om deze voor het
examen te bekijken!
Overzichtsvragen:
Hoofdzaak en bijzaken van elkaar onderscheiden
Grote open vraag over een volledig hoofdstuk, zorg dat je zelf kan filteren
Inzichtvraag:
Duidelijke vergelijking maken, aan de hand van een voorbeeld + meestal met een afbeelding
die al veel zegt over het analytische antwoord op de vraag
Theorie en praktijk verbinden
Termen:
4 woorden, puntenwinner/verliezer
Een eigen index creëren, met korte beschrijving leren en situeren in het handboek
Niet enkel een definitie! Contextualiseren (titel-maker-periode [geen exacte data but still] -
stijl-geografische plek) + voorbeeld van een voorstelling die hiermee werkt (gewoon een naam) +
theatermaker, heel belangrijk om te positioneren in de tijd en stijl! + de definitie zelf uiteraard geven!
1
, EEN GESCHIEDENIS
Dit is zeker niet de enige geschiedenis, we gaan specifiek ingaan op het West-Europese gebied tussen
de laat 19e en begin 21e eeuw.
→ THEATERMAKERS GAAN ELK OP HUN EIGEN MANIER OP ZOEK NAAR DE DESTIJDSE
WAARHEID
o Eerst een naturalistische waarheid, dan een geromantiseerde, daarna een futuristische, etc
o Er wordt telkens een nieuwe ‘soort’ waarheid gezocht om de tumulten van de veranderende
tijden te begrijpen/bekritiseerde
Modernisering van het theater in de 19e eeuw:
o Door industrialisering, veranderingen in de maatschappij, etc
o Mensen ‘verliezen’ hun zelfbeeld in deze veranderende periodes, en de theatermakers zullen
op verschillende manieren proberen om deze gevoelens in een bepaalde waarheid om te
zetten om hun ‘rol’ in de maatschappij op te nemen om gevoelens te verspreiden
o Homeopatisch gebaar = deels accepteren van de technologische veranderingen,
maar deze op een kritische manier benaderen en niet alles vanzelfsprekend te nemen
o Romatisten = teruggaan naar de periode voor de technologische revolutie is de enige
manier om de mensheid te redden
→ In deze veranderende tijdsperiode was het doel van de theatermakers om hun mening te
laten horen
2
, POSITIVISME
Voortgevloeid uit de VERLICHTING in Frankrijk
1. Het geloof in een of meerdere goden
→ Schrik aanjagen
→ Mensen in hun rotsvaste geloof bepaalde levensstijlen voorlegden
2. Wetenschappelijke uitvindingen
→ Vernieuwing en uitvinding
→ Bepaalde geloofselementen worden ontmanteld
→ Bv. Darwin – On the Origin of Species
o = Evolutietheorie
→ Verlichtingsidee slaat in als een bom op de destijdse kennis en wereldbeelden
o Veranderingsprocessen van bepaalde soorten, door omgeving, genetische
samenstelling, survival of the fittest, relatie tov elkaar,… als determinerende
factor in de ‘maakbaarheid’ van de natuur
o ↔ Het rotsvaste geloof van de religie alsook van de menselijke nood aan
controle
AUGUSTE COMTE over de Relativiteitstheorie van Einstein
→ E = De wereld bestaat uit zichtbare atomen
o Tijd en ruimte hebben effect op de beweging van zichtbare voorwerpen
→ C = ‘Savoir pour prévoir’
o Observatie en analyse
o Alles hangt af van de sociale wetmatigheid
Omgeving
Afstemming
Omstandigheden
↔ Het rotsvaste geloof in de destijdse laboratoriumtechnieken
EMPIRISCH POSITIVISME
= Een positieve kijk op de verlichtingsideeën
→ Ratio is de redding
o Gevoelens worden buiten berekening gesteld!
o Het waarnemen van bepaalde fenomenen, en deze op langere termijn en op bredere
vlakken van de maatschappij te gaan bekijken, onderzoeken, etc
→ De regelmaat van oorzaak en gevolg
o Bekeken op een brede onderzoekschaal in de maatschappij
3
, DETERMINISME
= Alles is vooraf ‘gedetermineerd’ (= bepaald) door onze omgeving, afstamming en omstandigheden; en
er is niets wat wij daar als individu kunne aan doen
Ons leven hangt compleet af van de omgeving waarin we worden geboren
→ De maakbaarheid van wat we kunnen met ons leven hangt enorm af van ons sociaal weefsel;
maar ook van de genetica
→ Onze mentale kwaliteiten alsook mankementen (alcoholisme, depressie, ziekten, etc) zijn
bepalend en worden volledig bepaald door onze voorouders
→ Als individu kan hier niets aan veranderend worden
= Onze afkomst bepaald ons hele leven, de revolutie wordt reformatie waar de mogelijkheid om te
veranderen in de handen wordt gelegd van de politieke personen die enkel volgens reformatie
verandering kunnen brengen in het leven van de maatschappij.
HYPPOLITE TAINE
PHILOSOPHIE DE L’ART (1909)
= Verhalen moeten volgens een bepaalde geloofwaardigheid zijn gemaakt. Auteurs moeten een
bepaalde kennis hebben van de periode waarin ze zich bevinden, door het verzamelen van de sociale
wetmatigheden en deze toe te passen op hun teksten.
Taak van de romanschrijver:
→ Verzamelen van feiten volgens empirische observatie
→ Mens tonen in zijn voortdurend veranderend bestaan
→ Oorzaak en gevolg
→ Creatieve meerwaarde = parallelle beschouwing
4